nend voorbeeld is Joegoslavië, van waaruit een steeds grotere
stroom vluchtelingen naar landen in West-Europa op gang is geko
men ten gevolge van de burgeroorlog en de „etnische schoon
maak".
De derde stroom immigranten is afkomstig uit het oosten: Oost-
Europa en de voormalige Sovjet-Unie. Zij zoeken werk en een ver
betering van hun economische positie en worden in sterke mate aan
getrokken door de welvaart van Duitsland, waar men intern al voor
de enorme opgave staat de „neue Lander" (de voormalige DDR) te
transformeren en te schoeien op de leest van West-Duitsland.
De omvang van de immigratie naar West-Europa overtreft de recente
voorspellingen overal verre. Niets wijst erop dat deze immigratie een
tijdelijk verschijnsel is. De stromen zijn vooral gericht op de plurifor
me arbeidsmarkten van de grootstedelijke regio's. Hier zijn van
oudsher de woningtekorten geconcentreerd. De stedelijke woning
markt wordt door de toenemende immigratie onder een toenemende
druk gezet.
Van Nederlandse zijde leverden Jan Lambooy (Universiteit van
Amsterdam) en Cornells Schuyt (Rijksuniversiteit Utrecht) belang
rijke bijdragen aan het debat. Lambooy gaf een analyse van econo
mische veranderingen die uitwerken op het stedelijk systeem en bij
dragen aan stedelijke netwerkvorming. Hierbij speelt de economi
sche eenwording van de Europese Gemeenschap een belangrijke
rol. Naar verwachting zal hierdoor de concurrentie tussen steden en
regio's worden aangescherpt. Aan de ontwikkeling van Europese
infrastructuurnetwerken (zoals dat van hoge-snelheids-treinen) zal
een hoge prioriteit moeten worden gegeven.
Schuyt gaf een sociologische analyse en belichtte de groeiende
bipolariteit van de bevolking in de grote stad: een zich steeds sterker
profilerende „underclass" naast een categorie bewoners met een
sterke positie op de arbeidsmarkt. De traditionele middenklasse lijkt
de stad meer en meer te verlaten, waardoor in de grote steden de
sociale tegenstellingen toenemen. Het wordt één van de grootste
maatschappelijke en politieke opgaven voor de komende jaren om
deze tegenstelling in de stad te beheersen, segregatie te voorkomen
en de dreigende kloof tussen bevolkingsgroepen te overbruggen.
Herman van der Wusten, lid van de Programmacommissie Stede
lijke Netwerken en verbonden aan de Universiteit van Amsterdam,
gaf een overzicht van de resultaten van het programma Stedelijke
Netwerken. Vele tientallen onderzoeksrapporten zagen het licht,
eveneens tientallen artikelen in internationale, wetenschappelijke
tijdschriften, een aantal nationale en internationale conferenties en
tenslotte wordt een tiental proefschriften verwacht als resultante van
dit programma.
Ook voor de toekomst is er alle aanleiding om een hoge prioriteit te
geven aan stedelijk onderzoek. De Haagse conferentie maakte
duidelijk dat er thans ingrijpende internationale veranderingen
plaatsvinden, die hun sporen in het stedelijk systeem jarenlang
zullen nalaten. De plaats van de Randstad in deze dynamische om
geving zal daarbij opnieuw worden bepaald. De relaties binnen de
stad en de relaties tussen steden zullen naar verwachting ver
schuiven.
Belangrijke maatschappelijke en politieke vraagstukken zijn in het
geding. Het lijkt erop dat de Europese Commissie op deze proble
men zal inspelen door het opstellen van het vierde EG-kader-
programma voor wetenschappelijk onderzoek, waarin naar verwach
ting voor stedelijk en infrastructuuronderzoek een belangrijke rol zal
worden weggelegd. Zo bezien markeerde het congres „European
cities: growth and decline" niet alleen het einde van een onder
zoeksprogramma, maar bood het veel inspiratie bij de start van
nieuw stedelijk onderzoek op een programmatische basis.
prof. dr. ir. H. Priemus,
onderzoeksinstituut OTB, TU Delft.
OEEPE HEEFT AMBITIEUZE PLANNEN
De 81e bijeenkomst van de OEEPE, de Euro
pean Organization for Experimental Photogram-
metric Research, werd gehouden op 27, 28 en
29 oktober 1992 te Brussel. Zoals bekend is
deze organisatie gericht op het doen van re
search op fotogrammetrisch gebied op kosten
van en ten gunste van de aangesloten officiële nationale karterings-
instanties. Deze bijeenkomst geeft aanleiding tot de volgende alge
mene opmerkingen, alsmede tot het doen van enkele voorstellen.
De OEEPE staat aan de vooravond van zijn 40-jarig bestaan (1993)
bloot aan ernstige kritiek. Deze kritiek komt van de Scandinavische
landen, die per brief hebben laten weten de output als te gering te
beoordelen. Ter vergadering bleek merkwaardigerwijs dat de gedele
geerden uit deze landen het onderling oneens waren over deze
stellingname.
Hoe het ook zij, slecht is het nooit voor een gezelschap als de
OEEPE om kritisch te zijn op de eigen benefit-ratio".
De nieuwe voorzitter van de OEEPE, de bekende prof. Ackermann
uit Stuttgart, heeft een ambitieuze aanpak en een strikt zakelijke be
nadering van de research. Er moet gewerkt worden, en wie niet
werkt, wordt door hem aangepakt; alle output moet naar de zin zijn
van de nationale „mapping agencies", want daar wordt het allemaal
voor gedaan. Vandaar dat de relaties met de CERCO, waarin de
nationale „mapping agencies" zich hebben georganiseerd, langszij
wordt gehouden en als een zeer belangrijke gesprekspartner wordt
gezien.
Een punt van aandacht is, dat er geen research wordt gedaan dat
ook al gebeurt in het kader van de ISPRS, de International Society
for Photogrammetry and Remote Sensing. De vorige president van
de ISPRS, de Zweedse prof. K. Torlegard, is lid van de OEEPE en
houdt de afstemming in de gaten.
Onze eigen indruk van de OEEPE onder leiding van Ackermann is
voorhands positief. Ackermann's reputatie staat min of meer garant
voor output waar ook de Nederlandse instanties wat aan kunnen
hebben, en dat op een goedkope manier. De communicatie tussen
OEEPE (via de gedelegeerden Ligterink en Van der Molen) met deze
diensten is daarom van belang.
In dat licht bezien lijkt het aan te bevelen de in Nederland bestaande
steungroep OEEPE te activeren en voorts deelname te overwegen in
een aantal research-projecten, zoals de geschiktheid van GPS als
geometrische basis voor aerotriangulatie, Digital Aerotriangulation
Dataprocessing, digitale terreinmodellen, Large Scale Base and
Cadastral Mapping, Updating Digital Databases, geautomatiseerde
generalisatie, Quality Standards voor LIS/GIS.
prof. dr. ir. G. H. Ligterink
ir. P. van der Moten
VVL TE GAST BIJ SOKKIA
De buitenlandse reis van de VVL en de Deutsche Geodatentag in
Hamburg vielen dit jaar op dezelfde dagen. Voor Sokkia een reden
om de deelnemers aan de VVL-reis uit te nodigen op haar bedrijf, om
hetgeen dat tijdens de beurs door Sokkia werd tentoongesteld, te
demonstreren. Op 30 oktober 1992 stond dan ook de koffie klaar in
het sfeervolle onderkomen van Sokkia BV in Almere.
Na een welkomstwoord van A. Messing, in het goed geoutilleerde
Trainingscentre, volgde een uiteenzetting van de organisatie, de
geschiedenis en het toekomstbeeld van het bedrijf. Hierbij viel vooral
de strakke en nuchtere visie over een aantal zaken op, welke in een
modern en ruim ingericht pand een zeer positieve uitstraling gaf.
L. van Dijk hield een interessant betoog handelende over de instru
mentele ontwikkelingen bij Sokkia. Bijzondere aandacht was er voor
de wijze, waarop de zend- en ontvangstassen van de afstandmeter
zijn samengebracht met de horizontale as van de kijker. De combina
tie met de reflecterende meetmerkjes van het Monmos-systeem zal,
met name in de industriële bouw, een revolutie tot gevolg hebben,
gelet op de nauwkeurigheid en de tijdsduur van de metingen. Omdat
deze merkjes van tevoren kunnen worden geplaatst, zal de meting
door één persoon kunnen worden verricht. Het zal voor de bezuini
gingsfanatici een welkom zijn als meetploegen kunnen worden gere
duceerd tot eenmansploegen, maar voor detailmeting zal er in de
landmeetkundige wereld weinig animo zijn. De assistent met het
prisma is toch efficiënter in deze.
R. Scheffer gaf na de koffie een uiteenzetting over de logistieke
opzet van het bedrijf in het algemeen en van de Nederlandse vesti
ging in het bijzonder, daar Almere dienst doet als hoofdvestiging
voor heel Europa. De geheel geautomatiseerde verwerking van
NGT GEODESIA 93 - 1
27