publikaties
LAND REGISTRATION AND CADASTRAL SYSTEMS
Tools for Land Information and Management
Gerhard Larsson, gepubliceerd door Longman Scientific and Tech
nical, Longman Group, U.K. Limited, Longman House, Burnt Mill,
Harlow Essex CM 20 JE, Engeland, eerste publikatie 1991, ISBN
582 08952 2, mede gepubliceerd in USA met John Wiley and Sons
Inc., New York, ISBN 0 470 21798 7 (alleen USA). 175 p., prijs
14,—.
De schrijver van dit boek was hoogleraar bij het Royal Institute of
Technology in Stockholm in Real Estate Planning. Hij heeft vele
jaren ervaring met landregistratie en kadaster, niet alleen in geïn
dustrialiseerde landen, maar ook in ontwikkelingslanden. Als bekend
staande expert maakte hij deel uit van veel nationale en internatio
nale werkgroepen en commissies. Hij is nog steeds betrokken bij
werkzaamheden voor het United Nations Development Programme.
Zijn grote bekwaamheid en ervaring garanderen de goede kwaliteit
van de inhoud van dit boek. Het behandelt de problemen van het in
richten, ontwikkelen en verbeteren van landregistratie- en kadaster
systemen. Onder landregistratie of landregister wordt hier verstaan
de openbare registers waarin rechten op de grond of de desbetref
fende akten die wijziging in de zakelijke rechtstoestand betreffen,
worden gepubliceerd. Het behandelt op welke wijze dergelijke syste
men kunnen worden gebruikt voor ruimtelijke planning, manage
ment, waardebepaling en taxatie en als middel ter bescherming van
zakelijke rechten. Het boek is verdeeld in twaalf hoofdstukken en
bevat een samenvatting, twee bijlagen, verwijzingen, een literatuur
lijst en een index.
Landregistratie- en kadastersystemen die door middel van kaarten
en registers de relatie aangeven van een persoon met de grond door
een recht, zijn specifieke Land Informatie Systemen (LIS).
Omdat landregistratie- en kadastersystemen specifieke perceel-
gebaseerde Land Informatie Systemen zijn, worden in hoofdstuk 1
algemene aspecten van LIS besproken. In dit hoofdstuk wordt de
behoefte aan vastgoedinformatie, het concept voor LIS, de behoefte
aan coördinatie en de aspecten van op perceel gebaseerde LIS be
handeld.
In hoofdstuk 2 worden de grondafbakening en de registratie van de
rechtstoestand nader besproken. Nadruk wordt gelegd op de voor
delen hiervan voor de individuele burger en de overheid, zoals een
grotere zekerheid omtrent het eigendomsrecht, de rechtsbescher
ming, grotere investeringen en betere informatie ten behoeve van
planning, landhervorming, taxatie, enz.
In de hoofdstukken 3 - 5 worden enkele hoofdpunten weergegeven
uit de historische ontwikkeling van de structuur en functie van land
registratie en kadaster in Europa en Engelstalige landen buiten
Europa. Speciale aandacht wordt besteed aan de wisselwerking
tussen landregistratie en kadaster.
De voordelen die in hoofdstuk 2 zijn genoemd, worden in hoofdstuk
6 en 7 nader uitgewerkt, waarbij het accent wordt gelegd op de ont
wikkeling in landelijke en stedelijke gebieden.
In de hoofdstukken 8-11 worden de technische en administratieve
methoden voor het inrichten of verbeteren van landregistratie- en
kadastersystemen beschreven. Het belang van het uitvoeren van
een grondige haalbaarheidsstudie wordt benadrukt. De hoofdcom
ponenten van invoering en onderhoud van een systeem (rechten-
onderzoek, perceelsafpaling, kadastrale opmeting en registratie)
worden belicht.
Hoofdstuk 12 behandelt de registratie van individuele en groeps-
eigendom, de aspecten van land-occupatie, alsmede het samengaan
van landhervormingen met de registratie van de grond.
Vragen over de organisatiestructuur, automatisering, training en
opleiding worden in hoofdstuk 13 behandeld. Samenwerking en
communicatie met de verschillende instanties die hun bijdragen
leveren aan het betrokken systeem, worden verder ontwikkeld. Auto
matisering neemt een belangrijke plaats in ten aanzien van de ont
wikkeling van nieuwe systemen. Aan training en opleiding wordt veel
aandacht besteed. Nationale en internationale cursussen over dit
onderwerp worden geadviseerd. Praktijktraining is essentieel, alsook
meer algemene en achtergrondinformatie aan politici, bestuurders,
notarissen, makelaars en landeigenaren.
Hoofdstuk 14 bespreekt de wijze van vereenvoudiging van de syste
men, indien de beschikbare hulpmiddelen ontoereikend zijn of de
publieke opinie nog niet aan een registratiesysteem toe is.
In bijlage A wordt aandacht besteed aan de identificatie van een
grondeenheid en bijlage B geeft twee voorbeelden van automatise
ring weer: Zweden en Canada.
Samenvattend: op een duidelijke en systematische wijze beschrijft
de auteur de verschillende aspecten of componenten die gerelateerd
zijn aan landregistratie en kadaster. Hij bespreekt de essentiële
punten en problemen, en geeft adequate oplossingen. Indien men
een diepere studie wil maken, geven de uitgebreide verwijzingen en
de literatuurlijst een goede ondersteuning.
Naar mijn mening is dit boek uniek in zijn soort. Ik hoop dat de toe
komstige ontwikkelingen die zich ten aanzien van deze systemen
voordoen, ook regelmatig in herdrukken worden verwerkt.
Mijns inziens is het een must voor iedereen die meer of minder
betrokken is bij landadministratie, om dit boek ter beschikking te
hebben.
J. L. G. Henssen
Op 1 juni 1992 is ir. R. van Dam benoemd als
afdelingshoofd Hydrografie bij B&S/Grontmij
Geogroep BV. Voorheen was hij werkzaam bij
de Koninklijke Marine, onder andere als com
mandant van het hydrografisch opnemings
vaartuig Hr. Ms. Blommendal. In 1989 stu
deerde hij af aan de Faculteit der Geodesie
van de TU Delft.
Ir. A. J. van Liere is per 1 augustus 1992 benoemd tot directeur van
de directie Luchtverkeersbeveiliging (LVB) van de Rijksluchtvaart
dienst. Hij volgt hiermee de geodeet dr. ir. M. Tienstra op, die be
noemd is tot adviseur van de directeur-generaal van de Rijkslucht
vaartdienst.
Menno Tienstra studeerde in 1963 af als geodetisch ingenieur en
werkte bij het ITC en de Rijkswaterstaat. De LVB wordt per 1 januari
1993 verzelfstandigd.
TU DELFT
De afstudeerscripties van de TU Delft, Faculteit der Geodesie,
zijn te leen bij de bibliotheek, Thijsseweg 112629 JA Delft. Tele
foon 015-78 25 60 of 78 25 68.
P. J. M. Botman
PROTOTYPE NOORDZEE GEOGRAFISCH INFORMATIE
SYSTEEM
(Afstudeerdatum: 20-9-1991)
De Directie Noordzee van de Rijkswaterstaat wil een informatie
systeem opzetten, dat in een ruimtelijke structuur de relatie aangeeft
tussen biotische en a-biotische systemen. Deze informatie moet
samen met de gegevens over gebruiksfuncties inzicht geven in de
gevoeligheid van bepaalde delen van de Noordzee.
Een dergelijk informatiesysteem kan beslissing ondersteunend wer
ken, doordat een verandering kan worden gesimuleerd en mogelijke
gevolgen kunnen worden berekend. Worden in het informatie
systeem gegevens over een langere periode opgeslagen, dan kun
nen trends of veranderingen worden waargenomen. Indien noodza
kelijk kunnen maatregelen worden genomen om negatieve trends te
stuiten of positieve trends te stimuleren.
Voor het gemaakte prototype is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van
het programmapakket PC Are/Info. Gegevens betreffende diepte,
bodemsoorten, vervuiling en verschillende diersoorten zijn in
gevoerd.
Ter illustratie van de mogelijkheden van een dergelijk Noordzee-
informatiesysteem is een aantal ruimtelijke en statistische analyses
uitgevoerd. Naast visuele ruimtelijke analyse is ook gebruik gemaakt
van niet-lineaire regressie en van clustering. Met behulp van derge
lijke technieken is onder meer gekeken naar de relaties tussen ver
vuiling en macrobenthos en naar trends in het voorkomen van kabel
jauw en de relatie met de olie- en PCB153-vervuiling van de bodem.
370
NGT GEODESIA 92 - 9