aan de aard van de in te schrijven stukken (bijvoor
beeld een notariële akte voor leveringen, een notariële
verklaring voor erfopvolgingen, een verklaring van de
griffier voor de aanvaarding van een nalatenschap).
Hoofdstuk 3 behandelt de kadastrale registratie, het kaar-
tenbestand en het net van coördinaatpunten.
De kadastrale registratie heeft de volgende functies:
verschaffen van toegang tot de openbare registers om
de hierin opgenomen stukken te kunnen raadplegen;
verschaffen van een overzichtelijke en systematische
weergave van gegevens betreffende de rechtstoe
stand van onroerende zaken en de feitelijke gesteld
heid daarvan.
De kadastrale registratie bevat in hoofdzaak de volgende
gegevens (artikel 48):
a. namen en andere persoonsgegevens van de eige
naren en beperkt gerechtigden (bijvoorbeeld hypo
theekhouder, erfpachter);
b. verwijzingen naar de in de openbare registers inge
schreven stukken, waaronder de in het register van
voorlopige aantekeningen geboekte stukken;
c. op de onroerende zaken rustende rechten en op deze
zaken gelegde beslagen;
d. verschillende gegevens uit de hypotheekakte indien
op een zaak een recht van hypotheek rust;
e. kadastrale aanduiding van de onroerende zaken en
grootte van de percelen;
f. gegevens over de publiekrechtelijke rechtstoestand
van de onroerende zaken, zoals het feit dat een per
ceel is aangewezen als natuurmonument;
g. gegevens over de feitelijke gesteldheid van de onroe
rende zaken, zoals de cultuuraanduiding.
Verder kunnen nog andere gegevens in de kadastrale
registratie worden opgenomen, op grond van andere
wetten of ingevolge een besluit van de minister. Door het
bepaalde dat de minister het te registreren gegevens
bestand kan uitbreiden, voldoet de registratie aan het ver
eiste van een open-ended systeem. Enkele voorbeelden
van gegevens die bij besluit van de minister worden ge
registreerd, zijn de koopsom van woningen en het feit dat
de Natuurschoonwet van toepassing is.
Hoofdstuk 4 gaat over de bijwerking van de kadastrale
registratie, het kaartenbestand en het net van coördinaat-
punten. De bijhoudingsbronnen zijn:
a. de ingeschreven stukken;
b. inlichtingen over het overlijden en de wettelijke woon
plaats van rechthebbenden;
c. waarnemingen of inlichtingen inzake verandering van
grenzen als gevolg van aanwas en afslag van oevers
van wateren of uitbreiding of afneming van duinen;
d. waarnemingen of inlichtingen omtrent de feitelijke
gesteldheid van onroerende zaken;
e. boekingen en doorhalingen in het register van voor
lopige aantekeningen;
f. gegevens inzake splitsing of samenvoeging van
percelen.
Onder bijwerking verstaat de Kadasterwet bijhouding en
vernieuwing.
Bijhouding is een continu proces dat plaatsvindt naar
aanleiding van vooral door belanghebbenden zelf bekend
gestelde mutaties in de rechtstoestand van onroerende
zaken, in hoofdzaak door inschrijving van een stuk in de
openbare registers.
348
Vernieuwing is een vorm van bijwerking waarbij de gege
vens in de kadastrale registratie en de kadastrale kaarten
worden vernieuwd. Dit vindt incidenteel plaats naar aan
leiding van een door het Kadaster ingesteld onderzoek
betreffende de rechtstoestand, indien hieraan in verband
met de (onvoldoende) kwaliteit van de aanwezige kadas
trale gegevens behoefte bestaat.
Hierna wordt wat dieper ingegaan op bijhouding en ver
nieuwing.
De hoofdstukken 5 en 6 betreffen de registraties voor
schepen en luchtvaartuigen.
Hoofdstuk 7 regelt de informatieverstrekking en het
kadastraal recht.
In hoofdstuk 8 komen de kaartconversie, het herstel van
misslagen en de aansprakelijkheid voor fouten aan de
orde.
Uitvoeringsvoorschriften
In de Kadasterwet wordt op meer dan zestig plaatsen ver
wezen naar uitvoeringsvoorschriften die bij AMVB of bij
ministeriële regeling worden gegeven. Zelfs de Tweede
Kamer vroeg bij de behandeling van de wet of dat niet
een beetje veel was. De regering antwoordde toen dat de
vele werkzaamheden van het Kadaster een gedetail
leerde regelgeving eisen met het oog op de gewenste
landelijke uniformiteit.
Het grote aantal uitvoeringsvoorschriften is samenge
voegd tot een beperkt aantal afzonderlijke regelingen,
zoals het Kadasterbesluit (Stb. 1991, 571) waarin onder
andere worden geregeld: de wijze van kadastrale aandui
ding, hoofdlijnen van de bijwerking van de kadastrale
registratie en de kadastrale kaarten, hoofdlijnen van de
bijhouding van de registraties voor schepen en lucht
vaartuigen, voorwaarden voor een permanente aanslui
ting op AKR en de loketfunctie van gemeenten.
In de Uitvoeringsregeling Kadasterwet (Stcrt. 1991, 245)
worden zaken geregeld als: vereisten voor in te schrijven
tekeningen, in welke gevallen een formulier Hypotheken
3 of 4 moet worden ingeleverd en op welke wijze het com
plexnummer inzake appartementsrechten wordt vast
gesteld. Weer een andere regeling gaat over de verstrek
king van massale output en de permanente aansluiting
op Automatisering van de Kadastrale Registratie.
In de Organisatieregeling Kadaster worden de ambtsge
bieden geregeld, de openingstijden van de kantoren en
worden kantoren aangewezen voor schepen en lucht
vaartuigen.
In de Kadasterregeling worden allerlei ministeriële rege
lingen gegeven, die niet in de Staatscourant behoeven te
worden gepubliceerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de
vorm van de openbare registers en aantekeningen daar
in, nadere regels omtrent het houden en bijwerken van de
kadastrale registratie, het kaartenbestand, perceelsvor
ming, grootteberekening van percelen, het verstrekken
van inlichtingen, enz.
Ook zijn er nieuwe AMVB's en ministeriële regelingen
over schepen en luchtvaartuigen, ten dele voortvloeiend
uit de Kadasterwet en voor het overige gebaseerd op
Boek 8 Burgerlijk Wetboek en het Verdrag van Genève.
Andere AMVB's gaan onder meer over taak, samenstel
ling en werkwijze van de RAVI en de tarieven van het
Kadaster.
Hierna zullen we aandacht besteden aan enkele specifie
ke onderwerpen die in de Kadasterwet worden geregeld.
NGT GEODESIA 92 - 9