want die is voor heel Zeeland al gegarandeerd. Boven dien hebben ze daar sinds kort een Provinciaal Overleg Vastgoed (POV). Op 4 februari 1993 werd dat overleg met enige luister geïnstalleerd door de gedeputeerde, mevrouw L. Neder- hoed-Zijlstra. Ze wist veel van landmeetkunde af, want een paar jaar geleden had ze leerling-landmeters van ,,een of andere school" (zomerkamp van de TU Delft) in de tuin gehad om te meten. Ze hadden met elkaar steeds veel plezier, maar het meten leek weinig op het geauto matiseerde vastgoedbeheer wat ze in haar provinciale arbeid was tegengekomen. Daarom vroeg ze de vrolijke meetploeg op de koffie en confronteerde die met de vraag of ze op deze manier wilden proberen heel Nederland in kaart te brengen. Ze kreeg een duidelijk antwoord: Nee mevrouw, daarvoor kennen we andere en betere metho den; alles gaat daarbij digitaal, dat hebben we ook geleerd, maar hier doen we het op de ouderwetse manier en alleen maar voor de lol. De gedeputeerde was gerust gesteld, want lol hebben mag. Over de digitale vastgoedsituatie in Zeeland memoreerde zij het bestaan van een PKC (Provinciale Karterings Commissie), een stuurgroep GBKN en het IOV (Inter gemeentelijk Overleg Vastgoed), maar propageerde toch een nieuw, allesomvattend overlegorgaan waarin alle instanties die zich met automatisering van vastgoed informatie bezighouden, worden betrokken. We weten allemaal al een heleboel en vaak tot op centi meters nauwkeurig, maar van elkaar weten we maar heel weinig", sprak ze, ,,door uitwisselen van ervaring kunnen we een verlengstuk van elkaar worden en voorkomen dat we dingen dubbel doen". Uitwisselingsbehoefte Hoe groot de behoefte aan uitwisseling in de praktijk is, bleek uit de toespraken van twee grote vastgoedgebrui kers: de waterschappen en de nutsbedrijven. Ir. P. Stoter, directeur van de Delta Nutsbedrijven, me moreerde de moeizame totstandkoming van de GBKN. Juist daar blijkt de grote behoefte aan uitwisseling en het spreken van dezelfde taal. Het maatschappelijk belang van het goed registreren van datgene wat een vaste plaats op of onder het aardoppervlak heeft, is ongekend groot en wat Stoter betreft geldt dat zeker ook voor de kabels en leidingen. Maar hij pleitte ervoor dat de uit te wisselen gegevens van goede kwaliteit zijn en uniform. Door samenwerking kan een kwaliteitsverbetering en kostenverlaging worden bereikt en dat is in het belang van de burger. Aan een PPP-constructie heeft hij echter geen enkele behoefte. In het nu geïnstalleerde provin ciaal vastgoedoverleg ziet hij meer heil. Van waterschapszijde was het W. Gosselaar, dijkgraaf van het Waterschap ,,De drie ambachten", die ervoor pleitte niet allemaal apart opnieuw het wiel te gaan uit vinden. Na een respectabele opsomming waarmee een waterschap zoal behoefte aan uitwisseling kent, gunde hij de aanwezigen een voorlopige inzage in het binnenkort uitkomende beleidsplan van de Unie van Waterschap pen. Hierin staan al zoveel aanwijzingen voor het op zetten van uitwisselingsmethoden, systemen en forma ten, dat het wellicht een (deel)handleiding kan zijn voor het functioneren van het nieuwe provinciale overleg orgaan. De waterschappen zijn momenteel wel vertegenwoordigd in het IOV (de naam Inte^gemeentelijk stoort ze daarbij niet), maar dat er grote behoefte is aan een bredere uit wisseling, staat voor Gosselaar als een paal boven het water(schap). Maatwerk Namens de grootste vastgoedinformant, het Kadaster, wees mr. A. Faas erop dat de ontwikkeling erg snel gaat en elke organisatie bezig is zijn eigen vastgoedsysteem te kiezen. Omdat er een grote keuze is, vinden we een grote mate van verscheidenheid. Daar hebben we nu eenmaal mee te maken en daar zullen we op moeten in spelen. Daarom kunnen we geen confectie leveren, maar moet het maatwerk worden. Gemeenschappelijk overleg kan het vervaardigen van maatwerk bevorderen, maar het overleg dat nu is ge ïnstalleerd, is pas een begin, waarschuwde Faas. Het bewijst dat de wil tot samenwerken aanwezig is en dat geeft hem niet alleen voldoening, maar ook een steun in de kadastrale rug. Het Kadaster zal in ieder geval zijn best doen het vereiste maatwerk te leveren. In de informele wandelgangen van het fraaie provincie huis konden de deelnemers zich na afloop te goed doen aan wat provinciaal maatwerk in vloeibare en vaste vorm. Over een jaar mogen ze allemaal weer terugkomen bij de gedeputeerde om af te rekenen op het eerste resultaat. Theo Scheele DIGITALE TERREINMODELLEN In het artikel van Prof. dr.-ing. H. Ebner (NGT Geodesia 1993 no. 1) is uitvoerig ingegaan op de principes van digi tale terreinmodellen. De toepassing van dit soort reken modellen werd geïllustreerd aan de hand van een aantal produktvoorbeelden. De produkten zijn gemaakt met het programmapakket HIFI-88, een ontwikkeling van de Technische Universiteit München. Inmiddels heeft de firma Hansa Luftbild GmbH te Münster (Duitsland) een contract afgesloten met de TU München. Hierdoor heeft Hansa Luftbild de rechten verworven om het programmapakket te commercialiseren en te distri bueren, verder te ontwikkelen en service te verlenen naar gebruikers. Informatie: Hansa Luftbild Nederland, ing. M. Wijn- gaarde, telefoon 020 - 6480460. NGT GEODESIA 93 - 3 125

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 25