En de systeemontwikkelingen gaan door. bieders van vergelijkbare diensten of produkten geen oneerlijke concurrentie mogen aandoen. In het wetsvoorstel stond aanvankelijk dat „bij algemene maatregel van bestuur (A.M.V.B.) kan worden geregeld dat de Dienst daarbij aangegeven andere werkzaam heden kan verrichten". Bij de behandeling in de Tweede Kamer is dit afgezwakt en gewijzigd in „De Dienst kan andere werkzaamheden verrichten". De indieners van dit wijzigingsvoorstel waren namelijk van mening dat de minister weliswaar toestemming moet geven voor het ver richten van nevenwerkzaamheden, maar dat dat „niet de vorm dient te hebben van een welhaast onneembare pro cedure drempel", waarvan bij een zogenoemde A.M.V.B. sprake zou zijn. Nu deze wijziging is overgenomen, kan de minister der halve zelf beslissen of hij het Kadaster toestaat neven werkzaamheden te verrichten en is een ingewikkelder en tijdrovender procedure, eindigend in een kabinetsbesluit, niet nodig. Ministeriële verantwoordelijkheid De verzelfstandiging maakt een einde aan de hiërarchi sche ondergeschiktheid van het Kadaster aan de minis ter. Toch blijft er, zoals hiervoor aangegeven, een zekere verantwoordelijkheid van de minister voor de taakuitoefe ning door het Kadaster. Bij het opstellen van de wet is ernaar gestreefd deze verantwoordelijkheid zo vorm te geven, dat daarbij geen afbreuk wordt gedaan aan de bedoeling om de Kadaster-organisatie zelfstandiger te laten opereren. De minister blijft met name verantwoordelijk voor de kwa liteit en de continuïteit van de vervulling van de wettelijke Kadastertaken en voor het voortbestaan van de Kadaster organisatie als geheel. Om deze verantwoordelijkheid te kunnen waarmaken, zal de minister door het geven van voorschriften invloed kunnen uitoefenen op de wijze waarop het Kadaster zijn wettelijke taken vervult, op de tarieven die in rekening worden gebracht en op de algemene bedrijfsvoering, voor zover die gevolgen kan hebben voor het voortbestaan van de organisatie. Daarnaast blijft de minister verantwoordelijk voor werk zaamheden die niet voortvloeien uit „bij of krachtens de wet" aan het Kadaster opgedragen taken zogenaam de nevenwerkzaamheden in die zin, dat het Kadaster deze werkzaamheden pas mag uitvoeren na zijn goed keuring. Nevenwerkzaamheden Het spreekt voor zich dat het Kadaster bij gelegenheid ruimte wil hebben voor het verrichten van andere werk zaamheden dan uitsluitend die welke de wet opdraagt. Voortschrijdende automatisering, ontwikkelingen op het gebied van de informatie-uitwisseling en kaartvervaardi ging bijvoorbeeld kunnen leiden tot nieuwe vormen van dienstverlening of tot verbetering van bestaande. Ook is het goed denkbaar dat er behoefte ontstaat aan produk ten en diensten die nu nog niet door het Kadaster worden geleverd. De wet biedt het Kadaster de mogelijkheid dergelijke werkzaamheden te gaan verrichten, al gelden hierbij wel enkele beperkingen. Zo zullen deze werkzaamheden de toegankelijkheid en de uitwisselbaarheid van gegevens moeten vergroten en/of moeten bijdragen aan de doel matigheid van de uitoefening van de wettelijke taken. Daarnaast zal het Kadaster als monolopist andere aan- Bestuursstructuur De minister benoemt als dagelijkse leiding van de organi satie een Raad van Bestuur die uit drie personen bestaat. Daarnaast wordt een Raad van Toezicht van vijf personen benoemd. Deze heeft, kort samengevat, tot taak toezicht te houden op het bestuur van de organisatie en dit zo nodig te adviseren. In deze raad zitten in ieder geval leden die zijn gekwalificeerd op het gebied van algemene bedrijfsvoering, arbeidsverhoudingen, politieke en be stuurlijke verhoudingen. Gebruikersraad Een nieuw fenomeen voor het Kadaster is de Gebruikers raad. Als grootste afnemers van kadastrale informatie zijn in deze raad in ieder geval notariaat, makelaardij, water schappen en gemeenten vertegenwoordigd. Bij de be handeling van de wet in de Tweede Kamer is sterker dan oorspronkelijk was geformuleerd vastgelegd dat de Gebruikersraad een forum is voor overleg met af nemers van kadastrale informatie en dat de raad ook het bestuur van het Kadaster „op diens verzoek dan wel uit eigen beweging kan adviseren". Uiteraard blijven we meten NGT GEODESIA 93 - 9 417

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 13