Vergelijking digitaliseren en interactief vectoriseren Fig. 6. Kaart in houd blad K10. Het interactief vectoriseren van het rasterbestand komt neer op het volgen van de logische stappen, zoals deze ook bij digitaliseren worden gebruikt. Dit betekent dat eerst lange doorgaande lijnen worden gevectoriseerd en pas daarna de tussenliggende korte lijnen. Hierdoor kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid tot het „snappen" naar bestaande vectoren, zodat een perfecte aansluiting ontstaat. Vectoriseren van losstaande bebouwing kan op elk wille keurig moment in het proces plaatsvinden. Bij bebouwing die met de gevel op een perceelsgrens ligt, is dit echter niet mogelijk. Indien perceelsgrenzen moeten aansluiten aan de bebouwing, moet de bebouwing als eerste worden gevectoriseerd. Indien de bebouwing echter perfect op de rechte perceelgrenzen moet komen te liggen, zonder dat daar ter plaatse een tussenpunt in de perceellijn zit, moet de bebouwing als laatste worden gevectoriseerd. Nadat het lijnenbeeld is gevectoriseerd, kunnen teksten en symbolen worden geplaatst. Dit is bijzonder een voudig, omdat het rasterbeeld zichtbaar is tijdens het plaatsen. Door een kritische kijk op de gebruikte parameter instelling kan een snelle werkmethodiek worden bereikt. Voor verdere versnelling is het bouwen van kleine een voudige macro's vaak al voldoende, alhoewel een volle dige programmeertaal ter beschikking staat voor het aanvullen van de functionaliteit. De essentie van de snelheidswinst met interactief vectoriseren is het beperken van het aantal operator-handelingen, terwijl toch het hele vectorisatieproces onder controle is. Na het vectoriseren is de kaartinhoud compleet (fig. 6). In de produktie bij Heidemij wordt het resultaat dan gecon verteerd naar MicroStation, het platform voor de reguliere produktie waarmee de proefplots worden vervaardigd. In het CAD-bestand zitten geen squaringcodes, maar dit hoeft geen bezwaar te zijn. Indien gewenst kunnen met een eigen MicroStation MDL-routine in één keer alle ge bouwen rechthoekig worden gemaakt. Een nadeel is dan, dat hiermee de zorgvuldig opgebouwde geometrische relaties met de perceelgrenzen verloren kunnen gaan. NGT GEODESIA 93 - 3 Met behulp van het pakket Geocad kan het bestand worden getransformeerd naar de gewenste coördinaten. Ook biedt het de mogelijkheid om het bestand te structu reren en te converteren naar het gewenste formaat van aflevering. Het meest bepalend voor de toepasbaarheid van inter actief vectoriseren is de kaartinhoud. Bij kaarten met een geringe inhoud loont het niet de moeite om te scannen, bij zeer drukke kaarten echter, waar verschillende soor ten lijnen door elkaar lopen, zijn er zoveel beslispunten, dat interactief vectoriseren toch weer arbeidsintensief wordt. Voor interactief vectoriseren zijn kaarten met doorgaande, weinig doorsneden, kronkelige lijnen het meest geschikt (zoals hoogtelijnenkaarten). Hier moeten immers voor een goede weergave veel punten per lijn worden gedigitaliseerd. De eerste proeven die zijn uitgevoerd met CADCore versie 3.0, betroffen leidingenkaarten. Onwennigheid met het proces en eigenaardigheden van de programmatuur zorgden ervoor dat meer tijd nodig was voor het vecto riseren dan voor blind digitaliseren. Daarnaast was ook 3213 3215 3220 3216 ,3217 3221 3233 3225 Fig". 7. Deel vectorresultaat blad K10. 117

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 17