Structuur regelgeving Register van voorlopige aantekeningen Het register van voorlopige aantekeningen maakt deel uit van de openbare registers. In dit register worden ge boekt: 1. aangeboden stukken die de bewaarder weigert in te schrijven; 2. notariële verklaringen inzake „onzekere" rechts- feiten. Kantoor van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers te Dag, uur en minuut van aanbieding: Aard van het stuk: uur min. Omschrijving van de gerezen bezwaren/reden van de boeking Aantekeningen: opnieuw verzocht na rechterlijk bevel Inschrijving op: zie reg. Hyp. 3 alsnog verricht na hernieuwde aanbieding 4 deel nr. Datum uitbrenging dagvaarding opgenomen onder nr Datum uitspraak in kort geding opgenomen onder nr toegewezen Eis afgewezen Dag, uur en minuut van hernieuwde aanbieding: Voorlopige aantekening doorgehaald op inschrijving opnieuw verzocht na rechterlijk bevel Reden van doorhaling: inschrijving alsnog verricht na hernieuwde aanbieding toepassing art. 20, zesde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek Hypotheken 4D Geweigerde stukken Artikel 20, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wet boek geeft de grond van de weigering aan: niet alle voor inschrijving benodigde stukken worden aangeboden (voorbeeld: een formulier Hypotheken 3 of 4 ontbreekt); ter inschrijving aangeboden stukken voldoen niet aan de wettelijke vereisten (voorbeeld: verklaring van eensluidendheid ontbreekt); wettelijk vereiste voor inschrijving is niet vervuld (voor beeld: kadastrale aanduiding ontbreekt). Notariële verklaringen Een notariële verklaring wordt in dit register geboekt als uit de verklaring van de notaris niet is gebleken dat: alle betrokkenen instemmen met de inschrijving; afdoende bewijsstukken zijn overgelegd (voorbeel den: vervulling voorwaarde, verjaring, beëindiging mandeligheid). Doei van het register De boeking in dit register is bedoeld om derden te waar schuwen voor de mogelijkheid dat een in dit register geboekt stuk alsnog wordt ingeschreven met terug werkende kracht. Het tijdstip van eerste aanbieding geldt als inschrijvingsdatum. Zowel in geval de inschrijving is geweigerd als wanneer het gaat om „onzekere" rechtsfeiten, kan de aanbieder zich tot de rechter wenden om inschrijving te verkrijgen. Artikel 20 van Boek 3 geeft de mogelijkheid van het kort geding. Het gaat hier om een bijzonder soort kort geding. Het bijzondere zit hierin, dat er sprake is van terug werkende kracht van een door de president van de recht bank bevolen inschrijving. De inschrijving wordt geacht te zijn geschied op het tijdstip van de oorspronkelijke aan bieding, maar dan moet aan verschillende voorwaarden zijn voldaan. In de eerste plaats moet binnen veertien dagen na de oorspronkelijke aanbieding tot dagvaarding zijn overgegaan. Verder moet binnen zeven dagen na het bevel van de president opnieuw om inschrijving zijn ver zocht. Verder is er rekening mee gehouden dat de be waarder op zijn schreden terugkeert, voordat het tot een bevel van de president is gekomen. Denk aan het geval dat een nader juridisch advies tot de slotsom leidt dat de weigering die eerst juist leek, toch ten onrechte is geschied. In een dergelijk geval is ook vol doende dat de inschrijving plaatsvindt binnen veertien dagen, hetzij na de oorspronkelijke aanbieding, hetzij na de dagvaarding in kort geding. Tot op heden wordt in de praktijk nauwelijks een stuk ge weigerd. Dat komt doordat de aanbieder de aanbieding van het stuk vaak terugtrekt als er een inschrijvings- vereiste is geschonden. Een kort geding is dan volgens de aanbieder zinloos en men dient daarna correcte stuk ken in. Als de bewaarder ondanks schending van een in- schrijvingsvereiste toch inschrijft, is de inschrijving een onherroepelijk feit geworden. Welke stukken zal de bewaarder op grond van hun aard weigeren? Geweigerd worden in ieder geval stukken waarbij het alleen om persoonlijke rechten gaat, tenzij de wet inschrijfbaarheid expliciet toestaat (huurkoop). Voor weigering komen dus in aanmerking: huur, pacht, econo mische eigendom, optie op koop, retentierechten, enz. Niet alle door de wet voorgeschreven eisen waaraan een stuk moet voldoen, zijn inschrijvingseisen. In een leve ringsakte moet bijvoorbeeld krachtens de Notariswet de koopsom zijn vermeld. Als deze ontbreekt, is echter geen inschrijvingsvereiste geschonden: dus gewoon inschrij ven. Uiteraard kan de bewaarder de aanbieder op het manco wijzen. Een voorlopige aantekening wordt doorgehaald indien: binnen veertien dagen geen dagvaarding is uitge bracht; de bewaarder binnen veertien dagen na oorspronke lijke aanbieding besluit het stuk, na hernieuwde aan bieding, alsnog in te schrijven; in kort geding de inschrijving alsnog is bevolen en tijdig opnieuw is verzocht; in kort geding de eis tot inschrijving is afgewezen; na bevel tot inschrijving geen hernieuwd verzoek tot inschrijving is gedaan. De Kadasterwet is een raamwet, dat wil zeggen dat veel onderwerpen krachtens de wet worden geregeld door lagere regelingen. 346 NGT GEODESIA 92 - 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 14