[rrrl
INPARK OVERGENOMEN
Op 1 oktober 1992 heeft Fugro-McClelland
Irmark a"e aanc)slen van Inpark BV overgenomen.
Fugro-McClelland is gespecialiseerd in on
derzoek, analyse en interpretatie van gegevens over
bodem, water en lucht. Daardoor houdt het bedrijf zich
bezig met exacte plaatsbepaling en milieuproblematiek.
Inpark kan als onderdeel van deze groep optimaal de
mogelijkheden tot synergie benutten, maar zal als zelf
standige werkmaatschappij haar werkzaamheden blijven
voortzetten.
Inlichtingen: Inpark BV, telefoon 070-3170700.
EUOGIEUROPESE GIS-PARAPLU
Op initiatief van de EG-commissie DG XIII-E2 (informatie
technologie) te Luxemburg is een rapport uitgebracht
over de wenselijkheid van een Europese paraplu-organi
satie voor GIS. Aan het rapport is gewerkt door vier GIS-
experts, waaronder prof. dr. P. A. Burrough (RUU). Een
enquête leverde 46% respons op. De respondenten wil
len vooral communicatie en normalisatie. Men ziet de
komende European Umbrella Organization for Geogra
phical Information (EUOGI) vooral als aanvulling op be
staande organisaties voor specifieke doelgroepen.
Sinds juni 1992 claimt de Europese Divisie van AM/FM
International zo'n paraplu te zijn of te willen worden. Een
redactioneel commentaar van het tijdschrift „Mapping
Awareness GIS in Europe" bijvoorbeeld zet daar in het
nummer van 9 november 1992 diverse vraagtekens bij
(„its membership structure and thus its financial base
has, in eight years, managed only to produce a Montreux
Conference and an occasional newsletter").
NEDERLAND EN DUITSLAND RUILEN GROND
Nederland en Duitsland hebben formeel ongeveer 200
lapjes grond aan beide zijden van de gemeenschappe
lijke grens met elkaar geruild. Het gaat om ongeveer 10
hectare grond, vaak zeer kleine percelen. Er wonen geen
mensen. „Door de ruil is Nederland niet groter of kleiner
geworden", aldus het Algemeen Dagblad van 21 oktober
1992.
Elsevier van 14 november 1992 wist het beter:
Nederland wordt weer kleiner en Duitsland groter. Dat is
de consequentie van het onlangs getekende „Tweede
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Bondsrepubliek Duitsland inzake grenscorrecties". Ne
derland gaat er 9,0617 hectare op achteruit.
Ir. C. G. H. Geerts heeft het op een agendablaadje pre
cies uitgerekend. Duitsland krijgt er 18,7900 hectare bij,
Nederland 9,7283. Een streep eronder, het laatste getal
van het eerste aftrekken en je krijgt het netto resultaat:
Duitsland „wint" 9,0617 hectare. „Of ik daar een mening
over heb? Nee, dit is het resultaat van rationele over
wegingen. Wij zijn, het woord zegt het al, een technische
commissie".
Minister Van den Broek van Buitenlandse Zaken en de
Duitse ambassadeur in Nederland, Citron, tekenden on
langs een verdrag waarin Duitsland en Nederland over
eenkomen hun grenzen op achttien plaatsen „logischer"
te maken. Dat betekent in de praktijk dat er stukken en
stukjes grond van nationaliteit veranderen. Binnenkort,
wanneer is nog onbekend, moet het verdrag door de
Tweede Kamer worden geratificeerd.
Enigszins radeloze woordvoerders van de betrokken
ministeries („Niemand heeft iets leuks te vertellen"; „het
is allemaal hoogst onspectaculair") verwijzen naar een
ingenieur in Zwolle: ir. Geerts. In het dagelijks leven is hij
directeur van de Dienst van het Kadaster en de Openbare
Registers Directie Overijssel, maar hij is ook lid van de
twee Nederlands-Duitse commissies die zich bezighou
den met de grenscorrecties tussen beide landen: een
overkoepelend gezelschap („Bij de ondertekening zag ik
ze voor het eerst"), en een technische commissie die het
praktische werk doet.
Het huidige akkoord is de tweede correctie op het in 1960
gesloten Nederlands-Duitse grensverdrag. Geerts: „Het
wordt ongetwijfeld een hamerstuk". Desalniettemin is
aan het huidige verdrag twaalf jaar gewerkt. Meteen na
het vorige akkoord ging de, drie Duitsers en twee Neder
landers tellende, technische commissie aan de slag met
nieuwe, door de verschillende mensen in het veld gesig
naleerde problemen.
Een dagtaak is het voor de leden niet. Toch is er jaarlijks
zeker een handvol zittingen in zowel Nederland als Duits
land, waar de commissie uitgebreid over de problemen
discussieert. „Wat we moeten doen, is die problemen
oplossen. Onze taak is niet om ervoor te zorgen dat lan
den even groot blijven".
I WEGENER/ROBAS EN DE FOTOGRAFISCHE KAART
VAN NEDERLAND
Een volwassen jongensdroom
Het is allemaal erg snel gegaan met de jongensdroom
van Rob (Kersbergen) en Bas (Rompa). In 1986 opgericht
met het doel wat luchtfoto's en satellietfoto's te verkopen
op de publieksmarkt, werd het als postorderbedrijf op
gestart. Het werd een succes. Per regio werden de foto's
aangeboden en er bleek een geweldige belangstelling
voor een plaatje van eigen huis of omgeving.
Het Robasduo. Rob (links) en Bas (rechts) voor de Piper Navajo.
Een volgend project was de Historische Provincie-Atlas,
welke in samenwerking met het algemeen rijksarchief
werd uitgegeven, al snel gevolgd door de serie Provincie
Foto-Atlassen, samen met de Topografische Dienst, me
dio 1989 - 1990. Meer dan 120 000 exemplaren werden
verkocht. Uitgeverij Robas had zich ontwikkeld tot een
gespecialiseerde uitgeverij op het gebied van „omge
vingsinformatie".
18
NGT GEODESIA 93 - 1