GBK [7]
Kosten van grootschalige
topografie
Een poging tot; objectivering
Inleiding
Kostenfactoren
door ir. C. Zeillemaker, hoofd afdeling Landmeten en Vastgoedinformatie van Gemeente
werken Rotterdam.
SUMMARY
Costs of large-scale topography
In this article the Head of the Department of Surveying and LIS of Rotterdam attempts to identify the factors
which primarily determine the surveying costs. This endeavour aims at obtaining objective tools for realistic
cost estimation of the entire process from surveying in the field to putting the data into a topographic data
base.
Het is altijd een waagstuk om iets over het kostenaspect
van projecten of voorzieningen te zeggen. De verleiding
kan groot zijn om kostencalculaties te beïnvloeden om
zodoende een project van de grond te krijgen. Van de
andere zijde wordt aan de geloofwaardigheid van de
calculaties getwijfeld wanneer er tijdens de loop van het
project een verhoging van de kredieten wordt gevraagd.
Afhankelijk van de mogelijkheden van de financiële admi
nistratie kunnen na afloop van het project precieze calcu
laties worden gemaakt. Op dat moment rijst echter de
vraag of er bereidwilligheid is om nog iets over deze
calculatie te zeggen, laat staan te publiceren. Niemand
wil nu eenmaal in zijn keuken laten kijken vanwege kritiek
zoals:
het project is onnodig duur geworden;
de organisatie werkt niet efficiënt;
de kwaliteit is te hoog of te laag;
de tariefstelling is onjuist;
de winsten zijn te groot, enzovoorts.
Hoe kan nu echter de „reële" kostprijs van het project of
produkt worden bepaald? Bestaat er een onafhankelijke
graadmeter voor een reële, objectieve kostencalculatie?
In dit artikel wordt getracht zoveel mogelijk objectieve
kostenbepalende factoren op te sporen.
Voor de bepaling van de kosten van de topografische
bestandsvervaardiging en -bijhouding moeten onder
staande factoren in ogenschouw worden genomen:
inhoud van het bestand;
gekozen opnametechniek;
dichtheid van topografische objecten;
complexiteit van objecten;
mutatiegraad;
gewenste actualiteit.
Inhoud van het bestand
Het spreekt vanzelf dat het aantal objectsoorten de
kosten beïnvloedt. Een magere kaartinhoud zal goed
koper zijn dan een uitgebreide. De kostenontwikkeling is
echter niet recht evenredig aan het aantal objectsoorten.
Een twee keer zo lange lijst van objecten brengt niet
zonder meer een twee keer zo dure kaart met zich mee.
Objecten komen immers niet overal in gelijke mate voor.
Verder geldt dat voorbereidende werkzaamheden zoals
verkenning van het terrein, grondslagmeting en ook reis
tijden er de oorzaak van zijn dat het meten van meer
objecten relatief goedkoop is. Betreft het echter mutatie-
gevoelige objecten, dan kan dit het bijhoudingsproces
verzwaren. Veel hangt af van wat gebruikers willen en of
men, door wat meer te meten, aanvullend meetwerk voor
komt. Dit laatste is uiteraard veel duurder, omdat het
voorbereidend werk dan wordt verdubbeld.
Gekozen opnametechniek
De gekozen opnametechniek hangt onder meer samen
met de gewenste nauwkeurigheid van de informatie en de
structuur van de gebouwde omgeving.
In dicht stedelijk gebied, waar de infrastructuur van
wegen, waterwegen, openbaar vervoer, ondergrondse
leidingen, enz. intensief is, waar moet worden gewoekerd
met ruimte en de grondprijs navenant hoog is, zal de
nauwkeurigheid vereisen dat opname plaatsvindt met
moderne tachymeters vanuit een vernieuwde grondslag;
de puntnauwkeurigheid is dan zeker binnen een deci
meter.
De nauwkeurigheid van luchtkartering is in een dergelijk
geval discutabel en heeft voorts het nadeel van wegval
lende informatie door dakoverstekken en schaduw bij
hoogbouw. Luchtkartering kan in stedelijk gebied echter
uitstekende, aanvullende informatie leveren, vooral „ach
ter de bouwblokken". Terrestrische opname is bovendien
slagvaardiger wanneer het gaat om de actualiteit en de
bijhouding. In meer open, landelijk gebied kan luchtkarte
ring een uitstekende oplossing zijn.
510
NGT GEODESIA 92 - 12