Oesternauwkeurigheid eens door een theodoliet, maar echt landmeter is hij eigenlijk pas geworden bij de visserij-inspectie en dat niet eens officieel. De vissers en kwekers zijn gebonden aan een aantal regels en daarop wordt toegezien. De opziener houdt toe zicht op het gebruik van de staatsgronden. Henk doet dat in een gebied dat loopt van Tholen tot aan de Zeeland- brug. Schipper Kosten. De motor van ,,de Valk" maakt even wat extra toeren en de boot beschrijft een grote boog. Vlak voor ons is een mosselvaartuig bezig met wat onduidelijke handelingen vlakbij een „staak". Henk kijkt even en ziet dat het goed is, we varen verder. De kwekers mogen alleen op hun percelen werken als ze zijn afgebakend. Als er een baken is verdwenen of gestoord, moeten ze die dus eerst her stellen en daar nemen ze niet altijd de tijd voor. Daar ontstaan ook de klachten en de ruzies door. Onze boot koerst rustig verder in noordoostelijke richting. De ene raai na de andere schuift aan ons voorbij. De staken staan keurig op een rechte lijn en zijn netjes ge nummerd met 168, 169 enz. „Hier staan ze netjes, maar dat is nog lang niet overal zo", waarschuwt Henk. „Er is al jaren ergernis en onge noegen bij de vissers over verschil in kavelgrootte. Elke kavel moet 5 ha groot zijn en daar betalen ze ook voor, maar dat wijkt nogal eens af. Ik werd daar in het verleden steeds meer mee geconfronteerd en dat ging mij steeds meer ergeren. Mijn ergernis werd veroorzaakt door erger nis uit het bedrijfsleven. Het klopte niet. Ik probeerde daar wat aan te doen en begon de lijnen na te meten en te herstellen. In het begin deed ik dat met een meetband. Eerst controleerde ik de lijn die het dichtst bij de landzijde lag, een lijn van 5500 meter lang. Er kwamen vrij grote verschillen in voor, de ene visser had 4,5 ha, de andere 5,5 ha. Handmatig hebben we dat hersteld, maar dat was zo'n tijdrovende zaak, dat het jaren zou duren eer alles zou zijn nagemeten. Ik zocht al gauw naar een efficiën tere meetmethode. Daarom ging ik mijn licht opsteken bij de MD. Daar bleek dat met de huidige techniek en know how het niet moeilijk moest zijn het meetwerk uit te voe ren, maar wie kon met die nieuwe apparaten overweg?" 330 Rudy vroeg toen wat Henk zelf kon doen. Deze kon wel wat en wat hij niet kon, was te leren. Maar een groter probleem was om aan apparatuur te komen. De dienst die is belast met het toezicht op de mosselpercelen en die ook moet uitzetten, bleek zich de aanschaf van een tachy- meter niet te willen veroorloven. Het kon vroeger ook met de meetband, dus waarom nu niet meer? Dank zij per soonlijke relaties kreeg Henk een (oude) tachymeter van de MD te leen. Diezelfde MD berekende wat coördinaten en uitzetgegevens en Henk ging, geassisteerd door zijn schipper Tonny Kosten, opnieuw aan de slag. De eerste lijn van 5500 meter werd opnieuw uitgezet. Het verschil met de handmatige meting bedroeg 2,30 m. Daar ligt toch geen mossel van wakker, dacht ik, maar de opziener kijkt daar anders tegenaan. „Als je hier één meter fout zit, wordt dat achteraan dertig meter en dat kan niet". Het vervolg ligt voor de hand: alles moest worden nage meten met de tachymeter. Rondom het hele gebied werd een viertal plaatsen gezocht, waar met laag water kan worden opgesteld om van daaruit alle punten te kunnen uitzetten. De MD berekende de coördinaten van die opstelpunten en uitzetgegevens en Henk kon vooruit. Hoekpunt voor hoekpunt werd uitgemeten en een assis- tentieploeg van het produktschap kwam er achteraan om hardhouten palen de grond in te spuiten. Al enkele jaren zijn ze zo bezig het hele netwerk van de Yerseke-bank te herstellen; de voorbijglijdende staken vormen dan ook steeds mooie rechte lijnen. Dan gooit Tonny het roer om en legt de boot stil achter één van de buitenste raaien. We zijn nu een heel eind uit de kust en zitten vlakbij Tholen. Bereidwillig brengt Tonny ons zijn kijker. „Kijk hier maar eens goed naar, zo was het eerst overal". Een blik door de kijker is voldoende. Alle staken staan schots en scheef door elkaar. „Krikkemikkig" noe men ze dat hier. Daar moeten meters verschil in zitten. Het is duidelijk dat de „landmeter" hier nog niet is ge weest. Het is rustig op het water in deze tijd, maar toch zijn hier en daar vissers bezig. Henk heeft tijd iets uit te leggen over de mossel- en oestercultuur. In dit gebied liggen 373 percelen; 230 daarvan zijn ver huurd aan 32 kwekers. Per kweker liggen de percelen niet aaneengesloten, maar verspreid. „Zou je er dan niet beter meteen een ruilverkaveling van maken?", vraag ik, Sloep naar de wal. NGT GEODESIA 93 - 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 14