V V Simulating Line Segments In de presentatie Speeding Up the Dougtas-Peucker Line-Simplification Algorithm", gegeven door Jack Snoeyink (University of British Columbia, Canada) werd een methode beschreven om „worst case" performance van het standaard-algoritme 0(n*n) terug te brengen naar 0(n log n). Dit geschiedt door tijdens de berekening een „convex huil", een structuur uit de computational geometry, bij te houden. Het is interessant om te zien dat een belangrijk, veel gebruikt en al twintig jaar oud algo ritme nog steeds kan worden verbeterd. Wel was Jack Snoeyink zo eerlijk om toe te geven dat in veel praktijk gevallen het standaard-algoritme een factor 2 a 3 sneller werkt. Maar doordat het nieuwe algoritme ook in „slech te" gevallen goed werkt (factor 150 sneller bij 10 000 punten), is het geschikt voor interactieve toepassingen. Image Classified image Map "classification" "generalisation" "photo-interpretation" Max Egenhofer (NCGIA, University of Maine) gaf een presentatie over .Topological Consistency". Op basis van de wiskundige point-set theorie worden de volgende topologische relaties tussen twee vlakken exact gedefi nieerd: disjoint, meet, equal, inside, contains, covers, coveredBy en overlap. Verder wordt een methode ge geven om te evalueren of een gegeven aantal topolo gische relaties tussen objecten nog wel mogelijk is. Zo kan bijvoorbeeld de volgende SQL-achtige query: SELECT lake.name FROM state, county, lake WHERE stategeometry CONTAINS county.geometry AND county.geometry CONTAINS lake.geo metry AND (stategeometry DISJOINT lake, geometry OR stategeometry MEET lake.geo metry) gelijk worden verworpen, omdat de voorwaarde in de WHERE-clause inconsistent is. Er is dus helemaal geen zoekwerk in de gegevensbank meer nodig! Dat het soms ook heel lang kan duren voordat systeem concepten worden gepresenteerd, bleek uit de presenta tie van Nick Chrisman (University of Washington) met de titelLessons for the Design of Polygon Overlay Proces sing from the ODYSSEY WHIRLPOOL Algorithm". Dit programma werd halverwege de jaren zeventig bij het beroemde „Harvard Lab for Computer Graphics" ont wikkeld en maakte gebruik van een techniek die later in de literatuur bekend werd onder de naam „sweep line". Details over het „WHIRLPOOL Algorithm" konden nog nooit eerder worden gepresenteerd vanwege „institutio nal reasons". Volgens Chrisman kan WHIRLPOOL zowel op het gebied van functionaliteit als op het gebied van efficiëntie nog steeds goed worden vergeleken met wat tegenwoordig te koop is in de vorm van de bekende GIS- pakketten. Het symposium werd afgesloten met een aantal panel discussies met een „zelf reflecterend" karakter. Het eerste panel werd gevormd door een aantal vooraan staande wetenschappers van universiteiten en onder zoeksinstellingen. De centrale vraag was: kan niet- commercieel onderzoek nog wel op tegen de commer ciële „cutting edge"-ontwikkelingen in dit veld. De indruk bestond dat dit in het algemeen nog zeker het geval is, ondanks enkele negatieve trends: geldgebrek (onder andere voor apparatuur) en in het bijzonder het weghalen van goede werknemers door de industrie. Het tweede panel bestond uit een aantal vertegenwoor digers van de industrie (Genasys, Intergraph, ESRI, Com- putervision, IBM) en hield zich bezig met de vraag: is dit symposium nog wel relevant voor de industrie (is de in dustrie al niet verder en zijn we niet bezig het wiel opnieuw uit te vinden)? De zeer duidelijke conclusie van het panel was, dat het symposium zeker relevant was. Dit werd onderbouwd door het noemen van een aantal presentaties met ideeën die op korte termijn zouden kun nen worden overgenomen, onder andere op het gebied van „parallel processing", „extensible database/GIS", „computational geometry" en „topology". De vraag is in hoeverre de industrie hier niet gewoon uit eigen belang spreekt, omdat alle open literatuur natuurlijk meege nomen is. De volgende Spatial Data Handling zal over twee jaar worden gehouden in Edinburgh, Schotland. Gezien de kwaliteit van dit symposium kan daar al met genoegen naar worden uitgekeken. Bovendien beloofde het organi satiecomité als „social event" het proeven van echte Schotse whisky, hetgeen bij de huidige deelnemers wel in de smaak leek te vallen. When line segments are generated by connecting uncertain endpoints, the most reliable portion of the segment is near its midpoint! a: Endpoints are drawn from circular normal distributions b: Random endpoints are connected to c: Standard deviation is less at midpoint d: Probability contours may be abstracted 532 NGT GEODESIA 92 - 12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1992 | | pagina 24