de gegevens van het meetsysteem naar het verwer
kingssysteem en daarna naar het opslagsysteem,
vereffeningen, (de)codering van de ingevoerde se
mantische attributen, controles op volledigheid en
consistentie, aanbrengen van relaties tussen de ge
gevens en aanvulling van de gegevens met kwaliteits
attributen. De meeste van deze bewerkingen vinden
plaats op interactieve werkstations en zijn van metri
sche of administratieve aard;
opslag en beheer van de gegevens.
Identificerende attributen
Semantische attributen
Attributen met
Geometrische attributen
metagegevens
Beschrijvende attributen
Fig. 2. Soorten attributen en hun relaties.
Bij sommige van de hierna te bespreken technieken
worden de metrische en niet-metrische attributen soms
geheel of gedeeltelijk tegelijk opgenomen en soms afzon
derlijk van de andere.
Bij de inwinning van de geometrie moet worden gedacht
aan de volgende technieken:
metingen in het terrein. Tegenwoordig wordt bij deze
methode gebruik gemaakt van zelfregistrerende ta-
chymeters, waardoor de gegevens direct digitaal be
schikbaar zijn. De opnemer voert dan voorafgaande
aan de meting de bijbehorende semantische attribu
ten in, die tegelijkertijd met de registratie van de
meting worden vastgelegd. Door een speciale code
ring (per terreinobject) of door een speciaal meet
systeem (lijnenloop) kunnen uit deze metingen in een
bestand exemplaren van entiteiten worden gevormd;
metingen in een (foto)beeld. Hierbij wordt gebruik ge
maakt van luchtfoto's of terrestrische opnamen
bij de (stereo-)luchtkartering werden oorspronkelijk
analoge foto's gebruikt (deze werkwijze wordt be
schreven bij het digitaliseren van bestaande kaar
ten), maar tegenwoordig worden de analoge foto's
ook afgetast (gescand) en het zo ontstane digitale
beeld in de vorm van cellen (pixels, „picture ele
ments" of beeldelementen) wordt gebruikt om
de beeldinterpretatie en de bestandsopbouw te
realiseren. In feite is dit een vorm van handmatige
raster/vector-conversie. Kartografische informatie
wordt vaak met behulp van een beeldscherm aan
het bestand toegevoegd om de interpretatie van de
presentatie te verhogen. De interpretatiemogelijk
heden van de fotobeelden worden vergroot als
men gebruik maakt van multispectrale beelden,
waarbij simultaan opnamen van het terrein worden
gemaakt in verschillende stralingsgebieden. Bij de
luchtkartering werden tegelijkertijd de geometrie
en de foto-interpretatie uitgevoerd. Tegenwoordig
is één van de onderzoeksgebieden die zich bezig
houdt met de detectie van de objecten uit de foto
beelden en de interpretatie van de objecten, zowel
geometrisch als semantisch;
terrestrische opnamen worden gebruikt bij het
FRANK-systeem, ontwikkeld door prof. dr. ir.
M. J. M. Bogaerts en nu op de markt gebracht door
FRANK DATA. Bij dit systeem rijdt een camera die
op een auto is gemonteerd door een straat en
maakt rondom-opnamen („fish-eye"). De opeen
volgende opnamen overlappen elkaar en zo kan de
fotogrammetrische aerotriangulatie worden toege
past. Daarmee ontstaat een grondslag die kan wor
den gebruikt om in de verkregen rondom-opnamen
ook de detailinformatie te meten;
digitaliseren van bestaande kaarten. Natuurlijk is het
gebruik van kwalitatief voldoende kaartmateriaal een
relatief goedkope vorm om een digitaal bestand op te
bouwen. De inwinning heeft immers al plaatsgevon
den. Men moet zich echter realiseren dat de kwaliteit
van het digitale bestand nooit beter en waarschijn
lijk zelfs slechter zal zijn dan de kwaliteit van het
bronmateriaal. Bovendien wordt de inhoud van het
digitale bestand bepaald door de oorspronkelijke op
name en kunnen daarom alleen die entiteiten en attri
buten worden gedigitaliseerd, die uit het kaartbeeld
blijken.
Digitaliseermethoden
Bij het digitaliseren van kaarten, stereomodellen, ont-
schrankte luchtfoto's en analoge satellietbeelden wordt
voor de geometrie meestal een digitale vectorvorm ver
eist. Indien het digitaliseren in rastervorm heeft plaats
gevonden, wordt een conversie van raster naar vector
uitgevoerd. Digitaliseren kan op verschillende manieren
gebeuren
handmatig met digitaliseertafels of vanaf het beeld
scherm;
semi-automatisch, waarbij gebruik wordt gemaakt van
programmatuur om lijnvormige objecten (indien die in
het beeld aanwezig zijn) automatisch te volgen;
automatisch, waarbij een beeld wordt afgetast en ge
heel automatisch in vectorvorm wordt omgezet.
Handmatig digitaliseren
Het gebruik van digitaliseertafels voor de omzetting van
kaarten en fotobeelden in digitale vorm geschiedt sinds
de zestiger jaren. Bij het handmatig digitaliseren past
men een meetmethode toe, waarbij voor elk te registreren
punt een meting wordt verricht door de operateur.
De ontwikkeling van scanners [6] [9], die grote kaart-
bladen of foto's aftasten en digitaliseren in een raster
vorm met een hoge resolutie (tot 5 /^m), zette verschillen
de autonome ontwikkelingen in gang. De verschillende
vormen van handmatig digitaliseren zijn als volgt samen
te vatten
allereerst werd zogenaamd blind gedigitaliseerd,
waarbij de operateur punten, lijnen en gebiedsom-
trekken volgde en de karakteristieke punten in
lokale coördinaten registreerde. De operateur kon
pas achteraf de kwaliteit van zijn werk beoordelen aan
de hand van een tekening van het gedigitaliseerde
bestand;
met de opkomst van de interactief grafische systemen
(voornamelijk CAD/CAM-systemen) werd het mogelijk
dat de operateur direct op het scherm het resultaat
van zijn werk zag. Door de toepassing van de micro
technologie bij computers en de ontwikkeling van de
steeds krachtiger wordende PC's werden deze syste
men ook goedkoper en daarom meer en meer toege
past. Dit noemt men interactief digitaliseren.
Bij interactief digitaliseren heeft de operateur een wis
selende aandacht voor het beeldscherm en de digitali-
seertafel, maar ook de neiging veel gebruik te maken
van de mogelijkheden die het interactieve systeem
NGT GEODESIA 93-11
567