publikaties de overheid zelf zijn). Hij noemde als reden dat dan de baten van het openbaar bezit maximaal zijn (,,the power is in the hands of the consumer"). Hij zag informatie als het zaad uit de bijbelse gelijkenis vogels pikken het weg, op rotsen groeit er niets, maar op goede gronden zijn er honderdvoudige economische vruchten I Het TIGER- bestand van de volkstelling van 1990 (schaalniveau 1 100 000) is voor 250 op cd-rom te koop en bij zeker 140 bedrijven in gebruik. Zo ontstond een nieuwsbrief met conversieprogramma's van ge bruikers. Curieus was ook zijn praktische informatie over directe besparingen. Zijn dienst maakte in 1980 met 1200 man 250 000 verschillende kaarten 72/kaart) en in 1990 met 200 man 2 000 000 verschillende kaarten 3/kaart). In Europa zag hij de zotheid van hogere prijzen voor informatie in digitale vorm. Moet het duurder worden voor de klant, omdat de producent efficiënter gaat werken Broome was ook voorzitter van een levendige, internationale work shop over de lastige vraag Geographic Information, Who will use it, how much will it cost Hoe dan ookde door kostendekkendheid geplaagde Engelse vakbroeders zijn jaloers op de informatiepolitiek in de VS. (AGI-voorzitter G. Singh schreef onlangs samen met M. Blakemore het boek Cost-Recovery Charging for Government Infor mation. A false Economy?", kosten 17.62 pond.) In de workshop onderscheidde N. Smith (CERCO) zeker 50 Euro pese „nationale karteringsinstituten" met alle mogelijke verschillen. Hij telde bijvoorbeeld de Duitse deelstaten apart. R. Wood (Military Survey) zag defensie als het voorbeeld van Euro pese samenwerking in standaardisatie en uitwisseling. Een ander wees op de hydrografie als succesvol voorbeeld. Van de eigenlijke congreslezingen in proceedings beschikbaar kan hier maar een selectie worden aangestipt. D. Rhind van de Ordnance Survey had in zijn beleidsplan voor de komende jaren een tabelletje over de kosten(dekkendheid) van natio nale karteringsinstituten. In Engeland zou men op 64% zitten en in Nederland op 24%. (De aangehouden kosten zijn respectievelijk 100 en 7m ECU.) R. Waters (Modulo 4 Internationaal) sprak onder de titelKilling the 'G' in GIS/". Zijn betoog was dat er vaak sprake is van te veel geo grafie en te weinig informatie. Bij digitaal karteren was er sprake van een grote G (Gis), de latere trend naar meer geïntegreerde ruimtelij ke informatie is naar een kleine g (gIS). Veel GIS-projecten voldoen volgens hem niet aan de hoge verwachtingen, omdat er geen ge bruik is gemaakt van de beproefde methoden uit de informatica. B. M. Gittings (RRL Scotland) sprak over ,,Turbo-charging your GIS: dealing with performance issues". GIS wordt niet langer alleen voor kleinschalige studies met weinig megabytes benut, maar toene mend ook in organisatiebrede informatievoorziening. Het „per formance-profile" wordt echter slecht ondersteund. Verkopers letten daar nog minder op dan op functionaliteit. Met de huidige generatie programmatuur lijkt de I/O meer de flessehals dan de rekentijd. Parallellisatie van GIS-algoritmen voor analyses lost dat wel op. M. Sowton (AGI) sprak over het actuele onderwerp van de Europese standaardisatie en somde de „standards cocktail" op. De komende familie van standaarden van CEN/TC287 (digitale geografische infor matie) zag hij als objectieve normen in tegenstelling tot de digitale wegennetten van CEN/TC278 (autonavigatie). P. Woodsford (Laserscan) sprak vanuit zijn decennialange ervaring over raster/vector-conversie. Hij waarschuwde dat een structuur van vectoren alleen een meerwaarde heeft ten opzichte van raster als er sprake is van „clean vector geometry", dat wil zeggen geclassi ficeerd en meestal ook gegeneraliseerd. Superimpositie van resul taten van het vectoriseren over het rasterbeeld is een aspect van kwaliteitscontrole. Interessant was ook de voordracht van M. J. Clark (Universiteit Southampton) over de gevolgen van diverse scenario's van zee spiegelrijzing voor de zuidkust van Engeland. Om de economische gevolgen te berekenen, vond integratie van gegevens uit tal van bronnen plaats. J. C. Hartley (British Gas) sprak over „inter utility exchange of elec tronic map based records". De uitwisseling beperkt zich niet tot nuts bedrijven in enge zin: ook de „highway authority" is een instantie waarmee op verzoek informatie-uitwisseling inzake kabels en leidin gen plaatsvindt, nu op papier en microfilm, straks elektronisch. N. Stewart (Universiteit Edinburgh) sprak over Spatial analysis in GIS: value added or vapour?". Op basis van een enquête werd een rapport gemaakt, waaruit zijn conclusie was dat GIS-ontwikkelaars graag ruimtelijke analysefuncties toevoegen en zich daarbij onvol doende afvragen wat de gebruikers willen. GIS zou een (incomplete!) gereedschapskist blijven. Al met al was er sprake van een nationaal congres met internationale allure. Adri den Boer Door de Deutsche Geodatische Kommission bei der Bayerischen Akademie der Wissenschaften zijn de volgende verslagen ver schenen Reihe A (Theoretische Geodesie) Heft 107: Relat/vistic motion of gyroscopes and space gradio- metry, E. Gill, M. Soffel, H. Ruder en M. Schneider. ISBN 3 7696 8189 4. Reihe B (Toegepaste Geodesie): Heft 297: Introduction of absolute gravimetric techniques into a high-precision gravity and vertical control system in Northern Ice land, W. Torge, T. Grote, R. H. Röder, M. Schniill en H. G. Wenzel. ISBN 3 7696 8581 4. Reihe C (Dissertaties) Heft 369: Raumbezogene Informationssysteme und digitale Ge- landemodelle, D. Fritsch. ISBN 3 7696 9416 3; Heft 373: Zur Systematisierung der Seilnetzberechnung und zur Optimierung von Seilnetzen, J. Bahndorf. ISBN 3 7696 9420 1; Heft 374: Modelle und Algorithmen fdr das Facetten-Stereo- sehen, M. Weisensee. ISBN 3 7696 9421 X; Heft 379: Eine approximative Lösung der fixen gravimetrischen Randwertaufgabe im tnnen- undAuBenraum der Erde, J. Engels. ISBN 3 7696 9425 2; Heft 380: Ein Verfahren zur Rekonstruktion von dreidimensiona- len Objektmodellen aus digitalen B/lddaten, B. Straub. ISBN 3 7696 9426 0; Heft 381Interaktiver Aufbau hochqualitativer digitaler Gelande- modelle an photogrammetrischen Stereosystemen, W. Rein- hardt. ISBN 3 7696 9427 9; Heft 382: Lösung des fixen geodatischen Randwertproblems mit Hilfe der Randelementmethode, R. Klees. ISBN 3 7696 9428 7; Heft 383: Analyse von Lasermessungen zum Mond im Rahmen einer post-Newton'schen Theorie, J. Muller. ISBN 3 7696 9429 5. Heft 384: Ephemeridenrechnung und Bahnbestimmung geosta- tionarer Satelliten mit Hiife der Taylorreihenintegration, O. Mon- tenbruck. ISBN 3 7696 9430 9; Heft 385: Eine analytische Lösung kanonischer Gleichungen der geodatischen Linie zur Transformation el/ipsoidischer Flachen- koordinaten, J. Klotz. ISBN 3 7696 9431 7; Heft 386: Wissensgestützte digitale Bi/dkoordinatenmessung In aberrationsbehafteten MeBbildern, A. Meid. ISBN 3 7696 9432 5; Heft 388: Zur Datumsfestlegung und Short-Arc Bahnverbesse- 76 NGT GEODESIA 93 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 32