Workshop TotalStation
Ondernemingsplan
De verzelfstandiging op zich brengt geen verdere ver
mindering van het aantal medewerkers met zich mee. De
vermindering van het totale aantal arbeidsplaatsen met
ongeveer vijfhonderd zoals in het Kadaster-onderne
mingsplan voor de jaren 1992- 1996 is vastgelegd
gaat na het moment van verzelfstandiging gewoon door,
totdat dit aantal is bereikt en er evenwicht is ontstaan
tussen het werkaanbod en de daarbij passende perso
nele bezetting.
Genoemd ondernemingsplan, dat in 1991 door de Staats
secretaris van VROM werd vastgesteld en waarin de
bedrijfsstrategie en de bedrijfsdoelstellingen voor de
komende jaren opnieuw zijn beschreven, vormt hoe
wel niet expliciet daarvoor opgesteld een goede basis
voor de verzelfstandiging. De ingrijpende verandering
van het Kadaster van een ambtelijke overheidsdienst in
een bedrijfsmatig, efficiënt en kostendekkend werkende
organisatie wordt mede door de acties die in het onder
nemingsplan zijn beschreven, mogelijk gemaakt. De
structurele en personele reorganisatie die uit het onder
nemingsplan voortvloeit en die noodzakelijk is om de toe
komst van het Kadaster zeker te stellen, is op zorgvuldige
wijze afgerond.
Al vanaf begin 1992 wordt voluit en met succes gewerkt
aan de uitvoering van het ondernemingsplan. Zo wordt de
achterstand in het afdoen van kadastrale akteposten, die
per 1 januari 1997 geheel moet zijn verdwenen, met
voortvarendheid ingelopen. Tevens lijkt het Kadasternet
werk, dat professionele klanten de mogelijkheid biedt op
eigen kantoor de kadastrale registratie rechtstreeks te
raadplegen, beter te lopen dan was gepland en een groot
succes te zijn. Ook is de verbetering en digitalisering van
de kadastrale kaart, waar klanten steeds meer om vra
gen, goed op gang gekomen. Voorts is door middel van
regionale samenwerkingsverbanden waarbinnen het
Kadaster naast bijvoorbeeld nutsbedrijven en gemeenten
één van de deelnemende partijen is de vervaardiging
van een landelijke grootschalige basiskaart binnen de
komende tien jaar nagenoeg zeker gesteld. En dit zijn
nog maar enkele van de vele projecten die in gang zijn
gezet.
Klantgericht
Meer dan wellicht ooit tevoren realiseert het Kadaster
zich dat het bestaat dank zij en voor zijn klanten. Dat
betekent onder meer een toenemend besef bij directie en
medewerkers dat meer prestatie- en produktgericht, en
ook zakelijker moet worden gewerkt. Dat het halen van
output belangrijk is. Dat de organisatie moet staan voor
efficiency en kwaliteit. Dat service aan de klanten en
marktgerichtheid onlosmakelijk daarbij horen.
Omdat deze benadering een daarbij passend gedrag
vraagt van iedereen die bij de organisatie werkt, is een
ingrijpend cultuurveranderingsproject gestart, waaraan
alle Kadastermannen en -vrouwen deelnemen. En dat
alles om de stabiliteit en de continuïteit van de straks
verzelfstandigde Kadasterorganisatie voor de toekomst
zeker te stellen.
(Foto's: Lex van Pieterson, Rijswijk.)
Toen ik de aankondiging van Rocomp onder ogen
kreeg dat er een workshop over TotalStations zou wor
den georganiseerd, was ik meteen enthousiast. Ik heb
namelijk al jaren de indruk dat er in Nederland van
alles wordt georganiseerd om een ieder op geodetisch
gebied bij te scholen, maar dat de landmeter in de
buitendienst zijn kennis maar wat bij elkaar moet
sprokkelen.
Ik ben al dertig jaar landmeter en werk inmiddels uiter
aard ook met een TotalStation. Toch heb ik het idee
dat de ontwikkelingen om mij heen zo snel gaan, dat
ik niet meer voldoende op de hoogte ben van wat het
nieuwste instrumentarium aan mogelijkheden biedt.
Je leest erover in de vakliteratuur en je hoort eens een
lezing, maar mijn leeftijdscategorie is een door de wol
geverfde groep praktijkmensen, die de ontwikkelingen
dan ook graag in de praktijk gedemonstreerd wil heb
ben. Rocomp heeft dit kennelijk aangevoeld en orga
niseerde de eerder genoemde workshop. Dat deze
workshop bovendien nog werd gehouden in mijn ge
boorteplaats Ugchelen, waar ik erg mooie herinne
ringen aan bewaar, heeft wellicht het laatste zetje ge
geven om mij in te schrijven voor deze, zoals ik het zie,
bijscholing. Omdat Rocomp de groep bewust klein
had gehouden (tien personen), was er volop gelegen
heid om naast een stukje theorie een behoorlijk stuk
kennis op te doen.
Toch ben ik van mening dat dergelijke bijscholing in
feite ook zou moeten worden georganiseerd door bij
voorbeeld het NGL. En ik wil op deze plaats nogmaals
onderstrepen dat vooral de wat oudere landmeters die
nog de traditionele opleidingen als PBNA, CTO en
NLF hebben gevolgd, zich soms wat voelen zwemmen
in het geautomatiseerde geweld dat over hen heen
komt. Ik reken mijzelf tot die categorie. De landmeterij
zit in een stroomversnellingde meetmethoden wijzi
gen in hoog tempo en de grenzen tussen het binnen-
en buitenwerk vervagen steeds meer. De discussie
over het meten met een driemansploeg, een twee-
mansploeg of wellicht in de toekomst door één per
soon, zijn in volle gang.
Wil de landmeter ook het komende decennium met
even veel plezier als in de achter ons liggende jaren
zijn prachtige vak blijven beoefenen, dan zal hem de
gelegenheid moeten worden geboden om de ontwik
kelingen in zijn vakgebied op de voet te volgen. Ro
comp leverde daar op 21 april en 6 mei 1993 in ieder
geval een bijdrage aan.
H. Hartgers,
gemeente Ridderkerk
418
NGT GEODESIA 93 - 9