schadevergoeding uit onrechtmatige daad vordert, wan
neer als gevolg van ingrepen door de watereigenaar,
meestal zal dit een overheidsingrijpen zijn, de oevers
overstromen.
In artikel 30 is als één der uitzonderingen op artikel 29
beschreven de mogelijkheid voor de eigenaren tot vast
legging van de grens tussen land en water, de zoge
naamde oeverlijn. Is deze oeverlijn vastgelegd, dan
wijzigt de grens niet meer, tenzij de eigenaren van land
en water anders bepalen of tenzij de rechter anders be
paalt op vordering van één hunner.
Indien bij de vastlegging niet de werkelijke eigenaar,
maar iemand die als zodanig in de openbare registers is
ingeschreven, partij is geweest, is bovenstaande ook van
toepassing, tenzij de werkelijke eigenaar zich, alvorens
de akte of het vonnis wordt ingeschreven, daartegen
verzet.
Hier doet zich derhalve de bijzonderheid voor dat aan de
kadastrale registers een positieve werking wordt toe
gekend, althans voor zover partijen bij het Kadaster als
eigenaren bekend zijn.
In dit artikel wordt niet aangegeven op welke wijze be
kendheid wordt gegeven aan het bestaan van een akte of
vonnis. In het overleg van de vaste Commissie voor Justi
tie uit de Tweede Kamer met de Minister van Justitie is dit
ook aan de orde gesteld. Naast opmerkingen van de
minister dat de artikelen 31 en 32 voldoende waarborgen
bieden om te voorkomen dat de belangen van de werke
lijke eigenaar zullen worden geschaad, merkte hij als
eerste op dat de werkelijke eigenaar kan voorkomen dat
grensvaststelling buiten hem om geschiedt door zijn ver
krijging in de openbare registers te laten inschrijven. Een
uiteraard terechte opmerking, maar helaas wijst de
praktijk veelal anders uit, zeker wanneer het bijvoorbeeld
een als hier aan de orde zijnd, tamelijk onbekend, recht
betreft.
Een dergelijke regeling tot vastlegging van de grens
tussen land en water ontbrak in het BW. De praktische
oplossing die men hiervoor heeft gevonden, waren de
reeds eerder genoemde delimitatiecontracten die, hoe
wel de wet deze niet kende, eveneens erkenning hebben
gevonden in de jurisprudentie.
Verder bereikte de Staat een zelfde doel als met behulp
van deze contracten via aankoop van het recht van aan
was, eventueel gecombineerd met de aankoop van
oeverpercelen of buitendijkse gronden. Met name in de
provincie Zeeland is dit laatste op grote schaal toegepast.
Artikel 30 wordt verder uitgewerkt in de artikelen 31 en
32.
In artikel 31 wordt de vastlegging door de eigenaren bij
notariële akte geregeld. Ten aanzien van derden heeft de
grensvastlegging door de eigenaren in ieder geval het
gevolg dat de aanwas- en afslagregel van artikel 29
buiten werking wordt gesteld, ook indien bij de vastleg
ging de oeverlijn niet geheel wordt gevolgd. Inschrijving
van deze akte in de openbare registers zal moeten plaats
vinden binnen veertien dagen na het verlijden van de
akte. Een sanctie op het niet-nakomen van deze termijn
wordt in de wet niet gegeven. Dit niet-voldoen aan de
termijn zal derhalve betekenen dat de aanwas- en afslag-
regel van artikel 29 van kracht blijft.
Verder is de bewaarder bevoegd, dus niet verplicht, van
de inschrijving kennis te geven aan een ieder die als
rechthebbende of beslaglegger staat ingeschreven. Arti
kel 29 zegt dat de vastlegging voor een ieder bindend is.
NGT GEODESIA 93 4
Het feit zou zich echter kunnen voordoen dat partijen bij
de vastlegging zijn afgeweken van de op dat moment
bestaande oeverlijn. Derden die bepaalde rechten heb
ben op het land of het water kunnen, indien zij door af
wijkingen worden benadeeld, vanaf het moment van de
inschrijving van de akte hun rechten op de oorspronke
lijke oeverlijn doen gelden.
Óm geen problemen te krijgen bij het eventuele bewijzen
omtrent de loop van de oeverlijn ten tijde van het op
maken van de akte, zal het tijdverloop een cruciale rol
kunnen spelen.
Om problemen in de toekomst te voorkomen, is het der
halve raadzaam de medewerking van eventuele derden
aan het opmaken van een akte van grensvastlegging te
verkrijgen of de weg te kiezen die artikel 32 geeft.
Zelfs de regeringscommissaris was overtuigd van de kwaliteit van
huidige landmeetkundige technieken.
In artikel 32 wordt de vastlegging bij rechterlijke uit
spraak behandeld. Deze wijze van vastlegging heeft een
verdergaande werking jegens derden dan de vastlegging
bij akte. Hier wordt niet alleen de aanwas- en afslag
regeling van artikel 29 buiten werking gesteld, maar ook
de loop van de grens volgens de in het vonnis vastge
stelde oeverlijn voor een ieder bindend vastgesteld.
Om de belangen van derden niet te benadelen, moeten
allen die als rechthebbende of beslaglegger in de regis
ters zijn ingeschreven, in het geding voor de rechter
worden opgeroepen, zodat zij hun zienswijze over de loop
van de oeverlijn kunnen geven.
Verder kan de rechter bewijsopdrachten geven, die hij in
het belang van niet-verschenen belanghebbenden nuttig
oordeelt. Dwingend is voorgeschreven dat het instellen
van de vordering tot grensvaststelling moet worden inge
schreven in de openbare registers. De grensvaststelling
moet dan ook steeds gebeuren ten tijde van die in
schrijving.
Verder mag de rechter niet van de oeverlijn, bestaande
ten tijde van de inschrijving van de vordering, afwijken.
Doet hij dit wel, dan zou dit een ander rechtsgevolg impli
ceren, namelijk de overgang van perceelsgedeelten.
Het door de rechter gewezen vonnis geldt voor een ieder
vanaf het tijdstip dat dit wordt ingeschreven in de open
bare registers. Tegen de uitspraak van de rechter staan
de rechtsmiddelen verzet, hoger beroep en cassatie
open. De termijn voor het instellen van een rechtsmiddel
is uiterst kort, namelijk acht dagen.
In artikel 33 worden nadere regelingen gegeven in het
geval zich de oeverlijn verplaatst. Van belang hierbij is of
al dan niet grensvastlegging heeft plaatsgevonden. In
dien dit niet het geval is, is uiteraard artikel 29 van toe-
167