Zelfs voetpaden [voor auto's]
Snelle resultaten zijn gewenst, hetgeen ook door het
volgende wordt geïllustreerd.
Hiervoor is al gesteld dat er sprake is van een voortdu
rende innovatie van de digitale grootschalige topografie.
Op dit moment spelen allerlei belangrijke ontwikkelingen,
zoals de ontwikkeling van lijn-georiënteerde bestanden
naar de mogelijkheid tot samenstelling tot vlakken, de
mogelijkheid tot het leggen van relaties met administra
tieve informatie en de opbouw van 3D-bestanden. Onge
twijfeld zullen lezers in gedachten nog andere voorbeel
den kunnen toevoegen. Waar het hier om gaat, is vooral
aan te geven dat de ontwikkelingen niet stilstaan. Voor
waarde om hiervan maximaal profijt te trekken, is over
eenstemming te bereiken over een eenduidige produkt-
specificatie in het kader van de huidige samenwerking.
Landelijke ondersteuning
Bij de uitwerking van de gemaakte afspraken speelt het
al eerder genoemde landelijke samenwerkingsverband in
de vorm van een stichting een belangrijke rol. Hierin parti
ciperen nu EnergieNed, Kadaster, PTT Telecom, VEWIN
en VNG. Op dit moment is er één vertegenwoordiger van
potentiële structurele gebruikers, die overweegt toe te
treden tot het landelijke samenwerkingsverbandde Unie
van Waterschappen. Deze beschikt over een tijdelijke
waarnemerszetel. Dit waarnemerschap is niet vrijblij
vend. Het dient na verloop van tijd te worden omgezet in
een volwaardig lidmaatschap onder accordering van de
gemaakte afspraken dan wel uittreding.
Het landelijke samenwerkingsverband heeft een stimu
lerende en coördinerende rol. Deze rol is vooral van
belang voor de vorming van regionale samenwerkings
verbanden. Ten eerste is geen partij aangewezen, die het
voortouw moet nemen bij de vorming van regionale sa
menwerkingsverbanden. Het landelijke samenwerkings
verband zal daarom tijdens de komende periode belang
hebbenden in elke regio consulteren. Per regio zal dan
worden bezien hoe het beste de vorming kan worden
opgestart op basis van landelijk ontwikkelde modellen.
De snelle ontwikkeling van deze modellen is noodzakelijk
om met succes andere vervolgactiviteiten, zoals de ont
wikkeling van modelbestekken, te implementeren. Dit
geeft tevens het tweede belang aan, dat het weinig doel
matig is elke regio zelf het wiel te laten uitvinden.
Aanbevelingen
Tot slot kan worden vastgesteld dat met het verdwijnen
van de rijksoverheid als subsidiënt, en daarmee de
kadastrale rol als hoofdaannemer, de relaties tussen
belanghebbenden zijn verzakelijkt. Deze verzakelijking is
mogelijk door een duidelijker confrontatie van vraag en
aanbod. Dit komt herhaaldelijk tot uitdrukking in de raam
overeenkomst. Ofschoon de rijkssubsidie wordt gemist, is
in de raamovereenkomst via raamafspraken de basis
gelegd voor een meer efficiënte en effectieve samen
werking. Dit leidt tot een drietal aanbevelingen aan ach
tereenvolgens alle betrokkenen, de gemeenten en het
landelijke samenwerkingsverband.
Voor alle betrokkenen is van belang dat vanwege de aard
van de gemaakte afspraken de samenwerking in de
praktijk alleen maar kan slagen, wanneer een ieder zich
consciëntieus houdt aan alle gemaakte afspraken.
Voor de gemeenten is van belang, dat zij snel een be
wuste keuze maken om wel of niet gebruik te maken van
het voorkeursrecht in het kader van de bestuurlijke ver
antwoordelijkheidsverdeling omtrent het informatiebe
heer. Idealiter kunnen zij de vraag beantwoorden, op het
moment dat deze hen wordt gesteld.
De totstandkoming van de regionale samenwerkings
verbanden moet niet te lang op zich laten wachten.
Omdat van geen enkele belanghebbende kan worden
verwacht hierin het voortouw te nemen, leidt dit tot de
aanbeveling dat het landelijke samenwerkingsverband
zich de komende periode extra actief betoont op dit punt.
Niemand is gediend met langdurig en intensief overleg
per afzonderlijke regio over de vorming van samen
werkingsverbanden. Nu is in wezen nog steeds sprake
van een overgangssituatie. In enkele provincies wordt
gepraat over de nieuwe samenwerkingsopzet, terwijl het
in andere niet of nauwelijks speelt. Intussen gaan direct
betrokkenen in hun acute behoefte over kaartmateriaal te
beschikken, allerlei ad hoc-samenwerkingsrelaties aan.
Het voorjaar breekt weer aan. Vliegen is mooi maar
nu is het moment daar om structurele afspraken te maken
voor het heden en de toekomst. Allen hebben daar
belang bij.
,,De boordcomputer voor de auto heeft al z'n intrede
gedaan. Je typt je bestemmingsadres in, en de boord
computer wijst je feilloos de weg. Je ziet je eigen
positie op een kaartje en volgt de richting die de com
puter aangeeft. De verplaatsing van de auto wordt
gemeten met sensoren in de wielen en met een mag
netisch kompas in de achterruit. In de toekomst komt
daar satellietplaatsbepaling bij.
De boordcomputer, die in de toekomst nog geavan
ceerder zal zijn en bövendien vaker zal worden toege
past, werkt met een CD als computergeheugen de
zogenaamde CD-ROM. Op één CD-ROM staan èlle
wegen en zelfs voetpaden van Nederland. Wegen die
nog moeten worden aangelegd, zijn onderscheidend
aangegeven".
(Uit: Chriet Titulaer, Over de auto en
de toekomst, BOVAG/RAI 1993)
164 NGT GEODESIA 93 - 4