X, x>-i; Produktieproces: bestandsopbouw Digitaal hoogtemodel van Nederland t'a7<"\ <.i. - - X*» X f X'^ v- 44 ;->vïx X I 4V 46 X'V" \?4s\Xa Vs - «.V- -V<V\'V' METER EN HOE HOOG ZiT DE OWTVANGER QtVEN HET MAAIVELD 45 CM Fig. 2. Punlsbepaling met GPS. tersysteem koopt of je wilt bijvoorbeeld GPS-gegevens opnemen, koop je gewoon een nieuwe versie. Was het met de kartografische pakketten ook maar zo simpel! Fotogrammetrische detailmeting wordt in beperkte mate uitgevoerd. Objecten met een grote omval, zoals flatge bouwen en hooggelegen kunstwerken, worden verkregen uit stereokartering. Uitbreiding van de stereokartering zal voorlopig niet plaatsvinden, omdat de integratie van foto grammetrische detailmeting met de gegevens uit andere bronnen te veel editeerwerk oplevert bij de bestands- opbouw als gevolg van het verschil in nauwkeurigheid, respectievelijk 0,5 m en 2 m. Het digitale produktieproces is in [5] beschreven. Het proces is inmiddels bijgesteld en verloopt als volgt. De ongewijzigde topografie wordt verkregen van de be staande film 1:10 000. Vervallen topografie wordt weg- geradeerd. De film wordt vervolgens gescand met een resolutie van 50 micron. Het rasterbeeld wordt op een beeldscherm gevectoriseerd, het zogenaamde „head up digitizing". Punt- en lijnelementen worden met hun hoofdcode gedigitaliseerd. De codering wordt verkregen van kleurmodellen die ten behoeve van de vorige editie van de kaartserie 1 25 000 zijn vervaardigd. De nieuwe topografie wordt in inkt getekend op luchtfoto vergrotingen 1 10 000. Daartoe worden de luchtfoto's vergeleken met de bestaande kaart. De nieuwe situatie wordt op kantoor en, voor wat betreft onduidelijke situa ties, in het terrein opgetekend. De luchtfoto's worden daarna gescand met een resolutie van 100 micron en gedigitaliseerd. De vectorbestanden van de foto's worden getransformeerd naar het RD-stelsel door de stralengang van de fotopunten naar het terrein te recon strueren. De stralengang wordt bepaald met behulp van de oriënteringsparameters die uit de blokvereffening worden verkregen. De snijding van de stralengang met een digitaal hoogtemodel levert de RD- coördinaten op van de fotopunten. Hoewel het produktieproces 3D- coördinaten produceert, worden slechts de planimetri- sche coördinaten opgeslagen, omdat het produktie proces is gebaseerd op 2D-bestanden. Indien in de toe komst een 3D-bestand nodig is, kan door interpolatie van het hoogtebestand de derde dimensie eenvoudig worden toegevoegd. De getransformeerde fotobestanden worden per kaartblad 1 10 000 aangesloten aan het bestand van de ongewijzigde topografie. Toevoeging van de nog ontbrekende vlakcoderingen en aansluiting aan de be standen van omringende kaartbladen levert het basis bestand 1:10 000 op. Ten behoeve van de kaartseries 1:10 000 en 1 25 000 wordt het basisbestand uitgebreid met kartografische symbolen tot een kartografisch bestand. Uit dit bestand worden de drukfilms voor de genoemde kaartseries middels een Optronics 4040 rasterplotter vervaardigd. Voor het digitale produktieproces van het basisbestand is een hoogtemodel in matrix-vorm noodzakelijk. In het ana loge produktieproces worden hoogteverschillen in het maaiveld tot vijf meter getolereerd. Tachtig procent van Nederland is dan, gezien de brandpuntsafstand van 21 cm, als vlak te beschouwen. Voor het analoge pro duktieproces, dat was gebaseerd op ontschrankingen en orthofoto's, werd daarmee het aantal (bewerkelijke) orthofoto's beperkt. Het enige landsdekkende hoogtemodel van Nederland dat in digitale vorm beschikbaar is, is het DTED-bestand (DTED Digital Terrain Elevation Model) dat tien a vijf tien jaar geleden door de Topografische Dienst is ver vaardigd. Dit model heeft een precisie van enkele meters. Hoewel DTED een betere hoogtebepaling mogelijk maakt dan het analoge produktieproces, zal het niet worden gebruikt. De reden is, dat DTED is ontstaan door een zeer grove digitalisatie van hoogtelijnen. Hoogtelijnen gege nereerd uit DTED geven fouten van enkele meters ten opzichte van de hoogtelijnen die nu op de kaarten voor komen. De goede hoogtelijnen moeten ook digitaal be schikbaar komen. Het ligt daarom voor de hand de Hoogtekaart Nederland te digitaliseren. De Hoogtekaart, 650 kaartbladen op schaal 1:10 000 met per hectare één hoogtepunt, is ver ouderd Nederland is hier en daar verzakt en op de schop gegaan, maar een betere hoogtegegevensbron is niet voorhanden (fig. 3). wX T\ 'v 3 8". v V 4). 4,'f '4«1\ 4.8\ 4 2 4q v\ 3 94.6 v 44 A2 «t? '■A\i •-*. 4 &X 4,4 2 4 3 4"? 4 6' 4,9 -4 8 LX V-V 3-X ".4.3'i V X Av 'Ar\%+46 48 4.2f\ - ,46 v V",. *49 3.8 *-r ',4 5 43]' 'A V 4.3\ "4*5 A 4 5 4.5" 4 4-, 'Vv V 4.5 -fc.' V T Vl~r~4,48 -l4.' 1 A* 1 'AT A r 4 9 v *.4.7 i 4^; -i ',,43 45 '-46 4.6 4 0 4, 40 V43 •V 3.7 ->« 4.0 5 2 5.1' .45 49 Fig. 3. Uitsnede uit de Hoogtekaart Neder/and. Pogingen de hoogtecijfers op de kaart automatisch te vectoriseren, zijn tot op heden mislukt. De onderzochte programmapakketten zijn niet in staat meer dan 95% van de getallen foutloos te herkennen (fig. 4) [6]. NGT GEODESIA 92-11 455

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 7