berichten In memoriam mej. C. A. C. Best 502 VERHUIZINGEN KADASTER EN RIJKSWATERSTAAT IN LEEUWARDEN De verhuizing van de noordelijke Rijkswaterstaatsdirec- ties Groningen, Friesland en Drenthe naar het Leeuwar der Middelseehuys (waarin nu het Kadaster kantoor houdt) zal zo goed als zeker vertraging ondervinden. Oor spronkelijk moest de verhuizing plaatshebben op 1 janua ri 1994. De verbouwing van het nieuwe onderkomen van het Kadaster - het voormalige pand van de Rijkswaterstaat (RWS) aan de Tesselschadestraat in Leeuwarden - wordt veel omvangrijker dan aanvankelijk was voorzien. Daar door verlaat het Kadaster het Middelseehuys zoveel later, dat de verhuizing van RWS Noord met waarschijnlijk zo'n drie maanden wordt vertraagd. Projectleider A. J. van den Bos: „Ook het Middelseehuys wordt drastisch verbouwd. We gaan de buitenkant van het gebouw helemaal opknappen, zowel qua constructie als uiterlijk. Daardoor moeten de bestaande tochtklach- ten in dat gebouw verholpen zijn. De inrichting krijgt ook een grondige beurt: nieuwe wanden, plafonds en vloer bedekking, computerruimte, datanetwerk, enzovoorts. Bovendien komt er op kosten van de eigenaar van het ge bouw een nieuwe entree. Daarbij is ook een nieuwe balie nodig. Dit geldt als pilot-poject voor de nieuwe huisstijl". Alle aanpassingen van het pand zullen niet vóór maart 1994 klaar zijn. Wel bekijkt men of „gefaseerde inhui- zing" in dit geval tijdwinst kan opleveren. Op dit moment zijn de waterstaters van RWS Friesland tijdelijk onderge bracht in het voormalige pand van het Elektriciteitsbedrijf (PEB). De totale verhuizing kost Rijkswaterstaat onge veer 14 miljoen gulden. De kosten van de verhuizing van het Kadaster komen daar nog bovenop. Deze worden ge heel gedragen door VROM en bedragen ongeveer 8 mil joen gulden. Het personeel van het Kadaster gaat waar schijnlijk in november naar het voormalige Rijkswa terstaatskantoor. (V&W-bladProfiel", 19 augustus 1993) I NASA-PRIJS De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa heeft aan een Nederlandse onderzoeksgroep de zogenaamde Group Achievement Award uitgereikt. De groep van de Delftse prof. ir. K. F. Wakker kreeg de prijs voor precisie- metingen aan de satellietbaan van de Topex/Poseidon kunstmaan. Wakker bleek in staat de positie van de satel liet, die zich 1336 kilometer boven het aardoppervlak be vindt, tot op tien centimeter nauwkeurig te berekenen. Door combinatie van hoogte- en positiegegevens van de satelliet is het mogelijk de vorm van het oceaan oppervlak zeer nauwkeurig te berekenen. Hoogtever schillen in het oppervlak van oceanen kunnen iets zeg gen over zeestromingen, de topografie van de zeebodem en de invloed van de zwaartekracht. (Uit: Polytechnisch Weekblad, 20 augustus 1993) Op dinsdag 1 juni 1993 overleed te Apeldoorn mej. C. A. C. Best op de leeftijd van 84 jaar. Hoewel het bekend was dat haar ge zondheid de laatste jaren te wensen overliet, kwam het bericht van haar overlijden voor velen in de landmeetkundige wereld die haar kenden, toch nog onverwacht. Tine Best werd in 1909 in Hoorn geboren als dochter van een kaashandelaar. Na haar 5-jarige HBS-B opleiding te Hoorn, waar ze met uitstekende cijfers slaagde, werd ze door Piet Velzeboer opgeleid tot landmeetkundig tekenaar. Na hiervoor te zijn ge slaagd, moest ze een maandsalaris aan hem betalen voor de genoten opleiding. In 1929 trad ze in dienst bij het Kadaster en wel in de vestiging Leiden. Ze behaalde vervolgens in die tijd de wiskunde-akte K1 en K5. Eind jaren dertig werd ze overgeplaatst naar de Centrale Teken Opleiding (CTO) te 's-Gravenhage, alwaar ze enige jaren later werd aangesteld als chef van de rekenafdeling. Ook werd ze in 1946 benoemd als lid van de examencommissie CTO. Tine nam in 1947 de rubriek „Opgave met landmeetkundige inslag" in het tijdschrift „Orgaan der Vereniging van Technische Ambtenaren van het Kadaster" over van D. de Vries. Deze ru briek heeft ze 25 jaar verzorgd, ook nadat dit tijdschrift in 1959 opging in „Geodesia". Veel landmeetkundige collega's en vakgenoten worstelden met de door haar opgestelde opgaven en zonden ze in. Zeer veel vrije avonduren en weekeinden heeft ze besteed aan het nakijken hiervan en een ieder kreeg zijn ingestuurde opgave retour, altijd door haar voorzien van een persoonlijke noot. In 1948 trad ze toe tot de redactie van het voornoemde „Or gaan", welke op dat moment bestond uit K. Koopmans en P. Teeling. Ze nam vooral het wiskundig gedeelte voor haar re kening. In 1959 stond ze samen met Piet Teeling aan de wieg van de Stichting „Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde" en het tijdschrift Geodesia. De beide benamingen werden nog o.a. door hen bedacht. Te zamen met E. Draisma en M. L. Veen vormden zij het eerste redactieteam van Geodesia. Van deze pioniers heeft Tine haar functie het langst uitgeoefend, namelijk tot 1970. Bij haar afscheid schrijft de toenmalige voorzitter van het NGL in Geodesia „Gelukkig zal ze haar rubriek 'Opgaven met landmeet kundige inslag' nog blijven verzorgen. Hulde aan haar, die zo veel werk heeft verzet". In gesprekken met voormalige (eind)- redacteuren van Geodesia hoor je steeds welk een stimulerende en unieke vrouw zij was, die niet alleen oog had voor het coördi neren van „wiskundige" artikelen, maar ook veel aandacht be steedde aan een goed gebruik van de Nederlandse taal. Dit droeg zij dan ook met verve aan hen over. Oud-bestuursleden van het NGL geven soortgelijke reacties. Tine vond in 1971 dat voor haar rubriek maar iets anders in de plaats moest komen, moderner van aanpak. Zij riep de lezers van Geodesia op om met ideeën bij de redactie te komen. Voor al deze voornoemde werkzaamheden is ze tot erelid van de Vereniging van Technische en Administratieve Ambtenaren van het Kadaster (VTAK) benoemd. Bij de verplaatsing van het CTO van 's-Gravenhage naar Apel doorn in 1967 is ze meegegaan. In 1973 ging ze daar, zeer tegen haar zin, met pensioen. Als blijk van waardering voor al haar werk en toewijding werd ze koninklijk onderscheiden tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Dat Tine een goed mens was, heeft iedereen gemerkt die met haar in contact kwam. Ze was een eerlijke vrouw, die vrijwel haar gehele leven in dienst van de Kadaster-medewerkers en de Nederlandse landmeetkundige wereld heeft gesteld. Na haar pensionering konden we haar nog regelmatig treffen bij de jaar vergaderingen van VTAK en de NGL-congressen. De VTAK en het NGL zijn veel aan haar verschuldigd. De herinnering die zij achterlaat, is onuitwisbaar. We betuigen haar zuster onze oprechte deelneming. Jos Schreurs NGT GEODESIA 93 - 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 18