Technische vooruitgang
Goof wordt ingericht.
„als ze aan elkaar liggen, heb je toch minder uitzet-
werk?"
Dat blijkt een domme vraag. De percelen water zijn
allemaal verschillend van kwaliteit, dat wil zeggen, de
bodem. De vissers zouden helemaal niet willen ruilen,
want elke soort mossel of oester vraagt weer een speci
fieke voedingsbodem en iedere kweker heeft natuurlijk de
beste gronden. De percelen zelf worden vaak in meer
dere vakken verdeeld door de kwekers. De mossels wor
den regelmatig verzaaid van het ene naar het andere
perceel. Door het verzaaien is de verandering van per
ceelgrenzen door hermeting ook minder problematisch.
Soms moet men wel tien meter opschuiven, maar dat kan
wachten tot het volgend jaar als er toch verzaaid moet
worden. Zo komt alles na verloop van tijd op de goede
plaats en is iedereen tevreden.
Op één man na, die was het er niet mee eens en ging
dwarsliggen, maar één op de 32 is te overkomen. Het is
trouwens toch nog goed gekomen, want de opziener
heeft ontzag.
Volgens Henk komt dat ook door de tachymeter, in dat
„wondermachien" hebben ze alle vertrouwen. Dat mag
ook best, want controlemetingen tussen twee ver verwij
derde opstelpunten in een gebied van 5 x 5 km gaven een
nauwkeurigheid van 6 cm te zien; en daar kan maar een
heel klein oestertje op liggen.
Na het afscheid van de meetband werd al gauw niets
anders meer gehanteerd dan de HP 38, eigenlijk kon die
niet meer worden gemist. Toen ontstond een nieuw pro
bleem, het apparaat raakte versleten en op den duur was
het meetbereik veel te gering. Een nieuwe gang naar de
MD resulteerde in een nieuw instrument. Een Wild T2
staat nu borg voor nauwkeurige hoekmeting en de bijbe
horende Sokkisha-distomat meet de benodigde afstan
den. Henk heeft ondertussen veel bijgeleerd, want toen
er ook nog een draagbare PC werd bijgeleverd, leerde hij
zelf de coördinaten van opstelpunten te berekenen uit
achterwaartse of voorwaartse insnijdingen. De bereke
ning van de uitzetgegevens vanaf zelf gekozen opstel
punten is ook routinewerk voor hem geworden.
Het is tijd geworden terug te varen naar de wal. De schip
per kiest zijn route langs pas gerestaureerde raaien en bij
elke passage vermindert hij trots even wat vaart en wijst
Henk ons aan dat „de soldaten netjes op een rij staan".
„Proppen" zoeken op laag water
Op een mooie lentedag stap ik weer aan boord van „de
Valk" om de echte „veldarbeid" mee te maken. De be
manning is aangevuld met schippersassistent Govert
Heystek. Het was vroeg dag, want de werkzaamheden
zijn afgestemd op het (laag) waterpeil. Een tochtje langs
de mosselbanken maakt duidelijk dat er al heel wat
grenspalen zijn verzet. Aan weerszijden van de boot
glijden mooie rechte rijen staken aan ons voorbij. Om de
vakken van elkaar te onderscheiden, hebben de mossel
kwekers de staken vaak „gemerkt" met een duidelijk
nummerbord of een rij naamvlaggetjes. Soms zijn de
meest merkwaardige attributen in de staken aange
bracht, zoals gekleurde plastic schijven of fietswielen. Als
Henk klaar is met uitzetten kan daarin misschien ook nog
eens wat eenheid worden gebracht.
In de stuurhut laat Henk op een kaart zien dat we op de
slikken van de Dortsman zitten. Het grootste deel is al uit
gezet. Het systeem van uitzetten en herstellen van de
grenspunten is sinds het begin ook wel wat veranderd.
„Aanvankelijk begonnen we vanaf een basislijn en her
stelden alle grenspunten", vertelt Henk, „nu meten we
eerst alle punten van een bepaald gebied op en onder
zoeken dan hoe we met de minste wijziging ook tot een
goed resultaat kunnen komen, het principe van 'onder
zoek alles en behoud het goede'. Het geeft wat meer
reken- en meetwerk, maar er is veel minder tijd nodig om
palen te verzetten. Trouwens, het verzetten van de hard
houten grenspalen ('proppen' noemen ze die hier) valt bij
de mosselkwekers ook niet altijd goed, zeker niet als ze
terug moeten. Het is ook opgevallen dat er enkele kwe
kers zijn, die toevallig al hun percelen wat groter hebben
gemaakt. Net als aan de vaste wal hebben ook hier de
brutalen de halve wereld. Het zoeken van de oude
proppen valt wel mee. Als het laag water is, zie je ze vaak
al van verre staan. Het is echt proppen zoeken op laag
water".
De ,,prop" wordt de grond ingespoten.
We koersen naar een zuidelijker deel van de Ooster-
schelde, naar de Prinsenplaten, om herstelwerkzaam
heden uit te voeren. Tijdens die verplaatsing rekent
Henk, op zijn draagbare PC, de uitzetgegevens uit ten
opzichte van een opstelpunt dat hij gisteren heeft inge
meten. Als we in de buurt zijn, wordt de boot stilgelegd en
wordt er in de stuurhut eerst een werkbespreking ge
houden.
NGT GEODESIA 93 - 7
331