-V» Blad 18-71 1 A b 7° e> '■>77 "7> ■9>I ,1 t /J PfM Raak r. I. J J S I 3 c J '5 1 i a> J cf 2 J O J >)-in m-o b-o. Obj. *niri* (Vul«mule J i iz 3 i b rl t 6 t J s 6 3 2 3" i J <t t 1 3 3 3 i j Jc- l J fi J c i II l'bi «ndc Ocwl.WïHlO ill Obj rnidr (Vul piiuV» S 4 S c i ,fv- <- ;«./-< 3 3 C V .1 3 'A i I C .r .M i a .-7.» 3 3 Deel van de originele teruggevonden resumptiestaat van de water passing Deventer - Amsterdam. voor de aanvang van de waarnemingen werd de afwij- kingsfout van het instrument onderzocht en als deze een bepaalde grens overschreed, werd het instrument ge justeerd. De gebruikte baken waren van hout gemaakt en werden door een zorgvuldige behandeling van vocht gevrijwaard. Ze waren wit geverfd met om de centimeter zwarte deelstrepen van één millimeter dikte. Het onderuiteinde van de baak was voorzien van een glad gepolijste stalen plaat. Bij waarnemingen werd deze plaat geplaatst op de glad gepolijste stalen kop die boven op het piket was ge schroefd. Óm iedere kilometer over het gehele te water passen traject werd een kilometerpaal (3 bij 3 bij 125 cm) bij wijze van tussenpunt in de berm van de weg geslagen. Deze palen waren van eikehout, het ondergrondse ge deelte was verkoold en het bovengrondse gedeelte ge teerd. Dit was om verrotting van de palen tegen te gaan. De kop van de paal was met lood bedekt, met daarop een gegalvaniseerde ijzeren knop, die als steunpunt voor de baak diende. Met behulp van een stalen vergelijkingsstaaf werd ook iedere dag de verandering in de lengte van de baken vastgesteld. In de vergelijkingsstaaf was, net als bij de instrumenten, een thermometer aangebracht, waarop men de temperatuur aflas alvorens de lengte van de baak op te meten. Gewoonlijk was de afstand van het meetinstrument tot aan de baak 62,5 meter. Was er sprake van gunstige weersomstandigheden, dan werd deze afstand vergroot tot 80, en soms wel tot 100 meter. Omgekeerd werd bij slechte weersomstandigheden de afstand verkleind. Heel streng hield men gedurende de waterpassing vast aan het principe dat waarnemingen en berekeningen strikt van elkaar gescheiden moesten blijven. Aanvanke lijk ging het veldwerk naar Delft, en vanaf 1879 naar de Sterrenwacht te Leiden. Dit kwam door het plotselinge overlijden van Cohen Stuart in 1878. Hij overleed in de eerste week van het meetseizoen; men was net begon nen met de jaarlijkse oefenweek, waarin de meetploegen aan elkaar en aan de instrumenten konden wennen. Doordat er op zo'n korte termijn geen vervanger voor handen was, werden alle meetactiviteiten voor dat jaar afgeblazen. De dood van Cohen Stuart leidde tot de oprichting van de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing (1879). Eerste voorzitter hiervan werd Stamkart. Deze werkte vanuit Leiden nog steeds aan de graadmetingen. Twee andere commissieleden (dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen en ir. G. van Diesen) werden belast met het toezicht op de waterpassing. Van Diesen was hoofdinge nieur van de Waterstaat en Van de Sande Bakhuyzen was Kaisers opvolger als directeur van de Leidse Sterren wacht. Men achtte het daarom beter de thuisbasis van de waterpassing te verhuizen van Delft naar Leiden. Van- daaruit konden Van de Sande Bakhuyzen, Van Diesen en eventueel Stamkart het project beter in het oog houden. In de rekencentra werden alle berekeningen van het binnengekomen veldwerk in duplo uitgevoerd en wel in de avonduren door onderwijzers die hiermee iets bijver dienden. De waterpassers bleven zodoende onbekend met de resultaten van hun werk, waarmee het gevaar van een bevooroordeelde meting verviel, leder traject werd minimaal tweemaal gewaterpast, eerst in de ene, daarna in de andere richting, door verschillen de meetploegen met verschillende instrumenten. Bleek bij de berekeningen dat er te grote verschillen optraden tussen beide waarnemingsreeksen, dan werden beide waterpassingen herhaald. Peilmerknummer: Omschrijving: Jaar: H in M: 25 GO 125 Amsterdam Muiderpoort 1876 4.9041 25 HO 029 Naarden Raadhuis 1875 4.9990 32 AO 058 Laren Prot. Kerktoren 1876 8.3119 32 B0 010 Amersfoort Grote Toren 1875 4.0986 32 B0 040 Hoevelaken Raadhuis 1875 4.5106 32 EO 021 Barneveld Tolgwng. bij Terschuur 1875 8.5319 33 B0 046 Apeldoorn Willem Emma School 1875 21.4153 33 B0 028 Apeldoorn Raadhuis 1875 19.4345 33 EO 101 Deventer prot. Grote Kerktoren 1875 10.1851 Overzicht van negen peilmerknummers uit de 1e Nauwkeurigheidswaterpassing. 216 NGT GEODESIA 93 - 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 12