Miljarden besparen? Om de inhoud van een metagegevensbank te verduide lijken, geven we een toelichting op een door ons ontwik keld en toegepast logisch gegevensmodel van een meta gegevensbank ofwel metagegevensmodel (fig. 3). Centraal staat de meta-entiteit gegeven. Dit is een voor komen van de meta-entiteit attribuut in de meta-entiteit entiteit. Dit voorkomen van attribuut kan in de benaming een synoniem opleveren, hetgeen de betekenis van de associatie tussen attribuut en gegeven verklaart. Attri buut moet in feite worden opgevat als de ideaaltypische definitie van een attribuut, terwijl gegeven het attribuut in een bepaalde context weergeeft. De voorkomens van de meta-entiteit entiteit kunnen asso ciaties met elkaar hebben (e-associatie), waardoor uit eindelijk de logische structuur van de gebruikte gegevens ontstaat. De toegestane waarden voor attribuut, gegeven, entiteit en associatie tussen entiteiten kunnen worden be perkt door constraints ofwel beperkingsregels. leder (voorkomen van) gegeven heeft één of meer asso ciaties met één of meer voorkomens van de meta-entiteit organisatie-eenheid. Voor ieder gegeven is tenminste één organisatie-eenheid verantwoordelijk. Verder zal ieder gegeven afkomstig zijn vanuit tenminste één orga nisatie-eenheid (de bron-associatie) en zal mogelijk wor den gebruikt door een organisatie-eenheid (de bestem ming-associatie). Hierbij is de beperking gemaakt, dat een gegeven niet ,,via" één of meerdere organisatie eenheden naar de uiteindelijke bestemming gaat, waarbij de „tussenliggende" organisatie-eenheden niets toevoe gen aan het gegeven. Een organisatie-eenheid kan even tueel worden gedecomponeerd. leder gegeven komt voor in precies één bestand. Tussen bestanden onderling kunnen verbindingen bestaan. Dit is vastgelegd in b-associatie. Te zamen vormt dit de fysieke structuur van de gegevensverzameling. Een bestand wordt gebruikt door één of meer voorkomens van een informatiesysteem (IS). Dit informatiesysteem kan zowel geautomatiseerd als handmatig zijn. Indien het informa tiesysteem is geautomatiseerd, draait het op één of meer apparatuurlijnen. leder informatiesysteem kan worden gedecomponeerd in een hiërarchie van deelsystemen. Deze hiërarchie is vastgelegd in IS-compositie. Een deel systeem op het laagste niveau van deze hiërarchie is een informatiefunctie. Deze constructie geeft de mogelijkheid om, afhankelijk van de wens van de gebruiker, de creatie- of gebruiksassociatie op ieder willekeurig detailniveau van systeemdecompositie vast te leggen. Een informatiesysteem wordt gerechtvaardigd door de ondersteuning van een bedrijfsfunctie of proces. De ondersteunt-associatie is optioneel om zo eventuele, overbodige informatiesystemen te kunnen opsporen (en via de gebruikt-associatie de overbodige gegevens). Iedere bedrijfsfunctie kan worden gedecomponeerd in een aantal deelfuncties. Een metagegevensbank met al deze gegevens is een onmisbaar instrument voor de uitoefening van de IRM- functie. Met de groei van de functie vanuit een DBA via een DA naar een IRM-functie kan de metagegevensbank meegroeien. Hierbij moet worden bedacht dat het vast leggen van alle gegevens die hiervoor zijn genoemd, een niet-triviale bezigheid is. Door het op deze wijze evolutio nair verankeren van de functie in een organisatie zal de organisatie kunnen meegroeien en zo overtuigd raken van het nut van zo'n vastlegging. Op deze wijze zal de noodzakelijke (meta)gegevensverstrekking beter te rege len zijn. Afsluiting In dit artikel is getracht een beeld te schetsen van het begrip gegevensmanagement. Vanzelfsprekend is het beeld lang niet volledig en hebben we ons moeten be perken tot het aanstippen van de ons inziens belangrijk ste aspecten van gegevensmanagement. In volgende artikelen zal dieper op aspecten van gegevensmanage ment worden ingegaan. Ook staan ontwikkelingen op het gebied van gegevensmanagement niet stil. Eén van de meest besproken onderwerpen is daarbij de definitie van de zogenaamde repository binnen het AD/CYCLE-raam- werk van IBM. De repository vervult als metagegevens- bank-definitie binnen dit raamwerk van standaards een centrale rol. Literatuur 1. Bots, J. M., E. van Heck, V. van Swede, Bestuurlijke informatie verzorging, een handboek voor de mondige gebruiker. Cap Gemini Publishing, 1990. 2. Gielen, L. J. M. W., G. J. P. Swinkels, Kwaliteitsbeheersing bij systeemontwikkeling. Compact, zomer 1990, p. 3 - 12. 3. Mollema, K. IJ., Informatiekwaliteit. Handboek Informatica, mei 1991, p. 1 - 17. 4. Nederlands Genootschap voor Informatica NGI. Functies in de informatica. Amsterdam 1986. 5. Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG, De organisatie de baas. Groene Reeks 113, VNG Uitgeverij, 's-Gravenhage 1991. Met vastgoedinformatie zijn miljarden guldens ge moeid. Er kunnen ook miljarden guldens mee worden bespaard, zo is de verwachting althans, indien de ge gevens voortaan op elektronische wijze worden gere gistreerd en wanneer afspraken worden gemaakt over communicatiestandaarden. De gemeenten gaan in dit proces een hoofdrol spelen. De gemeentelijke organisaties moeten zelf nog wen nen aan integraal denken en handelen. De koppeling van bestaande vastgoedinformatiesystemen verloopt veel moeizamer dan was verwacht. De markt is boven dien zeer instabiel met slechts zes volwassen aan bieders die pretenderen geïntegreerde pakketten te leveren, maar dat in feite niet doen. (Uit: Automatiseringsgids, 5 maart 1993) 210 NGT GEODESIA 93 - 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 6