Kadaster en moskeeën bij gegevensdistributie tussen gemeentelijke organi saties en GVIA vindt geen kostenverrekening plaats ten aanzien van de inwinnings- en verwerkingskosten, ofwel „produktiekosten", van betreffende gegevens. Bij verstrekking van het produkt aan niet-gemeente- lijke organisaties worden deze kosten wel naar even redigheid verrekend. De inkomsten van deze „produk tiekosten" komen direct ten goede aan de bronbe heerder/eigenaar van deze basisgegevens; voor het kunnen gebruiken door afnemers van het pro dukt vindt een kostenverrekening plaats op basis van door GVIA te maken „distributiekosten". Er dient naar te worden gestreefd deze kostenverrekening op basis van abonnementen te laten plaatsvinden; in de operationele beheerfase worden de uit te voeren activiteiten door GVIA bedrijfsmatig verricht. Dit be tekent dat minimaal de exploitatielasten dienen te worden gedekt door de verkregen inkomsten uit abon nementen, welke met gebruikers worden afgesloten. gemeentelijke afnemer niet-gemeentelijke afnemer produktiekosten X distributiekosten X X Fig. 4. Uitgangspunten voor kostenverrekening. In fig. 4 zijn deze uitgangspunten nogmaals gepresen teerd, waarbij tevens wordt aangegeven wie waarvoor dient te betalen. De inkomsten van GVIA worden der halve verkregen door de distributiekosten via een ver deelsleutel (omvang interessegebied, aantal inwoners) door te belasten aan de gebruikers. Omdat het produkt voorziet in een basisvoorziening bij gebruikers, is het ook mogelijk een abonnement, voor vijf jaar, op de beschikbaarstelling van het produkt af te sluiten. Het voordeel van een abonnement is wederzijds. De gebruiker weet vooraf welke abonnementsbijdrage jaarlijks in rekening wordt gebracht en beschikt altijd over de laatste, meest actuele versie van het produkt. Het GVIA weet met het afsluiten van abonnementen de conti nuïteit van de dienstverlening te waarborgen. Een ander uitgangspunt is dat bij het afsluiten van abon nementen geen entreebijdragen in rekening worden ge bracht, omdat gebruikers, per definitie, in verschillende groeifasen van de informatievoorziening verkeren. Ook vindt geen herberekening van abonnementsbijdragen van bestaande gebruikers plaats, als nieuwe gebruikers een abonnement op het produkt nemen. Met deze gekozen methode van kostenverrekening is zowel voor gebruikers als voor GVIA een marktgericht en inzichtelijk stelsel van afspraken gedefinieerd, waardoor inmiddels veruit de meeste organisaties abonnement houder zijn geworden van één of meer thema's van het Grafisch Verzamelbestand. Conclusies door de kernactiviteiten produktie en distributie te scheiden, is het mogelijk een voor gebruikers hanteer bare infrastructurele vastgoedinformatievoorziening te realiseren; de efficiëntie van gegevensdistributie binnen de vast goedinformatievoorziening is gediend bij een markt gerichte benadering; met de gekozen methode van kostenverrekening is voor alle gebruikers een organisatie-onafhankelijk, marktgericht en inzichtelijk stelsel van afspraken ge definieerd; binnen GVIA is duidelijk geworden dat het totale vraagstuk van de marketing een mentaliteit is, die de bedrijfsvoering steeds weer richt op gebruikerswen sen; de in deze bijdrage beschreven uitwerking van het begrip informatiemanagement leidt binnen de lokale overheid tot een (gewenste) vorm van ondernemer schap. Literatuur 1. Verhage, B. en W. H. Cunningham, Grondslagen van het marketingmanagement. ISBN 90 207 1307 8, 1984. 2. Veurtjes, H. H6 x P Profijt: de marketing mix. ISBN 90 70929 15 5, 1987. 3. Faas, H. A., M. Jellema en R. ten Kroode, Businessplan Vast goedinformatie Gemeente Amsterdam 1990- 1995, 1990. 4. Trijens, J., A. Oosterhaven, R. Maes, e.a., Informatieinfrastruc tuur. ISBN 90 267 1492 0, 1990. 5. Kostenverrekening van de informatievoorziening in de open bare sector, Ministerie van Binnenlandse Zaken. Aanbevelingen Besluit Informatievoorziening in de Rijksdienst, 1990. 6. Koorevaar, P., J. A. M. Oonincx, P. Ribbers, e.a., Handboek Bestuurlijke Informatiekunde. ISBN 90 6500 039 9, 1991. 7. Bemelmans, T. M. A., Bestuurlijke informatiesystemen en auto matisering. ISBN 90 207 2054 6, 1991. 8. Jellema, M. en A. J. van Heiningen, Geometrische vastgoed informatie grootstedelijk georganiseerd. NGT Geodesia 1992 no. 2. 9. Burgers, J. A. H., Industriële marketing: acquisitie en relatie beheer. ISBN 90 03 66291 6, 1992. 10. Oirsouw, R., J. Spaanderman, H. de Vries, Informatie econo mie. ISBN 90 5261 052 5, 1993. 11. Jellema, M. en G. Lindgreen, Strategieplan Vastgoedinformatie Gemeente Amsterdam 1993- 1997, 1993. De bouwvoorschriften waaraan een moskee moet vol doen, liggen voor een deel vast. Een hoofdvoorwaarde is dat de qiblah, de gebedsrichting, nauwkeurig naar de ka'bah, de heilige steen te Mekka, wijst. Met be hulp van een speciaal kompas met een extra naald, astronomische hulp, medewerkers van het Kadaster en steeds vaker met de computer wordt de richting zo precies mogelijk bepaald. In de gebedsruimte is de minbar, het preekgestoelte, het centrale punt. (Uit: Intermediair, 16 juii 1993, artikel „Moskeeën") 540 NGT GEODESIA 93-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 8