transactie
gegevensgeoriënteerd
functiegeoriënteerd
transactie
informatiegeoriënteerd
O)
00
03
Fig. 4. Drie hoofdcategorieën van consistentieregels.
De tweede verandering heeft geleid tot andere gegevens-
bank(beheer)vormen. Deze verandering begint nu goed
merkbaar te worden door middel van concrete applica
ties. Voorbeelden zijn het object- en kennisprincipe en de
kennisbank. Eén van de wezenlijke verschillen tussen
beide principes is de manier waarop met relaties (lees
regels) wordt omgegaan. In een objectgeoriënteerde om
geving dient een beperkingsregel als eigenschap van het
object te worden gedefinieerd, terwijl in een kennisbank
dit als een zelfstandige eenheid kan worden beschouwd
en verwijst naar verschillende gegevenstypen en/of voor
komens (occurences). Met de ontwikkeling van de ken
nisbanktechnologie is de derde verandering (informatie-
georiënteerd) in gang gezet.
Naast de manier van beschrijven en vastleggen van
regels is het belangrijk de toepassing ervan te bestude
ren. Toepassen van regels betekent dat we een doel voor
ogen hebben. In het algemeen stellen we dat de geldig
heid van een verzameling regels is gerelateerd aan een
specifieke toestand van de gegevensverzameling. Veran
deringen hierin vragen om een nieuwe toetsing aan de
daarvoor geldende regels. Als we dit strikt toepassen, zou
het kunnen betekenen dat er omwille van de prestaties
onwerkbare situaties ontstaan. Er zijn alternatieven ont
wikkeld om het toetsen aan regels uit te voeren. Daarbij
is het volgende bepalend:
soort regels en de aanwezigheid (occurence);
aantal per soort regel;
omvang en complexiteit van de gegevensverzameling;
verwerkingsomgeving (batch/interactief).
Ten aanzien van dit laatste aspect is inmiddels gebleken
dat interactieve verwerking zeer goed mogelijk is, maar
dat dit over het algemeen wel een bijzondere inspanning
vergt van systeemontwerpers en -bouwers [16]. Het inter
actieve karakter bij beslissingsondersteunende verwer
king biedt een optimaal inzicht in de regels waaraan op
een specifiek moment (toestand) niet wordt voldaan [17].
Bovenstaande benadering leidt tot een andere indeling
van beperkingsregels. Als we daaraan toevoegen de
ontwikkeling die uitgaat van de beschrijving van ver
schijnselen in de werkelijkheid door middel van objecten,
ontstaat een andere ordening. We onderscheiden:
mode/regels:
geometrische regels: deze hebben betrekking op
ligging en vorm van geometrische primitieven, zo
als de hoek tussen twee lijnstukken, collineariteit,
parallelliteit. Dit onderdeel bevat ook de kwaliteits
beschrijving van geometrische primitieven;
topologische regels: hierbij staat voornamelijk de
ruimtelijke relatie tussen objecten en/of geometri
sche primitieven centraal [20] (fig. 2);
thematische regels: deze regels beschrijven de
eigenschappen van het object, die niet betrekking
hebben op de geometrie. Het begrip semantiek [7]
kan in deze categorie verder worden vormge
geven;
structuurregels: waarborgen het bestaan van de
gegevensstructuur en de inhoud ervan in de ge
gevensbank;
kartografische regels: waarbij met name de relatie
tussen de objecten en de afbeeldingswijze centraal
staat. Omdat een sterke relatie bestaat tussen de
interpretatie van een afbeelding en het thema dat tot
uitdrukking moet worden gebracht, is het van belang
in deze categorie een relatie te leggen naar de thema
tische en geometrische regels (bijvoorbeeld ten aan
zien van de kwaliteitsvariatie). Het begrip modaliteit
[7] kan in deze categorie verder worden vormgegeven;
rekenkundige regels: waarmee onder andere vrij
heidsgraden voor specifieke processen kunnen wor
den gedefinieerd [17];
temporele regels: die het aspect tijd in relatieve of
absolute zin bewaken. Toepassingen vinden we onder
andere in de fotogrammetrie, remote sensing, naviga
tie en robotica. Een voorbeeld is het waarnemen van
verschijnselen onder bepaalde condities en tijdsinter
val;
Voorbeeld complexe beperkingsregels
(ten behoeve van triangulatienetwerk)
De volgende uitgangspunten gelden bij een triangulatienet
werk:
alleen driehoeken zijn toegestaan;
driehoeken mogen elkaar niet overlappen;
een lijnstuk verbindt precies twee punten.
Operatie addNode
a. punt is identiek met bestaand punt;
b. punt ligt binnen de zijden van een driehoek;
c. punt ligt op een lijnstuk, maar vormt geen start- of eind
punt.
radiometrische regels: deze categorie vraagt om een
aparte benadering, omdat de digitale verwerking van
signalen niet op dezelfde wijze plaatsvindt als (alfa)-
numerieke gegevens. Voorbeelden zijn de omzetting
van digitale signalen naar attribuutwaarden in nume
rieke vorm, maar ook de filtering van digitale signalen
voordat omzetting kan plaatsvinden;
functionele regels: hebben betrekking op de wijze
waarop gegevens in specifieke functies worden be
naderd. Functies kunnen onder andere voorwaarden
stellen aan attribuutwaarden en de samenhang in
waarden van verschillende attributen of het bestaan
van attributen. Een voorbeeld is de ontwikkeling van
syntax en semantiek van de taal (linguistiek) waarmee
de gebruiker met zijn systeem communiceert;
gebruikersinterface-regelsdeze categorie is alleen
van toepassing waar in een interactieve omgeving
NGT GEODESIA 93 6
263