EGIS
B&S/GRONTMIJ GEOGROEP BV VIERT EERSTE VERJAARDAG
De uitnodiging leek wat in mineur gesteld: ,,We verkeren in wat
sombere tijden", maar op het tweedaagse verjaardagsfeest, op 21
en 22 april 1993, bleek weinig van die somberheid. Integendeel, Dick
van de Velde vermeldde bijna juichend dat het erg goed ging met
de Geogroep. De fusie tussen de afdeling Landmeetkunde van de
Grontmij en B&S Geodesie bleek een goede greep en is nu al een
succes geworden. Dick had weieens gehoord dat 70% van de fusies
niet aan het verwachtingspatroon voldoet en dat 30% op een fali-
kante mislukking uitdraait. De bron hiervan werd niet vermeld. Bij die
wetenschap moet je dus wel moed hebben om een fusie te durven
beginnen.
De gerechtvaardigde vraag van de OR aan het begin van de fusie:
„Hoe denkt u het fusieproces aan te pakken", kon Van de Velde toen
alleen maar beantwoorden met een eerlijk: ,,lk zou het niet weten".
Even eerlijk is zijn antwoord op de vraag hoe het komt dat de fusie
nu al een succes is geworden: ,,lk zou het niet weten".
Maar zijn uitleg dat er rekening mee werd gehouden dat het bedrijf
uit mensen bestaat en dat mensen in principe tegen verandering
zijn, en dat ieder eerst aan zijn eigen belangen denkt en graag aan
dacht wil en duidelijkheid over zijn positie, doet vermoeden dat hij
toch wel ongeveer wist welke richting moest worden ingeslagen. Het
lukte iedereen ervan te overtuigen dat alle persoonlijke belangen
afhankelijk zijn van dat ene gezamenlijke belanghet succes van de
onderneming.
Hoe die onderneming thans floreert, kregen de toehoorders uitge
breid te horen. Naast de huishoudelijke reorganisatie-activiteiten
moest het echte werk gewoon doorgaan en werden zelfs nieuwe acti
viteiten opgestart op het gebied van GPS en hydrografie. Ook zat
men niet stil op het gebied van marktuitbreiding, waaronder werden
genoemdomzetverhoging in Nederland en nieuwe activiteiten in
Roemenië, Oost-Duitsland, Polen en Tsjecho-Slowakije.
Toch kwam ook de zorg nog even om de hoek kijken, zorg over de
enorme concurrentieslag die gaande is, wat sommige andere bedrij
ven reeds noopte de landmeetkundige activiteiten af te bouwen. De
Geogroep blijft echter hoopvol over de toekomst, want men bruist
van de plannen. Maar die komen pas naar buiten als ze volledig zijn
uitontwikkeld.
De bezoekers moesten het die dagen doen met de interessante
mogelijheden die reeds zijn ontwikkeld. Twee ruime zalen van het
Jaarbeurscentrum waren daarvoor ingericht. Eric Hagemans gaf
een duidelijke uiteenzetting over de principes van het GPS, Peter
van Deventer etaleerde de mogelijkheden van remote sensing en
digitale fotogrammetrie, en Jan Bakker gaf toelichting op de door de
Geogroep ontwikkelde programmatuur dg DIALOG Topografie.
De lezingenserie werd afgesloten met de vertoning van de juist ge
reedgekomen videofilm ,,Te land, ter zee en in de lucht", waarin de
grote variatie aan Geogroep-activiteiten werd geëtaleerd.
In de wandelgangen was ruime gelegenheid kennis te maken met
diverse programma's en erover te worden voorgelicht.
Beide dagen werden op een wat ongewone wijze besloten met een
programma-onderdeel dat was aangekondigd als „een buitenlandse
verrassing". Dit bleek te staan voor optredens van een kleurrijke
Roemeense dansgroep, die zowel het feestelijke van de eerste ver
jaardag als de verbondenheid met de Oosteuropese landen tot uit
drukking moest brengen. Want ondanks cultuurverschillen, ondanks
fusieproblemen en ondanks wat aanpassingsmoeilijkheden gaat de
Geogroep hoopvol de toekomst tegemoet.
Theo Scheeie
VIERDE EGIS-CONFERENTIE TE GENUA
De vierde EGIS-conferentie werd van 29 maart
tot 1 april 1993 gehouden in Genua (I) in het
Centro Congressi Cristofora Colombo. Het the
ma van EGIS'93 was: Improving GIS applica
bility: European challenges". De conferentie
was weer in het Engels zonder simultaanverta-
lers. (Toch stond er in GIS Europe een terugblik op EGIS'93 onder
de titel Tower of Babel Italian style"!)
De meer dan 375 ingediende proposals beslaan een groot aantal
onderwerpen, waarvan GIS-concepten en -methoden het meest
populair zijn. Ten aanzien van de applicaties is er vooral aandacht
voor GIS ondersteunde analyses voor natuur- en milieubeheer. De
meeste presentaties zijn verzorgd vanuit universitaire kringen, maar
ook het aantal bijdragen van overheidsinstellingen en bedrijven is
aanzienlijk te noemen.
Er namen ongeveer 750 personen deel, met afgevaardigden uit meer
dan 40 landen. Oosteuropa was ondanks de grote veranderingen
in het afgelopen jaar ruim vertegenwoordigd. Deelnemers kwa
men uit de Baltische staten, voormalige republieken van de Sovjet
Unie, Polen, Tsjechië, Hongarije en Roemenië. De meeste deel
nemers kwamen uit Italië en Nederland (128!).
Het programma bestond uit workshops, plenaire sessies, paper
sessies en postersessies. Daarnaast was er een tentoonstelling van
bedrijven en was er een aantal technische excursies georganiseerd.
Verder is tijdens de conferentie aandacht besteed aan een overkoe
pelende Europese GIS-organisatiethe European Umbrella Organi
zation for Geographical Information (EUOGI).
In de workshops werd aandacht besteed aan technische evaluatie
van GIS-produkten, ruimtelijke gegevensmodellen en structuren,
ruimtelijke analyse met GIS, implementatie van GIS, ruimtelijke
gegevensanalyse voor milieu-effectbepaling en geschiktheid van
GIS-programmatuur voor onderwijs.
De workshops gaven een goede gelegenheid om met anderen van
gedachten te wisselen over een specifiek onderwerp. Nadeel is dat
het kennis- en ervaringsniveau van de deelnemers aanzienlijk ver
schilde, waardoor een deel van de schaarse tijd moest worden
besteed aan het toelichten van algemeenheden. Hierdoor was min
der tijd beschikbaar voor discussie en praktijkoefeningen.
In de workshopImplementation" werd doorM. Rumor en S. Barret
ingegaan op twee fundamentele vragen
wat is mogelijk met een GIS;
wat is haalbaar/mogelijk in je eigen omgeving.
Na een wat meer algemene inleiding in de ochtend werd 's middags
aan de hand van uitkomsten uit afzonderlijke discussiegroepjes
gesproken over de aspecten die de haalbaarheid van implementatie
van GIS in een organisatie bepalen. Afhankelijk van de organisatie
kwamen de volgende aspecten die van belang zijn bij implementatie
van GIS aan de orde
gegevensuitwisseling;
ondersteuning vanuit het management;
gebruikerswensen inzichtelijk maken; user-interface; gebruikers
vriendelijkheid;
betrokkenheid van politiek en managers;
inzicht in toekomstige informatiebehoefte;
gegevenskosten;
opstarten van demonstratieprojecten;
formuleren van standaards;
actualiteit van gegevens (gegevens als ,,tijd"probleem);
organisatiecultuur (hoe vind ik mijn weg);
bij wie ligt het eigendom van de gegevens.
Aan het eind van de dag kon worden geconcludeerd dat het werke
lijke probleem tot succes niet zozeer technisch van aard is, maar
juist op het organisatorische aspect ligt (met andere woordenhoe
verkoop ik iets aan iemand).
Tijdens de plenaire sessies werd een aantal wat meer algemene
presentaties gegeven.
Tijdens de openingssessie werd een doorkijk gegeven naar de toe
komst (GIS-uitdagingen voor het jaar 2000), sterk gerelateerd aan de
ontwikkelingen op milieugebied en de eisen die aan de gegevens
worden gesteld. Daartegenover werd een historisch perspectief
geplaatst van de periode 1966 -1993 op de Harvard University, USA,
NGT GEODESIA 93 - 7
343