526
Eind 1992 zal worden gestart met het operationeel maken
van het Intergraph MGE/MGA-pakket. Het MGE-pakket is
een module waarin basisfunctionaliteit wordt aangebo
den voor ruimtelijke informatieverwerking. Kenmerkend
is de mogelijkheid om objecten te vormen, een relationele
gegevensbank te koppelen en geometrie te structureren.
Het MGA-pakket biedt de mogelijkheid analyses uit te
voeren op grond van thematische en geometrische ge
gevens, welke met MGE zijn vastgelegd. De in een
Geocad-omgeving beheerde gegevens zullen per toe
passing en afhankelijk van de vraag worden overgebracht
naar MGE. Na een eventuele aanpassing van de object
structuur zal vervolgens een koppeling met een ge
gevensbank (Oracle) plaatsvinden. De eerste toepassing
betreft een bestemmingsplan-ontwikkeling voor het ge
bied „Waalsprong". Hiertoe zal een digitaal GBKN-plus
produkt (basisbeschrijving, aangevuld met Nijmeegse
wensen) worden geconfronteerd met een digitaal opge
bouwd ontwerp. Doel is het bepalen van parameters voor
financiële doorrekening en het gericht kunnen bijstellen
van ontwerpen ten behoeve van variantbepaling.
Ook de auteur zelf werkt mee aan het digitaliseren van een ont-
schrankte luchtfoto.
Binnenkort start een project waarbij de uitwisseling van
ruimtelijke objecten centraal staat. Het project heeft
betrekking op de afdelingen Stedelijke Inrichting, Verkeer
en Vervoer, Weg- en Waterbouw, Beplantingen en Land
meten. Centraal hierin staan begrippen als objectdefinitie
(classificatie), structuurdefinitie, presentatie en seman
tiek en het onderscheiden van basis- en projectgegevens.
Voor Landmeten is hierin opgenomen een traject voor de
afweging van voorzieningen ten behoeve van gegevens
uitwisseling. Op dit moment staan twee mogelijkheden
ter discussie. Ten eerste de herinrichting van de huidige
omgeving op een zodanige wijze, dat bevragen ten be
hoeve van en leveren naar externe systemen zonder
problemen kan plaatsvinden. De tweede mogelijkheid
betreft de inrichting van een centrale, bij Landmeten
geplaatste, gegevensbank.
Onlangs is een project gestart bij de afdeling Weg- en
Waterbouw, waarbij aan het administratieve rioolbeheer
systeem een geometrische beschrijving wordt toege-
voegd. Landmeten zal hiervoor de zichtbare klimschach-
ten opnieuw terrestrisch in hoogte en ligging bepalen.
Gelijktijdig worden op iedere kruising van wegen en bij
kenmerkende breuklijnen in openbaar gebied extra hoog
tepunten bepaald. De klimschachten zullen met een
strengverbinding worden vastgelegd in het MGE-pakket.
De overige hoogtegegevens zullen worden opgenomen in
een 3D digitaal bestand, op grond waarvan een digitaal
terreinmodel van Nijmegen kan worden berekend. De
gemiddelde nauwkeurigheid zal ongeveer vijf tot tien
centimeter bedragen (DTM20).
Een aantal andere ontwikkelingen is wel opgenomen in
de planning, maar zijn wat aard en inhoud betreft af
hankelijk van andere afdelingen of organisaties, denk
onder andere aan het opbouwen van een digitaal kadas
traal bijblad. In dit artikel is voornamelijk ingegaan op
ontwikkelingen met een (plan)topografische achtergrond.
Afsluiting
Natuurlijk zijn er zorgen voor morgen. Deze kunnen het
best worden gekarakteriseerd door een globale op
somming:
de applicatie-ontwikkeling is slecht afgestemd op be
drijfsprocessen;
men moet meer klantgericht werken, hetgeen bete
kent dat niet alleen het maken van een produkt aan
dacht moet krijgen, maar vooral wat de klant met het
produkt beoogt;
samenwerking met andere kaartproducerende instan
ties;
consistentie van digitaal opgebouwde gegevens is
bepalend voor de levensduur van de informatievoor
ziening;
kosten gaan altijd uit voor de baten;
het vormgeven van gegevens- en applicatiebeheer
wordt sterk onderschat door het management, waar
door nauwelijks voldoende gereedschap en training
beschikbaar zijn;
zorg voor personeel en opleiding, omdat toenemende
specialisatie haaks staat op een flexibeler organisatie.
Tot op heden is veel gerealiseerd. Dit is voornamelijk te
danken aan de enorme inzet van alle direct en indirect
betrokken medewerkers en de samenwerking met ex
terne bedrijven. Er is echter nog een lange weg te gaan,
zowel wat tijd als wat inspanning betreft. Het is van
belang de ontwikkeltijd zo kort mogelijk te houden. Daar
door worden de resultaten het snelst zichtbaar en wordt
een groter draagvlak gecreëerd voor de produkten en
activiteiten. Participatie door derden in complexe ontwik
kelingstrajecten levert een bijdrage in het proces van
kennisoverdracht en kan leiden tot kostenspreiding.
Literatuur
1Ven, M. P. J. van de, Automatisering in Nijmegen, een gestructu
reerde aanpak. NGT Geodesia 1990 no. 4.
2. Hertog, G. den, Standaarduitwisselingsformaat SUF-2 toege
past. NGT Geodesia 1991 no. 4.
3. Ven, M. P. J. van de, Vastgoedinformatieplan Nijmegen. NGT
Geodesia 1989 no. 9.
NGT GEODESIA 92-12