registers vernietigd, omdat men het geloof in particuliere eigendom verloor. Na de omwenteling in 1989 is er nog niet veel veranderd op dit punt. Het aantal notariskantoren is nog steeds niet groot. Thans zijn er 72 notariskantoren in een land dat ongeveer driemaal de omvang van Nederland heeft, met een bevolking van ruim 8 miljoen mensen. Hoewel de transportmogelijkheden groter zijn geworden, kan men nog steeds niet spreken van een ideale bereikbaarheid van notarissen door het publiek, zeker niet voor de be woners van het platteland. Landrestitutie en teruggave van land Begin 1990 werd besloten dat de landbouwgrond zou worden teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaren van vóór het communistische bewind of aan de erfgena men daarvan. Daartoe werd per gemeente een Gemeen telijke Land Commissie (GLC) in het leven geroepen. De GLC ressorteert onder een speciaal directoraat van het Ministerie van Landbouw: het Directoraat Land Reform (DLR). Bulgarije kent ruim 300 gemeenten, die zelf weer bestaan uit verschillende dorpskernen. Het aantal dorpskernen per gemeente varieert van twee tot meer dan twintig. Er zijn dus ook ruim driehonderd verschillende GLC's die de restitutie per dorpskern niet per gehele gemeente organiseren. Om tegelijkertijd de agrarische produktie te handhaven, zijn zogenaamde Liquidatie Commissies (LC's) ingesteld. Voor zover de grond niet onmiddellijk kan worden terug gegeven, moeten deze LC's zorgen voor de continuïteit van de landbouwproduktie. Alle maatregelen die zij tref fen, komen ten goede aan de toekomstige eigenaren. Het is dan ook de bedoeling dat na teruggave de LC's een verrekening opstellen, waarbij de inbreng van elke nieu we eigenaar wordt vastgesteld. Tevens is elke nieuwe eigenaar gerechtigd tot een deel van de agrarische hulp middelen die in de dorpskernen meestal in de gebou wencomplexen van de vroegere agro-industriële com plexen aanwezig zijn. Sinds de omwenteling is het voortbestaan van de agrari sche gebouwencomplexen onzeker geworden. Veel van die gebouwen zijn (ten dele) in onbruik geraakt, zoals op fig. 3 is te zien. Soms zijn ze gedeeltelijk ontmanteld, en gebruikt men onderdelen ervan als bouwmaterialen voor eigen nieuwe optrekjes. Om de teruggave van land en het indienen van aanspra ken daarop overzichtelijk te houden, verdeelt de GLC de landbouwgrond eerst naar de verschillende dorpskernen. Daardoor ontstaan gebieden rondom elke dorpskern, die bij die dorpskern zouden moeten behoren (Territories Be longing to Settlements). Fig. 3. Veel agro-industriële complexen zijn in verval geraakt. 554 Vervolgens worden de gebieden behorende tot een dorpskern in drie categorieën opgedeeld, voor zover die tenminste aanwezig zijn. De grond die het gemakkelijkst kan worden teruggegeven, is grond waarvan de eigen- domsgrenzen zoals die vóór het communistische bewind bestonden, nog steeds in het terrein aanwezig zijn. Dat komt vooral voor in geaccidenteerd terrein. Van oudsher heeft men dat terrein in terrassen verdeeld om landbouw mogelijk te maken. Daarop zijn dan wijngaarden, boom gaarden en kleinere percelen tuinbouwgrond aangelegd. De terrasstructuur is door de agro-industriële complexen intact gelaten om erosie tegen te gaan. Hier kan de GLC op grond van vorderingen, eventueel aangevuld met ge tuigenverklaringen van oudere mensen uit de dorpskern, doorgaans zonder veel onderzoek en werk tot teruggave komen (fig. 4). In de tweede categorie ligt dat iets moeilijker. Hiertoe behoren de gronden die op een betrekkelijk klein opper vlak omsloten zijn door onveranderde natuurlijke grens- kenmerken, zoals rivieren, wegen e.d. Deze gebieden worden aangeduid als gebieden met herstelbare (oude) grenzen, omdat degene die grond eist, goed de vroegere locatie van dat stuk grond kan aanwijzen. Men herinnert zich een bocht in de rivier, daar waar men vroeger met vader ging vissen, of men herkent nog die boom waar onder vroeger altijd de siësta werd gehouden. Met behulp van eventueel ook nog getuigenverklaringen kan de GLC daar de aanspraken toewijzen. Ook de gebieden waarvan men bruikbare kadastrale kaarten heeft van vóór 1944, worden tot deze categorie gerekend. Het grootste probleem bij teruggave van de landbouw grond wordt gevormd door de meestal uitgebreide en in middels vrijwel aaneengesloten landbouwarealen van de vroegere agro-industriële complexen. Hier is de topogra fie soms ingrijpend gewijzigd. Het kan zijn dat vroegere dorpen geheel zijn verdwenen, dat rivieren zijn gekanali seerd, dat grote irrigatiewerken zijn aangelegd en dat alles is doorsneden door een nieuw stelsel van wegen. Voor oorspronkelijke eigenaren of hun erfgenamen is het vaak heel moeilijk om zelfs maar bij benadering aan te geven waar de vroegere eigendom was gelegen. Oude herkenbare topografische elementen zijn vaak veran derd. In deze derde categorie van gebieden moet op grond van door de GLC geaccepteerde aanspraken een landinrich tingsplan worden opgesteld. Door de verandering van de topografie is het echter om te beginnen al lastig voor de GLC om precies aan te geven waar zich de vroegere grenzen van de dorpskernen bevonden en welke grond precies tot welke dorpskern behoort. Het komt dan ook herhaaldelijk voor dat vorderingen worden uitgebracht in twee of meer naast elkaar gelegen dorpskernen, omdat men liefst zo zeker mogelijk wil zijn van de terug te krijgen grond. Maar een nog groter probleem vormen de boeren die indertijd grond hebben uitgeruild met de (beginnende) landbouwcoöperatie. Dit geldt ook voor de boeren die hun vruchtbare gronden afstonden aan de coöperatie in ruil voor een ander stuk grond dat niet in gebruik was. Deze boeren eisen grond op basis van het ruilbewijs, ter wijl er mogelijk ook oorspronkelijke eigenaren zijn met een notariële akte of een ander document of verklaring. De GLC zit dan met het probleem dat men een boer die veertig jaar lang grond heeft bewerkt, zou moeten weige ren ten gunste van een eigenaar die indertijd niets met de grond deed. Het gevolg van dit alles is dat er veel meer aanspraken NGT GEODESIA 93-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 22