Digitale terreinmodellen Inleiding Inwinnen van DTM-basisgegevens door Prof. dr.-ing. H. Ebner, hoogleraar fotogrammetrie aan de Technische Universiteit München 1). SUMMARY Digital terrain models: present views and requirements Today, a digital terrain model (DTM) has to meet much higher requirements than a few years ago. This contribution mentions these requirements and shows how they can be fulfilled. Subsequently, new areas for the use of DTM are treated. The contemporary state-of-the-art is demonstrated by representative examples. Een digitaal terreinmodel (DTM) is een digitale beschrij ving van een model van het aardoppervlak. Meestal wordt de terreinhoogte z als functie van de x- en y-coördinaten in het projectievlak afgebeeld, waarbij meerdere perioden mogelijk zijn (z-, (x,y), z2(x,y), De ontwikkeling van DTM's begon ruim dertig jaar geleden [1], Thans worden digitale terreinmodellen voor grote gebieden opgebouwd en de toepassingen nemen steeds meer toe. Een nieuwe toepassing is de integratie van digitale terreinmodellen in geografische informatiesystemen, waardoor bevragingen en analyses mogelijk worden op grond van x-, y- en z- coördinaten. In het totale DTM-raamwerk zijn drie fasen te onderscheiden: inwinnen van de DTM-basisgegevens; opbouw en beheer van het digitale terreinmodel; afleiden van een grote verscheidenheid aan produk- ten uit het DTM. Het in toenemende mate inzetten van DTM's in onder andere de landmeetkunde, andere ingenieursdisciplines en aardwetenschappen, heeft in de afgelopen jaren ge leid tot duidelijk zwaardere eisen aan methoden en pro grammatuur. Met name betreft het: veelzijdigheid van de DTM-basisgegevens; flexibele gegevensstructuur; 1) Vertaling door M. P. J. van de Ven en M. J. P. M. Lemmens. 2) De voorbeelden zijn gebaseerd op een seminar van de leerstoel voor fotogrammetrie van de Technische Universiteit München (19 t/m 21 april 1989). beheer van DTM's, niet alleen projectsgewijs, maar ook landelijk, met een snelle toegang tot de gegevens; verificatie en correctie van de basisgegevens en het DTM; afleiden van produkten in vector- en rastervorm; gebruikersvriendelijkheid. Hier wordt nader ingegaan op bovenstaande eisen en de wijze waarop ze kunnen worden bereikt. Ter afsluiting worden nieuwe toepassingsgebieden van DTM's toege licht. De huidige stand van de techniek wordt verduidelijkt aan de hand van enige representatieve voorbeelden 2). Voor een toelichting op de integratie van digitale terrein modellen in geografische informatiesystemen wordt ver wezen naar [2] en [3]. De basisgegevens betreffen thans puntrasters, profielen, onregelmatig verdeelde hoogtepunten en hoogtelijnen. Op grond van geomorfologische informatie worden deze punten uitgebreid tot specifieke terreinvormen, zoals kanten, breuklijnen, heuvels, zadelpunten en dalen. Het inwinnen van basisgegevens geschiedt hoofdzakelijk fotogrammetrisch of door het digitaliseren van hoogte- lijnenkaarten. Daarnaast komen ook verschillende geo detische en andere meetmethoden in aanmerking, zoals echolodingen. De basisgegevens met bijbehorende meetmethoden lei den tot drie structuren puntraster met lijnen en individuele hoogtepunten; lijnen met individuele hoogtepunten; hoogtelijnen. Fig. 1. Rasterpunten verkregen uit een fotogrammetrische meting, onder toepas sing van progressive sampling", met daaraan toegevoegd lijnen en individuele punten. Fig. 2. DTM-structuur voor de meetgege vens van fig. 1. Fig. 3. Hoogtelijnen afgeleid uit het DTM van fig. 2. 10 NGT GEODESIA 93 - 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 12