NEDERLANDSE COMMISSIE VOOR GEODESIE Subcommissie Nationaal Geodetisch Plan Installatie De Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG) heeft in haar vergadering van 8 december 1992 de Subcommissie Nationaal Geo detisch Plan ingesteld. Bij haar installatie op 24 februari 1993 kreeg de subcommissie, globaal, tot taak: ,,Het geven van een raamwerk waarin de verwachte en gewenste ontwikkelingen van de geodesie in Nederland voor de jaren na 2000 staan beschreven. Hierbij dient aandacht te worden besteed aan de driehoek praktijk, onderzoek, onderwijs". De subcommissie is samengesteld uit de volgende leden van de NCGprof. dr. ir. L. Aardoom (TU Delft), mr. J. W. J. Besemer (hoofd directeur van het Kadaster), prof. ir. R. Groot (ITC) en ir. M. J. Olie rook (hoofdingenieur-directeur van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat). Voorzitter van de subcommissie is prof. Aardoom; de leden zijn benoemd op persoonlijke titel. De subcommissie wordt secretarieel ondersteund door F. H. Schroder (adjunct-secretaris NCG). In het voorjaar van 1994 zal de subcommissie haar eind rapportage aan de NCG uitbrengen. Achtergrond Het vak is in beweging en als gevolg van in de eerste plaats tech- nisch-wetenschappelijke ontwikkelingen vraagt ook de taakstelling van het vak in de veranderende maatschappelijke omgeving om bezinning. Belangrijke ontwikkelingen die het vak in de afgelopen decennia niet ongemoeid lieten, zijn die in de natuurkunde en de elektronika, met toepassingen in de automatisering en de ruimte vaart. Naast de invoering van nieuwe opnametechnieken te denken valt aan de elektronische afstandmeting en de mogelijk heden van de remote sensing hadden vooral de automatisering en de ruimtevaart een revolutionaire invloed op het vak. We zagen een operationele invoering van ruimtelijke methoden, ook in de praktijk, een dramatische verbetering van meetprecisies over afstanden tot duizenden kilometers en een opvoering van de mate van actualiteit van de geodetische opname. Deze technische ontwikkelingen vroe gen om aanpassing van theorie en verwerkingsmethodieken; aan passingen die tevens zijn gericht op nieuwe toepassingsmogelijk heden, bijvoorbeeld in de aardwetenschappen, waar de geodesie zich voor de uitdaging ziet geplaatst de mobiliteit van de aardkorst en van het gemiddeld zeeniveau te meten. Het meest tastbare gevolg van de ruimtevaart voor de geodetische praktijk is de invoering van het Global Positioning System (GPS) dat nu allerwegen haar beslag krijgt. Dit ruimtelijke systeem zou op termijn kunnen leiden tot een aan passing van de geometrische infrastructuur (RD/NAP) van ons land. GPS vindt bovendien toepassing in de navigatie en we zien de grenzen daarvan met het dynamisch positioneren in de geodesie vervagen. Maar geen ruimtevaart en geen GPS zonder automatisering. De automatisering heeft zo mogelijk nog grotere gevolgen voor de be oefening van het vak, en voor zijn toepassingsmogelijkheden. Ook daarvan zijn de invloeden revolutionair, zowel bij de geodetische opname als bij de verwerking van meetuitkomsten. Deze ontwikke lingen gaan hand in hand met de invoering van ruimtelijke infor matiesystemen, waarbij geodeten sleutelposities kunnen vervullen. Opmerkelijk zijn tevens de ontwikkelingen in de fotogrammetrie, van analoog naar digitaal, en van fotografisch naar multispectraal in de remote sensing. Deze en andere technisch-wetenschappelijke ont wikkelingen hebben de maatschappelijke omgeving en daarmee de afzetmarkt voor geodetische produkten en diensten niet onberoerd gelaten. De ontwikkeling schrijdt voort. De trends worden ook elders onder kend en in de afgelopen jaren verschenen in het buitenland diverse studies over verder te verwachten ontwikkelingen en mogelijkheden voor de beoefening van de geodesie als wetenschap of praktisch vak. De ontwikkeling van de geodetische markt is doorgaans een twee sporige: enerzijds de aardwetenschappelijke, anderzijds de meer sociaal-economisch georiënteerde. Dit geldt ook in ons land, en is daar zelfs in het geodetisch onderwijs tastbaar. Aan de positie van de geodesie en de ontwikkeling daarvan is in Nederland in het recente verleden ruim aandacht besteed. Zo zagen we in 1990 het „Advies inzake het civieltechnisch en geodetisch onderzoek in Nederland", uitgebracht door de toenmalige RAWB en naar aanlei ding waarvan de NCG prof. Aardoom opdroeg een inventarisatie te verrichten van het geodetisch onderzoek in ons land (NCG, Publi- katie no. 29, 1992). In 1991 presenteerde Bakkenist Management Consultants de resultaten van een positiebepaling van de Neder landse geodesie op de Europese markt, als uitkomst van een verken ning uitgevoerd in opdracht van de VNBG. De lijnen die zich in deze en andere Nederlandse studies aftekenen, hebben de NCG, tevens gelet op de ontwikkelingen in het buiten land, doen besluiten een aanzet te maken tot een discussie over de toekomstige rol van de geodesie in ons land. Niet dat die op voor hand zorgelijk is, integendeel, het gaat er juist om de mogelijkheden die er voor de beoefening van het vak zowel in wetenschappelijk als praktisch opzicht liggen, te onderkennen en wegen te vinden om die te benutten. Het vak is veelzijdig, maar in die veelzijdigheid schuilt het gevaar van grensvervaging. Marktvergroting is voor de geodesie een goede zaak, maar het is van belang dat de geodesie haar klanten naar tevredenheid bedient en dat zij de kwaliteit van de produkten en diensten die van haar bij uitstek worden verwacht, zorgvuldig bewaakt. Daarom is het van belang dat de geodesie nu haar plaats bepaalt op de zich veelzijdig ontwikkelende markt en daar waar nodig, keuzen maakt ten aanzien van onderzoek, onderwijs en prak tische vakbeoefening voor de komende decennia. Met de instelling van de Subcommissie Nationaal Geodetisch Plan hoopt de NCG hieraan een bijdrage te kunnen leveren. prof. dr. ir. P. J. G. Teunissen, voorzitter NCG m EXCURSIEWEEK VIERDEJAARS STUDENTEN LANDMEETKUNDE Aan de jaarlijkse excursieweek van de vierdejaars studenten land meetkunde aan de Hogeschool Utrecht wordt sinds enkele jaren door de studenten zelf invulling gegeven. Dit jaar viel de excursie- week in twee delen uiteen. Het eerste deel besloeg vrijdag 2 april. Onder meer werd een bedrijfsbezoek gebracht aan Sokkia BV te Almere. Daarin waren een presentatie van het bedrijf, een rondleiding door het gebouw en een demonstratie van produkten opgenomen. In de avonduren van deze eerste dag werd de sterrenwacht in Utrecht bezocht. Daar volgden de studenten onder andere een op hen afgestemde lezing over afstandsbepaling in het heelal. Van zondag 4 april tot vrijdag 9 april vond het tweede deel van de excursieweek plaats, een trip naar Praag, de veel geprezen hoofd stad van Tsjechië. Tijdens deze trip werden verschillende geodetisch georiënteerde bedrijven en instellingen bezocht. Zo werd een bezoek gebracht aan het stadsplanologisch bureau van Praag; het hoofd ervan gaf een uiteenzetting van zowel de geschie denis als de toekomst van Praag in planologisch opzicht. Verder waren de deelnemers een ochtend te gast bij het Tsjechisch geode tisch, topografisch en kartografisch onderzoeksinstituut. Hier ver zorgde de directeur van het instituut een presentatie en een rond leiding. Ook de geodetische faculteit van de universiteit van Praag werd bezocht. Daar viel het grote aantal fotogrammetrische instrumenten op, dat ter beschikking staat van het onderwijs. De laatste studiegerichte activiteit die op het programma stond, was een bezoek aan het nationaal technisch museum in Praag. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden heeft maar een klein deel van de groep dit museum daadwerkelijk bezocht. Dat deel bekeek er onder meer enkele gedenkwaardige geodetische instru menten. Deze zeer geslaagde excursieweek werd mede mogelijk gemaakt door een achttal „steunbetuigingen". Daarvoor gaat dank uit naar: Sokkia BV, Inpark Fugro Survey, Heidemij Advies BV, KLM Aero- carto, NAM BV, B&S/Grontmij Geogroep, Ingenieursbureau Oranje woud BV en het Kadaster. CERTIFICATEN LANDMEETKUNDE VOOR KADASTER MEDEWERKERS BREDA Het Spectrumcollege te Breda verzorgt, naast haar reguliere mbo- opleidingen, ook de nodige speciale cursussen. Op verzoek van het Bredase Kadaster ging in september 1992 een applicatiecursus landmeetkunde van start. Ter vergroting van hun vakbekwaamheid meldden tien opnemers en landmeetassistenten zich aan. Elke week togen ze een avond naar de MTS om theorieën aan te horen, die ten grondslag liggen aan hun dagelijkse meethandelingen. Naast hoek en lengtemetingstheorieën hoorde daar ook de nodige wiskunde bij, zoals coördinatenberekeningen uit richting en afstand en grootte berekening. Op de computer leerden ze het systeem Carto 2000 gebruiken en tenslotte stond ook het vak zakenrecht op het les rooster. Donderdag 29 april 1993 werd de cursus feestelijk afgesloten, en werden de certificaten uitgereikt. 292 NGT GEODESIA 93 - 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 36