registreren van verstoringen, bijvoorbeeld als er een tram langs de auto rijdt. Vandaag passen er, met enige moeite, twee man in het monster. Chauffeur/landmeter Ludolf Boelens op de chauffeursstoel en uw redacteur ernaast op de andere. Eigenlijk had dat andersom gemoeten, want die chauf feursstoel was een ,,SCHEEL"-fauteuil. De auto van de eerste FRANK-versie was veel groter en comfortabeler. Maar het waren geen zuinigheidsover wegingen waardoor Ludolf zich nu in een Mini moet op vouwen. Het had te maken met de ideale opnamehoogte voor de camera en dat schijnt 1,70 meter te zijn. Boven dien moest de auto een klein dakje hebben, omdat de camera ook 30 graden omlaag fotografeert. En zo kwam men op de Mini. Ondertussen zijn we in de straat terechtgekomen waar de opnamen moeten worden gemaakt. Voorin de straat stopt de auto, de computer wordt geactiveerd en de eerste foto wordt gemaakt. Je hoort dat de camera zich stabiliseert en dan volgt de klik. We rijden tien meter verder. Het stoplicht op het beeldschermpje springt bij acht meter op geel en vervolgens op rood. De auto stopt, motor uit en klik. „Stoplicht" wordt groen, de motor wordt gestart en we rijden weer verder. Tien meter is maar een klein stuk je. Veel langer kunnen de intervallen niet zijn. De straat is niet zo breed; dat bepaalt de intervallen, want de hele straat moet wel op de foto komen. Bij elke stop wordt de motor afgezet en dus ook weer gestart als we verder gaan. Dat verveelt gauw en de achteropkomende auto's moeten even geduld hebben. Gelukkig rijden we in een rustige wijk. Hoe ging dat in Amsterdam? vraag ik Ludolf. Volgens hem zijn ze daar aan stremmingen gewend; de Amsterdammers wachten rustig tot ze verder kunnen. Rotterdammers zijn anders, die hebben geen geduld en beginnen direct te toeteren. De Vughtse straat is toch vrij snel afgewerkt en we rijden terug naar Crayenstein. Film en floppy gaan mee naar de derde verdieping en daar volgen we de rest van het proces. Kijken naar fish-eye plaatjes ,,De film moet worden omgewerkt naar digitale gegevens waaruit een kaart kan worden gemaakt. Het ontwikkelen van een film is geen probleem, maar dan begint het pas. Bij de eerste generatie FRANK werd met de ontwikkelde film verder gewerkt, maar we wilden al snel niet meer in die rare fish-eye plaatjes kijken", legt Beers uit. „Daarom ontwikkelden we een speciale scanner die de fotobeelden Ludolf aan het werk. omvormt tot een normaal panoramabeeld en dat boven dien digitaal maakt". Hans Kuppens bedient de speciale scanner die geheel automatisch de film aftast en een zeer groot scheidend vermogen heeft, namelijk 1 milliradiaal. De film wordt in de scanner gezet en de floppy die is meegekomen uit de auto, gaat in de disk drive van de scanner. Die floppy bevat gegevens van de opname, zo als de naam van het project, opnamedatum, verstoorde opnamen (die worden niet gescand), en stuurt ook het hele proces. De scanner werkt nu de film, foto voor foto af. Eerst betast hij de randmerken, zorgt dan voor een inwendige oriëntering van de foto, plaatst de lens exact onder het middelpunt en gaat scannen. Eerst een slag rechtsom voor een grof beeld, dan een slag terug voor het nauwkeurige beeld. Dit laatste met een resolutie van 200 punten per millimeter (5000 dpi). Dat is nodig om de ver eiste nauwkeurigheid van 1 milliradiaal te halen. Per foto levert dat een bestand op van 88 megabyte en dat is nogal wat. Het medium waarop dat wordt opgesla gen, zijn DAT-cassettes met een vermogen van 8 giga byte. Het scannen van één foto duurt een minuut of zes en om dat de scanner dat geheel alleen kan doen, laten we hem verder aan zijn lot over. Morgenochtend is de hele film gescand en staat de Vughtse wijk digitaal op een mini- cassette. Daar houdt het werk van FRANK eigenlijk op, want die cassettes worden geleverd aan de opdrachtgever die er uit kan halen wat hij wil hebben. Hij heeft daar alleen een PC voor nodig en natuurlijk de programmatuur die FRANK levert. 420 NGT GEODESIA 93 - 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 16