Themanummer zwaartekracht; Soorten zwaartekrachtinformatie Zwaartekracht in Nederland door ir. E. J. de Min, werkzaam bij de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft. SUMMARY Special issue on gravity This introduction to the special issue on gravity gives a brief overview of the purpose of gravity measurements. Then the situation in the Netherlands concerning available data and networks and some expectations for the future are sketched. It is meant as an introduction to the three remaining articles in this volume which respectively treat in more detail the principles of gravity, absolute gravity measurements and relative gravity measurements. Gebruiksdoeleinden van zwaartekracht informatie In het verleden, toen de zwaartekracht nog niet zo nauw keurig kon worden gemeten als tegenwoordig, waren het met name de oliemaatschappijen die zwaartekracht informatie gebruikten. Verstoringen in de dichtheid van onderliggende lagen, die zouden kunnen worden veroor zaakt door de aanwezigheid van olie of gas, konden door zwaartekrachtmetingen worden bepaald. Tegenwoordig gebruikt men met name seismische technieken om olie en gas op te sporen, maar zwaartekracht wordt nog wel gebruikt als controle op de seismische metingen. Het komt voor dat de interpretatie van de seismische metin gen drastisch moet worden aangepast door een conflict met de zwaartekrachtgegevens. Bovendien is gravimetrie veel goedkoper om een eerste inventarisatie in een nieuw gebied te doen. De geoïde is het equipotentiaalvlak op gemiddeld zee niveau. Dit vlak geeft aan naar welke kant het water stroomt. Het Nederlandse NAP-vlak is evenwijdig aan de geoïde. Om de geoïde te bepalen, is zwaartekracht informatie nodig op het gehele aardoppervlak. Vooral in Nederland en Europa moeten deze gegevens heel nauw- Anomaiieënkaart van de zwaartekracht in Nederland. keurig en met een hoge ruimtelijke dichtheid bekend zijn om de geoïde nauwkeurig te kunnen uitrekenen. Wanneer de bodem beweegt, zal ook de zwaartekracht 46 veranderen. Dit zijn doorgaans echter heel kleine veran deringen. Met de kennis dat de bodem in Nederland be weegt en dat bovendien de zeespiegel rijst, kan gravi metrie een belangrijke bijdrage leveren aan het meten van deze veranderingen. Tenslotte is er nog een toepassing van zwaartekracht metingen die voor Nederland minder belangrijk is, maar voor bergachtig gebied wel. Waterpasmetingen krijgen een correctie op basis van de zwaartekracht om werke lijke hoogten te krijgen boven de geoïde. Voor gebieden met veel topografie en/of grote zwaartekrachtverande ringen zijn deze correcties significant. Voor Nederland worden ze verwaarloosd. Afhankelijk van de gewenste toepassing is een bepaald soort zwaartekrachtinformatie gewenst. Bij olie- of gas winning is vaak een lokaal gebied interessant. Via profie len van zwaartekrachtmetingen met puntafstanden van 250 meter kan een goede indruk worden verkregen van verstoringen in de massadichtheid. Men is meestal geïn teresseerd in zwaartekrachtverschillen binnen dit gebied. Om bodembeweging te kunnen meten, zijn absolute zwaartekrachtwaarden nodig. Als deze veranderen in de tijd, wijst dit op een dichtheidsverandering en/of bewe ging van de bodem. Voor de berekening van de geoïde zijn absolute zwaarte krachtwaarden nodig. Omdat relatieve zwaartekracht metingen veel goedkoper zijn en veel sneller kunnen worden uitgevoerd, worden dichte netwerken gemeten met relatieve gravimeters. Deze netwerken worden aan gesloten op enkele punten die zijn bepaald met een abso lute gravimeter. De absolute punten dienen dus als basis voor alle overige netwerken. Ook is informatie nodig over de zwaartekracht op zee. Immers, de zwaartekracht over het gehele aardoppervlak is nodig om de geoïde in één punt te kunnen uitrekenen. Voor de correctie aan waterpasmetingen zijn alleen zwaartekrachtverschillen (dus relatieve metingen) nodig. Momenteel zijn in Nederland verschillende bestanden beschikbaar. Bij de Atlas van Nederland [1] uit de jaren '70 behoort ook een kaart waarin het zwaartekrachtsveld binnen Nederland wordt weergegeven. De metingen die hebben gediend als basis van deze kaart, zijn door de BPM (thans Shell) gemeten in de jaren '40 en begin '50. Bij de TU Delft zijn uit deze kaart gemiddelde zwaarte krachtwaarden bepaald voor gebiedjes van 5x5 km2. Deze waarden zijn in 1985 gebruikt, in combinatie met NGT GEODESIA 93 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 2