onafhankelijke modellenmethode: de semi-analyti-
sche methode;
analytische triangulatie of bundelmethode.
Wat betreft de vereffening van de aerotriangulatie zijn het
vooral de blokvereffeningsmethoden die de fotogramme-
trische puntsbepaling tot zijn recht hebben doen komen.
Onder blokvereffening wordt verstaan: ,,een gezamen
lijke vereffening van ai het waarnemingsmateriaal dat be
trekking heeft op een aantal elkaar overlappende foto's
van aan elkaar grenzende stroken, aangevuld met ter-
restrisch bepaalde paspunten. Hiermede kunnen de
terrestrische coördinaten van alle gemeten punten be
rekend worden".
Hoewel in ons land de methode van de onafhankelijke
modellen met veel succes is toegepast, zien we dat de
analoge instrumenten voor een belangrijk gedeelte of
geheel vervangen zijn door analytische. Dit draagt ertoe
bij dat er bij de blokvereffening een verschuiving heeft
plaatsgehad naar de analytische methode, de bundel
methode, schematisch weergegeven in fig. 3. Hiermee
komt (of is gekomen) naar mijn mening de puntsbepaling
in de fotogrammetrie met betrekking tot analoge beelden
in een eindfase van haar ontwikkeling.
Fig. 3. Principe bundelmethode.
Karteringen
Het laatste onderdeel van het fotogrammetrische proces,
de kartering, is het meest tijdrovend. Een nadeel is, en zal
wel steeds blijven, dat er altijd onzichtbare en moeilijk
aan te meten punten in het fotobeeld zijn. Hierdoor is ter-
restrisch naverkennen veelal niet te vermijden. De kosten
van naverkenningsmetingen en de inwerking daarvan in
het fotogrammetrische bestand zijn verhoudingsgewijs
erg hoog. Hiernaar is onderzoek gedaan in het kader van
een afstudeerproject. Gezien het belang van dit onder
zoek voor de praktijk is er vanaf het begin nauwe samen
werking geweest met het Kadaster en KLM Aerocarto.
Beide hebben veel praktische ervaring, alsmede tech
nische en financiële gegevens voor dit onderzoek be
schikbaar gesteld. De resultaten hiervan zijn uitvoerig
beschreven in het rapport Fotogrammetrie en Naver
kennen". Met dit onderzoek is mijns inziens aangegeven
hoe een optimaal resultaat kan worden verkregen.
Voor wat betreft karteringen dient nog het volgende te
worden opgemerkt:
de analoge instrumenten zijn voor een belangrijk deel
of geheel vervangen door analytische instrumenten,
waardoor een zeer flexibel systeem is ontstaan. Fig. 4
toont de Planicomp van Zeiss, het analytisch instru
ment uit eigen laboratorium dat reeds eind jaren
zeventig is aangeschaft;
bovendien is er een steeds grotere vraag naar infor
matie ontstaan. Fotogrammetrie is bij uitstek geschikt
om geografische informatie te verzamelen. De nadruk
verschuift hierbij steeds meer van het opbouwen van
156
nieuwe bestanden naar het actualiseren van be
staande bestanden. Hierbij gaat het om opsporen van
veranderingen.
Deze ontwikkeling heeft bijgedragen aan het uitbreiden
Fig. 4. Planicomp van Zeiss.
van een analytisch stereo-uitwerkingsinstrument met
superimpositie. Superimpositie kan men omschrijven als
het inspiegelen van een digitaal bestand in de oculairen
van een instrument.
In het instrument wordt een stereopaar georiënteerd. Van
hetzelfde gebied bestaat ook een digitaal geografisch
bestand. Dit bestandsdeel wordt met behulp van de oriën
teringsparameters op het beeldscherm weergegeven in
dezelfde geometrie als de foto. Met behulp van spiegels
en lenzen wordt het beeld van dit beeldscherm in de
optische baan van het oculair gebracht. Zowel de recente
foto als het beeldscherm met het oude bestand kunnen
dan tegelijk worden waargenomen. Het weergegeven
beeld, bestaande uit beeldscherm plus foto, is gekoppeld
aan de positie van het meetmerk. Bij verschuiving van het
meetmerk schuift het kaartbeeld mee en krijgt men de
indruk dat het kaartbeeld op het terrein ligt.
In samenwerking met de praktijk zijn enkele superimpo-
sitiesystemen binnen onze werkeenheid onderzocht en
ing. A. van Voorden M.Sc. heeft in augustus 1992 hier
over gerapporteerd tijdens één van de technische zittin
gen op het ISPRS-congres in Washington D.C. [2],
Fig. 5. Werkstations in het fotogrammetrisch laboratorium.
Overzie ik hiermee de veranderingen in de fotogramme
trie, dan merk ik op dat de analoge fotogrammetrie van de
jaren vijftig zich heeft ontwikkeld tot een geavanceerde
meettechniek, die nu analytische fotogrammetrie heet,
met als cruciale onderdelen:
geperfectioneerde filmcamera;
aerotriangulatie met de bundelmethode;
nauwkeurige analytische instrumenten met aanslui
ting op geografische bestanden.
NGT GEODESIA 93 - 4