De redactie van NGT Geodesia wenst u
prettige Kerstdagen en een voorspoedig 1993
confrontatie met de technologische aspecten van de
vastgoedinformatievoorziening vind ik één van de uit
dagingen van mijn leerstoel.
Heeft u samenwerking op het terrein van de werking van
de Kadasterwet met het Kadaster
Ik heb op dit onderzoeksveld geen samenwerking met het
Kadaster, maar misschien komt dat nog. Contacten met
het Kadaster en ook de gemeenten pak ik zeker op.
Ik heb geen angst voor computers, maar ik heb bewondering
voor mensen die ermee kunnen omgaan. Ik kom niet verder
dan een beetje WP.
U bent gepromoveerd, maar u iaat de doctorstitel na
drukkelijk achterwege.
Het is geen gewoonte onder juristen om, als je bent ge
promoveerd, de doctorstitel te voeren. Alleen als je in een
ander vak, bijvoorbeeld economie, bent gepromoveerd,
willen juristen hem weieens gebruiken. Ik ben bang dat
als ik plotseling dr. voor mijn naam zou zetten, mijn vak
genoten niet meer zouden weten wie ik ben.
In haar oratie richt prof. de Jong enkele woorden tot haar
kinderen„Lieve Anne Marthe, Lodewijk en Arnout. Jullie
zijn de dierbare andere helft van mijn professionele be
staan. Toen ik eens in een sombere bui opperde om op
te houden met het hoogleraarschap, riepen jullie in koor
dat dit niet kon „Niemand heeft een moeder die profes
sor is en wij zijn daarom trots op je". Ik hoop zeer dat
jullie er later nog zo over denken.
U bent nu ruim twee jaar hoogleraar, in meerdere op
zichten vormt u een buitenbeentje:
u bent de vierde vrouwelijke hoogleraar aan de Tech
nische Universiteit Delft;
u bent jurist. Een TU is niet de meest natuurlijke om
geving voor u;
niet alleen is ook uw man jurist, maar bovendien ook
hoogleraar. Dat is een situatie die een unicum mag
worden genoemd.
Hoe bevalt u uw hoogleraarschap als vrouw in een
mannenwereld, als jurist onder techneuten en als moeder
van drie kinderen en vrouw van een collega-echtgenoot
Ik heb altijd in een mannenomgeving gewerkt. Slechts
sporadisch heb ik problemen ondervonden dat een man
niet voor mij of samen met mij wilde werken. Na mijn
benoeming, twee jaar geleden, is er aan de TU nog een
vijfde vrouwelijke hoogleraar bijgekomen. Het gaat hier
de goede kant op, maar het is nog steeds belachelijk wei
nig. Bij de juridische faculteiten zie je zelfs dat het aantal
vrouwelijke hoogleraren terugloopt.
Ik ben mij, als vrouwelijke hoogleraar, bewust van mijn
uitzonderlijke positie aan de TU. Ik denk dat ik voor geo
deten-meisjes een voorbeeldfunctie kan vervullen, dat je
ook als vrouw heel veel kunt bereiken. Het probleem voor
vrouwen is dat de leeftijd waarop je voor dit soort functies
in aanmerking komt, meestal samenvalt met die waarop
je kleine kinderen hebt. Ik vind dat je je kinderen zelf moet
opvoeden. Dat moetje niet aan anderen overlaten. Ik zou
daarom het hoogleraarschap niet hebben aanvaard, als
het een voltijdse betrekking zou zijn geweest.
Mijn man is advocaat en hoogleraar Ruimtelijke Ordening
en Milieurecht voor 0,4 dagtaak aan de Universiteit van
Amsterdam. Thuis praten we weieens als vakgenoten.
Dan voeren we juridische discussies. Maar onze specia
lismen zijn duidelijk verschillend, bijvoorbeeld het onder
werp van mijn oratie vastgoedinformatie in het rechts
verkeer ligt buiten zijn gezichtsveld.
Ik vind een technische omgeving een enorme uitdaging.
Ik heb geen angst voor computers, maar ik heb bewonde
ring voor mensen die ermee kunnen omgaan. Ik kom niet
verder dan een beetje WP.
Curriculum Vitae
Prof. mr. J. de Jong is op 8 januari 1949 te Surhuisterveen in
Friesland geboren. Na de HBS-b te hebben gevolgd, begon zij
in 1966 met de rechtenstudie aan de Rijksuniversiteit van
Groningen, welke studie zij in 1971 voltooide. Vervolgens
bracht zij één jaar door in de Verenigde Staten, waar zij aan de
Indiana University Bloomington de Master of Laws degree
(LLM) behaalde. Van 1972 tot 1977 was zij in Amsterdam werk
zaam als advocaat en procureur. Van 1977 tot 1980 was zij ver
bonden aan het Nederlands Christelijk Instituut voor Volkshuis
vesting (NCIV) te De Bilt, waar zij was belast met het opzetten
van de juridische afdeling. Van 1980 tot 1986 was zij als
wetenschappelijk ambtenaar verbonden aan het Molengraaff
Instituut voor Privaatrecht der Rijksuniversiteit Utrecht, waar zij
in 1984 haar proefschrift over de gemeentelijke gronduitgifte
voltooide. In vervolg hierop deed zij onderzoek naar erfpacht
en opstal. Van 1986 tot aan haar benoeming tot hoogleraar
onroerend-goedrecht in 1990 was zij werkzaam als zelfstandig
juridisch adviseur op het gebied van het onroerend-goedrecht
en als rechter-plaatsvervanger. Tot de benoeming van hoog
leraar in het verschiet kwam, had zij een carrière als rechter op
het oog. Naast haar proefschrift over de gemeentelijke grond-
uitgifte heeft zij gepubliceerd over erfpacht en opstalrecht, aan
sprakelijkheid bij bodemverontreiniging en de doorwerking van
de beginselen van behoorlijk bestuur. Voorts is zij lid van het
bestuur van een woningstichting, commissaris van een middel
groot bedrijf en lid van het bestuur van de Vereniging Eigen
Huis.
Tegen de deur van haar werkkamer op de vijfde verdie
ping van de Faculteit der Geodesie hangt een afbeelding
van een zeilschip getooid met de naam: Vrouwe Jitske.
Wij wensen prof. mr. J. de Jong een behouden vaart toe
over de woelige baren der techniek.
520
NGT GEODESIA 92 - 12