Is geodesie meer dan
waterpassen?
Beelden van wand en straat:
Inleiding
Eigentijdse hausse
door A. M. den Boerredacteur.
Geodetic profiling: images on walls and in streets
Increasing privatization invites surveying firms to emphasize their existence by putting works of art on
the walls of their buildings and by the side of the streets. Most of these advertizing objects are related to
levelling. This richly illustrated article presents a preliminary inventory.
SUMMARY
Landmeters timmeren per definitie aan de weg. Als ze
niet zelf bezig zijn, kan men toch verklikte grondslagpun-
ten, grens- en peilstenen, paspuntschijven en dergelijke
aantreffen. Al voor en los van een Commissie Promotie
Geodesie trekken daarboven landmeetkundige kunst
werken en straatnamen de aandacht. Voor een dergelijke
inbedding van een beroep in de totale samenleving is in
het Duitse taalgebied traditioneel meer belangstelling [1],
Een gevelsteen, uithangteken of object dient om een
pand te onderscheiden van andere, om het een „eigen
merk" te geven. Terwijl straatnamen, wijk- en huisnum
mers worden opgelegd, plaatst men gevelstenen op
eigen initiatief. Ze zijn vanouds meer dan een adresaan
duiding: bij bedrijven ging het om kenmerken of zelfs re
clame. Ambachtelijk gereedschap of produkten werden
vaak afgebeeld of uitgehangen.
Zo vindt men in Edam (Kleine Kerkstraat 2) onder meer
een gevelsteen die twee mannen toont, die met een pas
ser een globe meten. In dit pand woonden eeuwen terug
de kaartmakers en gebroeders Harmen en Marten Jansz.
Toen in 1895 het Delftse Geodesiegebouw werd neerge
zet aan de Kanaalweg, kreeg dat gevelstenen met wa
penschilden met geodetische passer en gradenboog en
pal boven de deur vijf beeldjes van vrouwenfiguren met
geodetische attributen [2].
In 1896 werd in Groningen een monumentaal spoor
wegstation voor het publiek opengesteld. De Amsterdam
se architect ir. J. Godschalk liet het rijk versieren met go-
thische en renaissance-motieven. De ruimte van de „op
zichter" werd boven de deur voorzien van een steen met
passer en waterpasinstrument op driepoot (fig. 1).
Voor het ITC-gebouw aan dezelfde Delftse Kanaalweg
werd in 1956 een sculptuur geplaatst van de Nijmeegse
Fig. 1. NS-station Groningen (1896).
kunstenaar Charles Hammes, in de volksmond de „kron
kel" genaamd (de sculptuur dus!). De „kronkel" verhuis
de mee naar Enschede. Een kenner omschreef de sculp
tuur als volgt:
,,Zij beeldt in een brede doorlopende strip de aarde uit,
waaromheen een figuur, die het midden houdt tussen een
vogel en een vliegtuig, een glijdende baan beschrijft. Al
dus symboliseert dit monument de, de gehele aarde om
spannende, reikwijdte van wetenschap (de vogel) en
fotogrammetrie (het vliegtuig)" [3],
Als vignet op ITC-drukwerk werd de „kronkel" over
bekend.
De laatste jaren is er een werkelijke hausse van publieke
geodetische objecten. Samen zouden ze de indruk kun
nen wekken: geodesie is weinig meer dan waterpassen.
Sinds 1988 is in het Amsterdamse stadhuis/muziekthea
ter het NAP-referentievlak permanent voor een breed pu
bliek zichtbaar. Men kan zelfs zijn hand op de bronzen
bout op nulhoogte leggen [4],
In 1989 werden in Den Haag grote afdekkende panelen
geplaatst bij de ingang van het uit 1956 daterende pand
van Gemeentewerken. (Boven de deur staat nu natuurlijk
„Stadsbeheer".) Een paneel werd beschilderd met een
bebaarde waterpasser (fig. 2).
Fig. 2. Paneel bij Stadsbeheer te Den Haag (1989).
Het bureau Passe-Partout te Gouda - gespecialiseerd in
bouwmeten - liet in 1990 voor haar buitengevel een
plastiek ontwerpen door H. Galjé van HG Reklame te
Waddinxveen. Vanwege de ligging aan de spoorbaan - tot
1993 - kennen velen de waterpasser met een 's avonds
door rood licht gevisualiseerde vizierlijn. Het landmeters-
hoofd is ongeveer twee meter hoog. De E-baak reikt van
maaiveld tot dakrand (fig. 3 en 4).
Voor het nieuwe pand van Geo Meetdienst aan de Cel-
siusweg te Bunschoten verrees in 1991 naar ontwerp van
NGT GEODESIA 93-10
491