Cultuur Meine (rechts) coördineert de buitendienst. Peter en Theo zijn beiden directeur van het nieuwe bedrijf met ruim zestig medewerkers en een brede orderporte feuille door heel Nederland. Naar de klant toe verandert er direct niet veel, men blijft de oude vertrouwde gezich ten zien, dat van Peter bij de Gasunie en Defensie, dat van Theo bij de B6 en bij DHV. Ook de medewerkers blijven in eerste instantie hetzelfde werk doen. Maar na verloop van tijd zullen zij met een grotere variatie aan werk te maken krijgen, andere opdrachtgevers, maar ook andere technieken. De bedrijven hadden twee totaal ver schillende automatiseringslijnen, IGOS en Microstation bij DHV, AutoCAD en Eclips bij TAB bijvoorbeeld, maar binnen twee weken waren de stekkers aan elkaar ge knoopt. Beide bedrijven hadden wel een geheel eigen cultuur. DHV werkte over een groot gedeelte van het land, de medewerkers wonen ook verspreid door Nederland, TAB had zijn opdrachten wat dichterbij in het noorden en oosten van het land. De medewerkers kwamen ook uit die streek, met hun eigen wijze van aanpak. Die zullen dus aan elkaar moeten wennen, de culturen zullen moeten samensmelten. Volgens Theo betekent dit, dat iedereen moet leren naar de plussen van de ander te kijken en ook naar de eigen minnen. Door de plussen bij elkaar op te tellen en de minnen van elkaar af te trekken, krijg je een betere situatie. Verantwoordelijkheden diep in de (platte) organisatie Al het personeel ging mee over naar het nieuwe bedrijf. Daar is wel even over gepraat. Eén van de grote ver schillen was, dat TAB (via het moederbedrijf Van Heug- NGT GEODESIA 92 - 9 ten) eigendom is van het personeel. Het salaris en de rechtspositie waren niet overal gelijk en bij DHV was men wat ,,overstaft" ten opzichte van TAB, daar was men eigenlijk wat „onderstaft". Samen met de ondernemings raad is men er goed uitgekomen. Echt grote knelpunten waren er niet en de nieuwe organisatie is eigenlijk nog erg plat. „De verantwoordelijkheden zijn zo diep mogelijk in de organisatie gelegd", zegt Peter. Dat klinkt heel mooi, maar ik wil toch wel graag weten wat dat hier wil zeggen. Toen kreeg ik een lang verhaal over de inzet van de mensen, de verantwoordelijkheid die elke medewerker persoonlijk krijgt te dragen voor zijn eigen werk en de kwaliteitsnormen zoals die in elk van de twee bedrijven voorheen golden. In het nieuwe bedrijf gelden duidelijke afspraken om een hoog kwaliteitsniveau te bereiken. Elke medewerker levert daaraan zijn bijdrage, leder moet zich realiseren wat de opdrachtgever verwacht en zich op het standpunt stellen: „Ik ben een belangrijke schakel in het geheel. Wat uit mijn handen komt, moet goed zijn". Hij dient zijn eigen werk dus zelf te controleren. De N9000- normen beginnen bij jezelf. Uiteraard zijn er ook controles in de systemen ingebouwd en is de controle ook deels geautomatiseerd. Het eind- produkt gaat pas de deur uit als een laatste onafhanke lijke controle heeft bevestigd dat het produkt datgene is wat de opdrachtgever heeft bedoeld. De boer op In de directiekamer wordt één wand geheel beslagen door een grote kaart van Nederland. Met vlaggen, viltstift- strepen en magneetfiches is het werkgebied zichtbaar gemaakt. Dat loopt van Leiden tot Hengelo en van Assen tot Roermond. De woonplaatsen van de buitendienst mensen zijn ook aangegeven, ze wonen door het hele land verspreid en zitten dus dicht bij hun werk. In vrijwel elke provincie zie je dan ook een rood kringetje op de kaart. Behalve in Zeeland, want dat is helemaal leeg. Daar blijkt alleen werk te worden uitgevoerd als land meter Banfield uit Scherpenzeel een keer naar zijn schoonmoeder wil, want die woont daar. Gasleiding opsporen met de pneumatische lans. 337

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 5