De positie van de GIS-deskundige in de toekomst Honderd GIS-diploma's bij Nieuwland Opleidingen door Theo Scheele, redacteur. Alweer vijf jaar lang verzorgt Bureau Nieuwland uit Wageningen opleidingen voor werkloze academici en HBO-ers. Meer dan hon derd mensen hebben die kans inmiddels aangegrepen en zich daar door niet alleen van een extra dimensie voorzien in de vorm van een GIS-deskundigheid, maar vaak ook van een baan. De uitreiking van het honderdste getuigschrift was één aanleiding voor de bijeenkomst, een enthousiaste groep cursisten was de andere. Bijna een jaar lang is men samen bezig geweest zich te bekwamen tot GIS-deskundige, eerst in de leslokalen van Nieuwland-opleiding, daarna op hun stageplek. Regelmatig houden ze nog contact met elkaar en wisselen stage-ervaringen uit. Dat bleek heel zinnig, reden voor het organiseren van een klein symposium rondom het hon derdste diploma. Alle honderd oud-cursisten werden uitgenodigd in hotel „de Wereld" in Wageningen. Weinigen lieten verstek gaan. De (oud-)cursisten zijn over heel Nederland uitgezwermd en hadden elkaar uiteraard veel te vertellen over de plek waar ze inmiddels arbeid hebben ge vonden en hun stage-ervaringen, en natuurlijk keken ze af en toe terug op hun opleidingstijd. Die belangstelling voor eikaars belevenissen van gisteren en van daag was dan ook groter dan die voor de symposiumvragen over de positie van de GIS-deskundige in de toekomst. Daarom werd het wat later dan gepland, toen twee deskundigen daarop hun licht lieten schijnen. Zijn GIS-deskundigen nodig? Mevrouw Trinette Hoofd, directeur van VIGIS (GIS-leverancier) hield een praktijkverhaal over het managen van automatiseringspro jecten. Zij boeide de toehoorders door haar verhaal te verlevendigen met een aantal krasse uitspraken, zoals: „Het (hoger) onderwijs loopt achter bij de behoefte en het aanbod in de markt", of „GIS- deskundigen maken weleens GIS-ontwerpen die helemaal niet nodig zijn". Zeer welkom waren de opmerkingen dat er nog maar weinig GIS-deskundigheid in Nederland is en dat GIS in opmars is. De geodetische wereld beschouwde ze echter als een voorbeeld waar een GIS maar slecht aan de bak kan komen, omdat Nederland daar op de millimeter wordt gemeten, wat de bouw en invoering van een GIS onnodig duur maakt en wat in haar ogen ook nergens voor nodig is. Een interessante uitspraak was dat sommige overheids diensten automatisering niet lieten doorgaan, omdat als gevolg daar van te veel mensen zouden moeten afvloeienGelukkig zat mevrouw Dales niet in de zaal. Ter voorkoming van te groot enthousiasme hield ze de nieuwe GIS- deskundigen voor dat er momenteel nog erg veel tijd moet worden gestopt in het ontwikkelen van „toolboxen", maar als die eenmaal beschikbaar zijn, is de vraag gerechtvaardigd of er dan nog wel GIS- deskundigen nodig zijn. Die teleurstelling wist zij echter goed te compenseren met de (enige) overheadsheet met de spreuk: laatste jaren hebben plaatsgevonden en hoe die veranderingen doorwerken naar het onderwijsaanbod op de LUW. Die verande ringen maken duidelijk dat GIS, ondanks zijn complexiteit, in de praktijk een geaccepteerd instrument is geworden. Omdat het aantal veranderingen erg groot is, werd ook het verhaal evenredig langer. Uitvoerig werden de ontwikkelingen van de programmatuur, het modelleren en het implementeren doorgenomen. Natuurtechnisch- en sociaal-economisch GISsen Zes Nieuwland-cursisten waagden zich aan beschouwingen over de GIS-toepassingen bij hun (soms tijdelijke) werkgever. Omdat de lezingen separaat op twee locaties geschiedden, kan ik er slechts drie weergeven. Hanneke van den Anker besprak haar ervaringen bij het KNMI bij de opzet van een proefproject Mistdetectie Breda waarin ze met behulp van een raster-GIS aannemelijk kon maken wat de meest waarschijnlijke plaatsen zijn, waar langs Rijksweg 16 mist kan op treden. Daar zouden dus mistsensoren moeten worden geplaatst. Helaas bleek dat de praktijk niet op haar onderzoek kon wachten en men plaatste onafhankelijk daarvan de sensoren. Het GIS-onderzoek bevestigde die plaatskeuze wel, maar volgens Hanneke had men met veel minder sensoren kunnen volstaan. Sjors Weijers, werkzaam bij Geoperfect, maakte de toehoorders wijzer over de principes van GPS en de apparatuur die daarbij wordt gebruikt. Door vergelijking met de al heel oude astronomische plaatsbepalingsberekeningen concludeerde hij dat er eigenlijk niet veel nieuws onder de zon is. Maar op zon en sterren kun je alleen 's nachts meten. Meten op satellieten kan ook overdag. Hij vertelde zoveel over afstandmeting met behulp van lichtsnelheid, atoom klokken en snijdende bollen, dat het de vraag uit de zaal opriep of het allemaal ook echt werkt. Ronald Boertje tenslotte had de ondankbare taak om in het, in middels erg uitgelopen programma, de aandacht van de aanwezigen te vragen voor de Groene Poot van de Rijkswaterstaat. Met teke ningen en tabellen gaf hij informatie over de aandacht die Rijks waterstaat heeft voor natuur en landschap en hoe dit in het over heidsbeleid met betrekking tot de uitvoering van diverse projecten tot uiting komt. Als voorbeeld werden de Oostvaarders-plassen, het Lauwersmeer-gebied en het Krammer/Volkerak-gebied toegelicht en voor dit gezelschap met name de toepassing van GIS hierin. De andere sessies gingen over: GIS en verkeer en vervoer (Hofstra Verkeersadviseurs); GIS bij Oranjewoud; de baten van GIS voor beleidsmakers (CMG). Kennis geeft geen macht Het gebruik van kennis geeft de macht Door een goed gebruik van kennis blijft de GIS-deskundige het eerste decennium nodig. Academischvan geen belang Ron van Lammeren, voorzitter van het CGI en docent aan de LUW te Wageningen, beloofde meerdere hulpmiddelen te gebruiken om zijn gehoor te boeien, maar toen liet de opgestelde overhead projector het prompt afweten. Na beantwoording van de vraag wat academisch onderwijs eigenlijk is (academisch is volgens Van Dale: van geen werkelijk belang), weerlegde hij de stelling van de vorige spreker en beweerde dat het hoger onderwijs voorop loopt in de ontwikkeling van nieuwe theo rieën en methoden. Uitvoerig schetste hij de aandacht die het GIS in het academisch onderwijs krijgt, maar vooral ook op de veranderingen die daarin de NGT GEODESIA 93 - 9 Mevrouw T. Hoofd. 423

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 19