detische instituut waargenomen. Sinds 1960 deelt het
huidige instituut voor fotogrammetrie en remote sensing
de verantwoording voor de opleiding en de samenstelling
van het studieprogramma. Bovengenoemde instituten be
horen tot de faculteit ,,Bauingenieur- und Vermessungs-
wesen".
De studie is als volgt onderverdeeld: ,,Grundstudium" (de
algemene basisstudie), ,,Grundfachstudium" (de geo
detische basisstudie) en „Vertiefungsstudium" (de eind-
studie). In de tweejarige basisstudie, dat zijn vier semes
ters, wordt veel tijd besteed aan de natuurwetenschappe
lijke vakken. Enkele colleges worden speciaal voor
geodeten gehouden, zoals geologie en meteorologie.
Inleidende colleges in geodetische vakken worden ook in
de basisstudie gehouden, zoals inleidingen in de foto
grammetrie en remote sensing, waarnemingsrekening,
puntsbepaling, enz. Een inleiding in de elektronika van
geodetische meetinstrumenten alsook een college instru
mentele optica is in de basisstudie opgenomen. Het aan
tal colleges dat aan recht wordt besteed, is minimaal. Dat
is ook juist, omdat een Referendar-opleiding eventuele
achterstanden in rechtskennis weer kan goedmaken.
Alleen in het eerste semester wordt per week één college
publiek- en één college privaatrecht gehouden. Evenveel
tijd wordt in het eerste semester ingeruimd voor een in
leidend college economie en een inleidend college
kadaster. Zou men dit weglaten, dan kan men met een
diploma van Karlsruhe geen Referendar-opleiding vol
gen. De basisstudie wordt met een examen afgesloten:
de zogenaamde „Diplomvorprüfung" (vergelijkbaar met
het vroegere kandidaats). Voordat dit examen kan wor
den afgelegd, moet de student drie maanden in de
praktijk werkzaam zijn geweest.
De geodetische basisstudie begint in het vijfde semester
en eindigt aan het einde van het achtste semester. De
vakken van de geodetische basisstudie zijn voor alle
studenten verplicht. Zij moeten in deze vakken tentamens
of examens afleggen ofwel op een of andere wijze aan
tonen dat ze iets van het vak afweten. Het zwaartepunt
van deze basisstudie ligt bij de mathematische en fysi
sche geodesie, fotogrammetrie, digitale beeldverwerking
en remote sensing. Dat de computer bij dit alles een
belangrijk woordje meespreekt, is vanzelfsprekend. Een
aantal vakken in de geodetische basisstudie mogen van
wege de Referendar-opleiding niet ontbreken. Zo moeten
de vakken „Strassenwesen" (wegenbouw), „Ingenieur-
bau" (civiele techniek), „Wasserwirtschaft und Wasser-
bau" (waterbouw) en ,,Siedlungswesen" (stedebouw) in
de geodetische studie zijn opgenomen. Natuurlijk zijn dit
een soort overzichtcolleges die de student enige steun
verlenen de taal van een civiel-ingenieur te verstaan.
Verder zijn verplichte vakken ruilverkaveling, ,,das
kommunale Vermessungs- und Liegenschaftswesen" en
„Grundstücksbewertung" (waardebepaling onroerend
goed). Het aantal college-uren en bijbehorende oefe
ningen in de hierboven genoemde vakken is slechts een
klein percentage (9%) van de tijd die voor de totale
geodetische basisstudie is uitgetrokken.
Het zesde semester biedt de student de mogelijkheid zijn
eigen studieprogramma samen te stellen, afgezien van
de vakken die in de geodetische basisstudie verplicht
zijn. Ongeveer 20% van de studietijd van de laatste drie
semesters (6, 7 en 8) kan de student aan zijn gekozen
vakken wijden. Zijn voorstel wordt beoordeeld door alle
„geodesie-professoren". Deze keuzevrijheid wordt door
de studenten als zeer positief ervaren.
NGT GEODESIA 92 - 10
In principe heeft elke student zijn eigen studieprogram
ma. De opstelling van een lesrooster biedt weieens pro
blemen, die in de regel kunnen worden opgelost. In deze
zogenaamde „Vertiefungsstudium" worden ook vakken
aangeboden, die meer zijn afgestemd op een loopbaan
bij een overheidsinstelling waarvoor een Referendar-
opleiding is vereist. Om te worden toegelaten tot de
Referendar-opleiding, zijn de vakken van de geodetische
basisstudie voldoende. Een student kan zich dan meer
concentreren op vakken die hij leuk vindt of waarvan hij
meent dat hij er later in de praktijk gebruik van kan
maken.
De studie geodesie wordt om de meest uiteenlopende
redenen gekozen. Al tijdens de studie erkent men drie
typen studenten:
theoretici, die een neiging tot specialiseren hebben en
die niet graag met praktisch georiënteerde vakken
belast willen worden;
ingenieurs, die vooral geïnteresseerd zijn in de omzet
ting van theorie in de praktijk;
managers, die tevreden zijn met een overzicht over
het vakgebied.
Al naar gelang hun interesse kunnen studenten hun
eigen studieprogramma bepalen. Na het achtste semes
ter moet de student een scriptie schrijven. De hiervoor
beschikbare tijd is drie maanden. Hiervoor heeft hij al een
„Studienarbeit" van drie tot vier weken moeten schrijven.
Het thema van deze opdracht kan afwijken van het thema
van zijn scriptie. Men kan een scriptie voor of na het eind
examen afleggen, de zogenaamde „Schlussprüfung".
Welke vakken in deze Schlussprüfung moeten worden
geëxamineerd, wordt door het „Oberprüfungsamt" vast
gelegd. Hier zijn de universiteiten niet vrij, althans willen
Redactionele toevoeging
Het Duitse hoger onderwijsstelsel staat van binnenuit bloot aan
heftige kritiek. „Die Universitaten sind im Kern verrottet", zo
schreef de voorzitter van de Wissenschaftsrat kort geleden in
Die Zeit.
Zowel de publieke pers als de vakbladen stellen regelmatig de
misère waarmee de Fachhochschulen en vooral de Universita
ten kampen, aan de kaak. Oorzaak van de problemen schuilt
in het feit dat de maatschappelijke veranderingen niet tijdig zijn
onderkend. Men heeft daardoor niet adequaat ingespeeld op
de veranderende eisen die aan hoger opgeleiden worden ge
steld.
Bezinning bleef zelfs uit toen de Universitaten hun alleenrecht
op het verzorgen van hoger onderwijs moesten gaan delen met
de Fachhochschulen, waarvan het onderwijsaanbod steeds
meer op dat van de Universitaten is gaan lijken.
De talrijke onderzoekers die het hoger onderwijs tegen het licht
hebben gehouden, komen tot de conclusie dat het Von
Humboldt-concept met z'n verwevenheid van onderwijs en
onderzoek, dient te worden verlaten. De autonomie van de
hoogleraren, de zogenaamde academische vrijheid, bedoeld in
het Von Humboldt-concept om een „waardevrije" wetenschap
te garanderen, leidt in de praktijk tot vrijblijvendheid. Volgens
de onderzoekers vormt deze academische vrijheid de kern van
het probleem, daar veranderingen in de universitaire structuur,
voorgesteld door de Duitse overheid, categorisch stuklopen op
de autonomie van de hoogleraren.
In Nederland is herstructuring van het hoger onderwijs reeds
begin jaren tachtig gerealiseerd. En volgens het Centrum voor
Studies van het Hoger Onderwijsbeleid (CSHOB) loopt Neder
land, te zamen met Engeland en Australië, voorop op weg naar
een marktgericht hoger onderwijs.
(Bron: NRC 10 september 1992)
403