III I I I I Technische installatie nu gestuurd door de definitie van een classificatie en het objecttype. De onafhankelijkheid van het CAD-pakket wordt hiermee bevorderd. Omdat een vlak door de fysie ke structuur van het CAD-pakket slechts impliciet kan worden afgeleid, is programmatuur ontworpen om zorg te dragen voor de vorming van vlakken op grond van the- Precisie. matische en geometrische randvoorwaarden. De toege voegde waarde van MicroStation ligt nu voornamelijk op het vlak van standaard-ontwikkelhulpmiddelen, het aan bieden van de grafische gebruikersinterface, de onder steuning van randapparatuur en relationele gegevens banken, en de communicatie met het onderliggende besturingssysteem. De inmiddels bekende discussie over functionele verschillen tussen CAD-pakketten is geëlimi neerd door de applicatie-ontwikkelaar (RAET) die een landmeetkundige basis heeft gecreëerd. In een uitgebreide objectcatalogus zie de foto's waar op enkele classificatiecodes staan aangegeven is vastgelegd hoe een object geometrisch moet worden bepaald (definitie van vorm en ligging). De idealisatie- waarde wordt gedefinieerd door het object en is om die reden direct gekoppeld aan de classificatie. Het vast leggen van de idealisatiewaarde is in wezen als redun dant te beschouwen. De idealisatiewaarde zal alleen ver anderen als de aard (classificatie) van het object wijzigt. Het veranderde object wordt niet zomaar opnieuw geclas sificeerd; in de praktijk wordt een oud object verwijderd en een nieuw object toegevoegd. Idealisatie Een variatie, uitgedrukt in een maateenheid, waarmee wordt aangegeven hoe duidelijk een ruimtelijk object op grond van fysieke kenmerken als punt-, lijn- of vlakelement te bepalen is. Voor de bovenkant van een talud geldt bijvoorbeeld een ideali satie van ongeveer 40 cm. Voor de hoek van een gebouw geldt veelal een idealisatienauwkeurigheid van 5 cm. Naam: Idealisatie Label: IDEAL Afbeelding: adm. Type: num/integer Positie: 1 GegevensgroepPIB Maateenheid- Beheerder: Landmeten Raadpleger: allen Domeinzie tabel code idealisatie 1 0 - 3 cm (bijv. huis, muur) 2 0 -10 cm (bijv. straatmeubilair) 3 0 - 30 cm (bijv. grond, water, terreinafscheiding) 4 0 - 50 cm (bijv. taludbelijning) 5 50 cm (bijv. stadsdeelgrens) Voor de betrouwbaarheid worden twee mogelijke waar den aangehouden (gecontroleerd of niet-gecontroleerd). Het begrip gecontroleerd betekent hier dat er één of meerdere onafhankelijke waarnemingen een andere waarneming controleren (dus niet twee registraties vanaf eenzelfde standplaats). Het attribuut bron wordt voorlopig niet in de topografische toepassing gebruikt. Op dit moment wordt gedacht aan een alternatief gebruik waarbij ,,bron" iets aangeeft om trent de status van een object in een stedebouwkundig project (bijvoorbeeld ontwerp-, bouw- en woonrijpfase en eventueel versiebeheer). Het attribuut selectiecode wordt toegepast om aan te geven in welke produktgroep een object voorkomt (defini tie van analoge kaartprodukten, bijvoorbeeld een 1 500 en een 1 1000 kaart). Tevens wordt dit attribuut gebruikt om de relatie aan te geven met kleinschalige basis bestanden. Zoals hiervoor reeds is aangegeven, heeft het attribuut precisie op dit moment een waarde die is afgeleid van de wijze van inwinning. Echter, omdat we ervan uitgaan dat de komende jaren het aantal technieken zal toenemen en daarmee de spreiding in precisie, blijft het beheer van dit attribuut relevant. Op dit moment is er al sprake van over lap in precisie bij de toegepaste inwinningstechnieken, welke nog niet zichtbaar kan worden gemaakt in de waarde van het attribuut. Voor de digitale topografie schaal 1 500 (DTB5) is op dit moment 1 Gigabyte aan geheugenruimte nodig. De verwachting is dat jaarlijks ongeveer 60 Megabyte aan gegevens, als gevolg van mutatie, aan verandering onderhevig is. Door de opbouw van de basisbestanden DTB20 (klein schalig bestand schaal 1 2000, direct afgeleid van het DTB5) en DTB100 (kleinschalig kartografisch bestand schaal 1:10 000, door kartografische generalisatie afge leid van het DTB20) zal de omvang van de gegevens de komende jaren sterk toenemen. Door een sterk proce durele werkwijze en specifieke Geocad-functionaliteit is een bestandsbeheerder in staat op landmeetkundig ver antwoorde wijze mutaties door te voeren, met behoud van consistentie. Om digitale gegevens te kunnen verwerken, presentaties te vervaardigen en mutaties te verwerken, zijn inmiddels vier interactief grafische werkstations van Intergraph aan geschaft. Het geheel is gekoppeld aan een netwerk, waarbij één van de werkstations als besturingsorgaan (server) dient voor programmatuur en gegevens. Het lokale afdelingsnetwerk is sinds kort verbonden met een groter netwerk (VAX-cluster), waardoor ondersteuning op Inwinning Preclsleklasse in [cm] 1-3 3-6 6-10 10 - 20 20 - 30 30 - 40 40 - 50 50 - terrestrisch fotogrammetrie digitale kaart digitale luchtfoto scannen NGT GEODESIA 92 - 12 523

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 15