BOCO
1 CODEs
LKI
VCL
TDN
GFO
UNIE
I FACC
OSKA
i sias
NORM
a
m m
a
deelte van een kadastraal perceel. Het Kadaster vormt
dan tijdelijk een zogenoemd deelperceel. Aan dit deelper-
ceel wordt een aantal gegevens gerelateerd. Vervolgens
vindt een meting plaats (soms tot wel twee jaar na de aan
bieding van de akte) om het nieuwe perceel geometrisch
te bepalen. Uiteindelijk vindt hierna de definitieve per
ceelnummering plaats. Dit probleem is niet alleen van be
lang voor de kadastrale organisatie, maar geldt ook voor
organisaties die gebruik maken van kadastrale informa
tie. Bijvoorbeeld een gemeente die in verband met be
lastingheffing dit object ook een voorlopig nummer heeft
gegeven. Op het moment van levering van de nieuwe per
celen door het Kadaster aan die gemeente kan deze ge
meente geen relatie leggen tussen het definitieve num
mer van het Kadaster en het tijdelijke eigen nummer.
Mutatieverwerkingsprobleem
Een aantal gebruikers verwacht problemen, met name bij
de automatische verwerking van mutaties in bestaande
bestanden. Om het probleem te schetsen, volgt hier een
voorbeeld. In een bepaald gebied is door het Kadaster
een digitale GBKN vervaardigd en geleverd aan een
gemeente. Vaak zal deze gemeente aanpassingen ver
richten op dit bestand. Bijvoorbeeld zullen vlakelementen
worden gevormd met behulp van aanwezige lijnen door
deze te verlengen of af te breken. Hierdoor verdwijnen
coördinaatpunten van de originele objecten of worden
coördinaatpunten toegevoegd. Vervolgens worden ver
anderingen in dit gebied opgemeten door het Kadaster en
in de digitale GBKN verwerkt. Als nu alleen de mutaties
worden geleverd, is het voor deze gemeente een pro
bleem om de vervallen objecten in zijn bestand uit
sluitend op grond van de geometrische attributen te loka
liseren.
Koppelingsprobleem
Hier zijn problemen te verwachten bij een eenduidige
koppeling van gegevens over dezelfde objecten die op
geslagen zijn in verschillende registraties. Omdat er een
aantal extra attributen is opgenomen, geeft het Terrein
model Vastgoed al mogelijkheden om registraties aan el
kaar te relateren met een bepaalde mate van zekerheid.
Probleem met betrekking tot een betekenisvolle iden
tificatie
Dit probleem kan worden geschetst met het volgende
voorbeeld. Een gebouw heeft als identificatie straatnaam
huisnummer. Als nu door een gemeentelijk besluit de
huisnummering of straatnaam wijzigt, zal ook de identifi
catie van het gebouw wijzigen zonder dat het object zelf
een verandering ondergaat. Andere vormen van beteke
nisvolle identificaties zijn bijvoorbeeld coördinaten en het
kadastraal perceelnummer.
Tenslotte kan als organisatieprobleem worden genoemd
de afstemming van object-identificaties in die gevallen
waar de gegevens van een object door meerdere partijen
worden ingewonnen en beheerd.
Literatuurstudie
In de literatuurstudie hebben bestaande classificaties in
binnen- en buitenland centraal gestaan. Het voornaamste
doel van het onderzoek naar bestaande classificaties was
om enerzijds een basis te leggen voor de relatie met de
algemene classificatie en anderzijds argumenten te ver
zamelen ter ondersteuning van de opzet van de algeme-
NGT GEODESIA 93 - 10
Naam
Omschrijving
BOCO
Classificatie van topografische elementen
CODEs
Code Stedebouw
FRANK
Classificatie en Coderingssystemen FRANK
LKI
Classificatie van het Kadaster
VCL
Classificatie voor leidinggegevens
TDN
Classificatie van de Topografische Dienst
GFO
Gemeentelijk Functioneel Ontwerp Basisregistra
tie Vastgoed
UNIE
Classificatie voor Waterschappen
FACC
Feature Attribute Coding Catalogue, in gebruik
met DIGEST
NTF
National Transfer Format van Engeland
OSKA
Objekt-Schüssel Katalog in gebruik in Duitsland
SDTS
Spatial Data Transfer Standard van de Verenigde
Staten
Fig. 5. Betrokken Classificaties.
ne classificatie (het terreinmodel). In beide gevallen is het
van belang om de belangrijkste kenmerken van de be
staande classificaties te beschrijven.
Bij het verzamelen van informatie over de classificaties is
gebruik gemaakt van beschikbare documentatie. Tevens
hebben interviews plaatsgevonden met contactpersonen
die vanuit hun gebruik en/of deskundigheid een bepaalde
classificatie vertegenwoordigden. Voor zover reeds clas
sificatievergelijkingen hebben plaatsgevonden, zijn deze
ingebracht.
In de rapportage over de literatuurstudie [1] worden de
betrokken classificaties (fig. 5) nader beschreven op ba
sis van de volgende aspecten:
doel en toepassing;
kenmerkende structuur;
toegepaste methode van gegevensdefinitie;
toegepaste selectiecriteria voor objecten en ken
merken;
belangrijkste gebruikersgroepen.
HOOFDONDERDELEN
- uitwisselingsformaat
- classificatie
- woordenboek
0
0
OPGEZET VANUIT
- fysieke werkelijkheid
- gebruik functie
0
0
0
E3
(CP
DEFINITIES
- wel
geen
SOORT OBJECT
samengesteld
met detaillering
zonder detaillering
- enkelvoudig
1
STRUCTUUR CLASSIFICATIE
- hiërarchisch
- nevenschikkend
SOORT MODEL
terrein-model
- kaart-model
0
1
INCLUSIEF GEOMETRIE
- ja
globale afbeelding vorm
idealisatie vorm
- nee
Fig. 6. Vergelijking classificaties.
489