de technologische aspecten van de vastgoedinformatie voorziening. Juristen hebben vaak geen weet van de enorme technologische ontwikkelingen die gaande zijn. Hun denkkaders zijn tien of twintig jaar geleden gevormd. Zij denken nog vaak in termen van ladenkasten en niet in termen van computerbestanden en de reusachtige moge lijkheden die daaruit voortvloeien. Dat de technologische ontwikkelingen leiden tot andere juridische vragen, wordt daardoor vaak onvoldoende onderkend. U wilt samenwerking met Vakgroep A, die zich met name richt op de fysische en mathematische aspecten van de geodesie. U spreekt in uw oratie over nieuwe, onver moede gebieden van juridisch-geodetisch onderzoek". Door de ontwikkelingen op het geodetische vakgebied ontstaan nieuwe juridische probleemgebieden. Ik noem als voorbeeld de privacy-bescherming, waar we op 28 januari 1993, samen met de Vereniging voor Vastgoed- De gaande man en de komende vrouw, beiden ceremonieel uit gedost. Prof. De Jong en haar man (links) in gesprek met prof. De Haan en zijn vrouw (rechts). informatie een symposium aan wijden. Dit heeft weinig te maken met het vakgebied waarmee mijn leerstoel zich traditioneel bezighoudt, maar aan de technische ontwik kelingen binnen de vastgoedinformatie zijn heel duidelijk juridische consequenties verbonden. Ik denk bijvoor beeld ook aan de aansprakelijkheid voor GPS-informatie. In hoeverre is de leverancier verantwoordelijk voor de ge volgen van onvolkomenheden in GPS-informatie. Een ander aspect is de bodemdaling. Hier zou de vraag aan de orde kunnen komen in hoeverre de informatieleveran cier aansprakelijk is voor het foutief inschatten van te verwachten bodemdalingen. Ik wil met deze oriëntatie meer aansluiten bij de activiteiten binnen de Faculteit der Geodesie zonder mijn primaire gerichtheid op het onroe- rend-goedrecht te verliezen. Ik wil komen tot een vorm van synergie. Juristen hebben vaak geen weet van de enorme technolo gische ontwikkelingen die gaande zijn. Op pagina 33 van uw oratie zegt u: ,,Het Kadaster zou zijn belangrijke functie in de vastgoedinformatievoorzie ning verder moeten uitbouwen". Denkt u dat uitbouw van 518 de activiteiten van het Kadaster een realistische optie is, nu het Kadaster verder moet privatiseren en gezien de financiële consequenties van een dergelijke uitbouw van activiteiten Voor het realiteitsgehalte kan ik onder andere verwijzen naar het RAVI-advies no. 22, dat gaat over de registratie van publiekrechtelijke beperkingen. De wetgever is zich bewust geworden van het belang van een goede ken baarheid van de publiekrechtelijke rechtstoestand van onroerend goed. De Dienst van het Kadaster vervult daar bij een onmisbare functie. In diverse bijzondere wetten zijn nu regelingen opgenomen, die voorzien in inschrij ving in de openbare registers en kadastrale registratie van publiekrechtelijke lasten en beperkingen. Het voor stel om alle van Rijk, provincie, gemeenten en water schappen afkomstige, meer ingrijpende publiekrechte lijke beperkingen in de kadastrale registratie te willen opnemen, is weliswaar te ambitieus wegens het omvang rijke documentenverkeer en de daarmee gepaard gaande kosten, maar dat doet aan het principe niet af. Ik wil mij meer aansluiten bij de activiteiten binnen de Faculteit der Geodesie zonder mijn primaire gerichtheid op het onroe- rend-goedrecht te verliezen. Ik wil komen tot een vorm van sy nergie. Publiekrechtelijke beperkingen van Rijk en provincie kunnen alle in de kadastrale registers worden opgeno men, die van gemeenten voor zover ze directe financiële gevolgen hebben. Daarnaast moet echter nader gestalte worden gegeven aan de registratieve taak van de ge meente met betrekking tot gemeentelijke publiekrechte lijke beperkingen. De privatisering van het Kadaster heeft, dunkt mij, eerder een positieve dan een negatieve werking. Het Kadaster zal juist meer cliëntgericht en kostenbewust moeten gaan werken. Daarbij zou het Kadaster ook nog kunnen denken aan verbetering van de kenbaarheid van de pri vaatrechtelijke rechtstoestand. Huur- en pachtovereen komsten bijvoorbeeld zouden in de openbare registers moeten worden opgenomen. De Haan heeft daarvoor meerdere malen gepleit. Die vraag zou het Kadaster Het NGL bestuur, onder wie voorzitter ir. S. Stellingwerff Beintema en ir. C. Nelis, breediachend na het overhandigen van het NGL promotiepotloodgeodesie is méér dan (land)meten. NGT GEODESIA 92 - 12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 10