Fotogrammetrie, goed in vorm!
Inleiding
Terugblik
door prof. dr. ir. G. H. Ligterink, emeritus hoogleraar Fotogrammetrie en Remote Sensing
aan de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft.
SUMMARY
Photogrammetry, well in shape I
This valedictory lecture, held on November 4th, 1992 coveres two parts. First a short review is given of the
developments in photogrammetry since the fifties with special attention to radial triangulation, aerial
triangulation with independent models, bundle adjustment and the conversion of analogue/analytical
photogrammetry. The second part covers some developments in photogrammetry and remote sensing.
Photographs are more and more replaced by digital images which give new possibilities of automation in
photogrammetric measurements and image interpretation. Some research projects of the laboratory are
discussed by illustration.
Een afscheidscollege is bij uitstek de gelegenheid om
een terugblik te geven op de ontwikkeling van het vak
gebied. Ik wil daar ook mee beginnen en wel over de
periode waarin ik aan de TU Delft verbonden ben ge
weest.
Een afscheidscollege kan daarbij op zeer verschillende
wijze worden ingekleurd. Teleurstelling en tegenvallers,
een geheel ander verwachtingspatroon, kunnen de over
hand krijgen. Van mij zult u dat niet horen en ik sta hier
ook niet met de gedachte: „gelukkig dat hebben we
gehad", hoewel ik me ervan bewust ben dat er een tijd is
van komen en ook een tijd van gaan (al is dat mogelijk
enigszins schoorvoetend). Ik koos daarom voor dit af
scheidscollege de enigszins „optimistische" titel „Foto
grammetrie, goed in vorm!". U zult misschien zeggen,
voor tweeërlei uitleg vatbaar, maar dat is ook de be
doeling.
Fotogrammetrie:
goed in vormbepaling van delen van het aardopper
vlak of van 3D-objecten in het algemeen;
goed in vorm, is volop in ontwikkeling en biedt goede
perspectieven.
In het hiernavolgende wil ik dit onderbouwen.
De titel heb ik ontleend aan ons voorlichtingsboekje
Geodesiegoed in vorm".
Geodesie is de wetenschap die zich bezighoudt met ver
delen en toedelen van delen van het aardoppervlak. Maar
voordat land kan worden verdeeld en toegedeeld, moet
eerst worden gemeten. Bij het vakgebied geodesie kan
men daarom verschillende aspecten onderscheiden:
vorm en grootte bepalen van de aarde als geheel of
delen daarvan;
verdelen en toedelen; de relatie bepalen en verande
ringen tussen subject en object.
Essentieel bij de vorm- en groottebepaling van de aarde
is de bepaling van het zwaartekrachtsveld. Bij ligging en
vormbepaling van delen van het aardoppervlak is ook het
inwinnen van semantische gegevens van belang; op een
kaart komen niet alleen punten en lijnen voor, maar ook
symbolen, kleuren, arceringen, enz.
De geodeet levert niet alleen cijfers en kaarten, maar
neemt ook deel aan de maatschappelijke processen die
de indeling van een gebied veranderen en de relatie van
mensen (het subject) tot het land (het object) wijzigen.
Kennis van het onroerend-goedrecht is hierbij een nood
zaak.
Fotogrammetrie is één van de meetmethoden waarbij het
gaat om de vastlegging van de ligging en vorm van delen
van het aardoppervlak, zoals percelen, huizen, wegen,
enz. en het inwinnen van de daarbij behorende seman
tische informatie, zoals gebruik van het perceel, soort
bebouwing, type wegen. Hoewel fotogrammetrie ook
andere toepassingen kent, is het in kaart brengen van
delen van het aardoppervlak met behulp van luchtfoto's
lange tijd verreweg de belangrijkste toepassing geweest.
Men spreekt dan wel van luchtfotogrammetrie of lucht-
kartering.
Om de ontwikkeling van het vakgebied te schetsen, heb
ik mijn voordracht als volgt ingedeeld:
inleiding;
terugblik;
recente ontwikkelingen;
ten slotte.
Bij de terugblik en recente ontwikkeling in de fotogram
metrie zou een gedetailleerde beschrijving een levendig
en kleurrijk tafereel geven met vele schakeringen, blik
vangers en daarnaast ook rustige pasteltinten.
Het zou echter veel te ver voeren, indien daarbij alle be
langrijke punten die aandacht te geven die zij verdienen.
Daarom beperk ik mij tot een enkele duidelijke lijn uit het
bonte tafereel van de fotogrammetrie. Ik neem hierbij de
vrijheid om een subjectieve keuze te maken uit die lijnen,
waar ik zelf het meeste affiniteit mee heb gehad.
Voor het begin ga ik terug naar mijn studententijd, begin
jaren vijftig. Twee (misschien toevallige) zaken zijn me in
het bijzonder bijgebleven, die ertoe hebben bijgedragen
dat ik al tijdens mijn studie bijzondere belangstelling
kreeg voor fotogrammetrie:
het (verplichte) praktisch werk dat ik tijdens mijn
studie heb gedaan bij de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat in Delft. Tijdens deze stageperiode
heb ik bij de uitvoering van een „slotted templet"
methode voor een gebied in Nieuw Guinea (tegen
woordig Irian Jaya) meegewerkt. Ik vond het fasci
nerend om van een land ver weg in de tropen de karte
ringen in Delft te doen;
een tijdlang ben ik student-assistent geweest en heb
toen als opdracht gekregen een fotogrammetrische
154
NGT GEODESIA 93 - 4