entiteit attribuut tk* type-bouwwerk domein Onderzoek NNI RAVI CTB het landinformatieveld Conceptueel schema classificatie de paraplu-functie voor de bestaande doelgroep-classificaties (fig. 1). Om deze doelstelling te bereiken, zijn de volgende crite ria geformuleerd: uitgegaan wordt van objecten en kenmerken, die als entiteiten en attributen in het Terreinmodel Vastgoed worden opgenomen; de classificatie staat los van enerzijds toepassingen/ produkten en anderzijds van de techniek; binnen de grenzen van het gestelde doel moet de classificatie volledig zijn. Daarnaast moet de classifi catie uitbreidbaar zijn voor toekomstige ontwikke lingen; classificaties voor specifieke toepassingen/gegevens overdracht binnen doelgroepen kunnen blijven bestaan; beschrijvende attributen van entiteiten uit bestaande classificaties die reeds voldoen aan gebruikerseisen, worden vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Hier bij kan met name worden gedacht aan grondwatermo dellen en bodemsoorten; beschrijvende attributen die reeds zijn gedefinieerd binnen bestaande uitwisselingen vallen vooralsnog buiten de algemene classificatie; hier kan onder meer worden gedacht aan de administratieve registratie van kadastrale objecten bij het Kadaster. len literatuur bestudeerd. Naast deze studie heeft ook een interview plaatsgevonden per bestaande classicatie met iemand die de desbetreffende classificatie goed kent (fig. 2). De resultaten zijn opgenomen in een rapportage waaraan verderop in dit artikel aandacht zal worden besteed. SBN SPOORBAAN 01 drinkwater 0101 0102 0103 reinwater ruwwater/ruw drinkwater voorgereinigd water doornummeren 02 oppervlakte water 03 rioolwater gemengd hemel-/vuil water hemelwater vuilwater 0310 0311 0312 tiental doornummeren binnen tiental Fig. 3. Voorbeelden codering. De werkzaamheden zijn in verschillende fasen uitge voerd. De eerste activiteit was het formuleren van criteria voor objecten en kenmerken op grond van algemene uit gangspunten. Aan de hand van deze criteria konden de werkgroepleden besluiten welke entiteiten en attributen moesten worden opgenomen in het terreinmodel. Met hun kennis van het veld heeft de werkgroep een lijst ge maakt met ruimtelijke objecten, die voor opname in het model in aanmerking komen. In overleg met hun eigen organisaties hebben de leden van de werkgroep de attri buten bij die entiteiten opgespoord en is er door de werk groep een voorlopige lijst samengesteld. Aan de hand van deze lijst is de documentatie van de be staande groepsclassificaties (ongeveer 12) en aanbevo- 8 mensen uit het landinformatieveld en 2 van het secretariaat van de RAVI 4 vertegenwoordigers van 8 doelgroepen Fig. 2. Organisatie. NGT GEODESIA 93 - 10 De voorlopige lijst is zowel schriftelijk als mondeling ge toetst in het veld. Schriftelijk met behulp van een vragen lijst en mondeling via klankbordgroepjes met steeds vier vertegenwoordigers van de doelgroepen. Totaal hebben zo'n 150 mensen meegewerkt aan deze toetsing. Om de definities los te maken van specifieke toepassin gen en om gemeenschappelijke gegevensverzamelingen te bepalen, is gebruik gemaakt van een methodiek om gegevens te definiëren [2], waarbij termen en aspecten een belangrijke rol spelen. Een term wordt beschouwd als een bouwsteen van de definitie. Een aspect is een aandachtspunt van een gegeven. In de norm zijn de defi nities ingedeeld naar definities van entiteiten, attributen en overige termen. Bij het definiëren zijn bestaande definities uit verschillende bronnen gebruikt en de ge meenschappelijke elementen zijn hierin verwerkt. In de laatste fase zijn de gedefinieerde entiteiten en attri buten gecodeerd. Voor zover domeinen een vast bereik hebben, is ook het geïnventariseerde domein gecodeerd. De entiteiten en attributen hebben een drie-letterige af korting, hoofdletters voor entiteiten en onderkast voor attributen. Uitgangspunt is geweest om een betekenisvol le afkorting te geven (fig. 3). Het domein is gecodeerd met cijfers. Het eerste niveau van twee cijfers is doorgenum merd. Het tweede niveau van twee cijfers is ingeval van opsomming doorgenummerd en in die gevallen waarbij sprake is van groepering, zijn de groepsaanduidingen tientallen en de opsomming binnen de groep een doornummering van het tiental. Bij het bepalen van de brugfunctie tussen de verschillen de doelgroepclassificaties is gezocht naar een evenwich tig niveau waarop de ruimtelijke objecten kunnen worden beschreven; dit heeft geleid tot een iets globaler beschrij vingsniveau dan in de bestaande classificaties wordt ge hanteerd. Uit het onderzoek is gebleken dat dit globale ni veau goed aansluit bij de behoefte, aangezien een be- 487

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 3