Precisie van superimpositie Inleiding Principe van inspiegeling door ing. A. van Voorden, M.Sc., werkzaam bij het Laboratorium voor Fotogrammetrie en Remote Sensing, Faculteit der Geodesie, TU Dei ft en ir. M. van Persie, werkzaam bij de Remote Sensing- afdeiing, Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, Emmeloord. SUMMARY Accuracy of superimposition Superimposition, developed as an aid for the operator during meas uring, can also be used for detection of errors present in the topo graphical database. Three aspects are of importance: (1) the line width of the superimposed data, (2) the accuracy of the super- imposition through the whole stereomodel at the position of the measuring mark and (3) the accuracy of the superimposition through the whole field of view of the binoculars. These aspects have been tested for three systems. The testing methods are described and results are presented. The tentative conclusion is that superimpo sition has limited abilities for error detection. Since the systems are not designed for error detection purposes, the results are presented anonymously. Veel analytische stereo-uitwerkingsinstrumenten worden tegenwoordig uitgerust met superimpositiesystemen. Su- perimpositie betekent het spiegelen van een digitaal topografisch bestand over één of beide foto's in het stereo-uitwerkingsinstrument, waardoor foto en bestand gelijktijdig worden waargenomen. In [1] en [2] worden het principe en de toepassingen van inspiegeling behandeld. In de praktijk wordt inspiegeling voornamelijk gebruikt om vast te stellen of bestandsgegevens volledig en actueel zijn. Het doel van het onderzoek dat in dit artikel wordt beschreven, is de bepaling van de inspiegelprecisie. Als deze precisie bekend is, kan vervolgens worden vastge steld in welke mate inspiegeling kan worden gebruikt voor het opsporen van fouten in het bestand dat wordt ingespiegeld. Voor de bepaling van deze precisie zijn van belang: inspiegelprecisie ter plaatse van het meetmerk door het gehele stereomodel; inspiegelprecisie rondom het meetmerk door het ge hele gezichtsveld; dikte van de ingespiegelde lijnen. Om bovengenoemde aspecten bij superimpositiesyste men te onderzoeken, zijn bij de TU Delft testen (A, B en C) ontworpen. De testen zijn gebruikt voor de bepaling van de inspiegelprecisie van drie systemen: het IMA- systeem van Intergraph, de DSR15 met het Kriss-inspie- gelsysteem van Leica Kern en de P3 met het Videomap- systeem van Zeiss. Een beknopte beschrijving van het principe van inspiegeling wordt hierna gegeven, alsmede de ontworpen testen en de resultaten. Tenslotte volgen conclusies en aanbevelingen. Inspiegeling berust op de volgende principes: bestandsgegevens X, Y, Z worden, door gebruik te maken van de formules van de centrale projectie, getransformeerd naar de geometrie van de foto. Voor de transformatie worden de coördinaten van het pro jectiecentrum en de rotaties van de betreffende foto gebruikt; het getransformeerde bestand wordt afgebeeld op een beeldscherm. Het beeld wordt vervolgens via een systeem van lenzen en spiegels geïnjecteerd in de optische weg tussen foto en oculair. In fig. 1 wordt het inspiegelprincipe schematisch weer gegeven. Bij de verschillende inspiegelsystemen bestaat een aan tal variabelen die van invloed zijn op de inspiegelprecisie: de plaats van inspiegeling kan geschieden direct bij de foto of vlakbij het oculair. Indien direct bij de foto wordt ingespiegeld, zal roteren van de Dove-prisma's en zoomen (het dichterbij halen van het beeld) het zelfde effect hebben op het ingespiegelde beeld en het fotobeeld. Een nadeel kan zijn dat bij inzoomen de pixels van het beeldschermbeeld duidelijker zichtbaar worden en alleen nog het centrum van het beeld scherm wordt gebruikt. Bij inspiegeling bij het oculair kan men altijd het volle dige scherm voor de inspiegeling gebruiken en dus de pixelgrootte klein houden. Wel moet dan het inge spiegelde beeld bij zoomen en roteren van de Dove- prisma's steeds worden aangepast; NGT GEODESIA 92 - 7/8 2 93 Operator eyes Opties for zoom manification, image rotation, focusing and squint-error correction Measuring Reduction /V optics injection prism Injection raster screen Picture carrier NvPhoto Fig. 1. Schematische werking van stereo-superimpositie [3].

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 9