Toekomstige ontwikkelingen
Classificatieresultaat
De classificatienauwkeurigheid blijkt sterk te variëren.
Deze variatie is het gevolg van spectrale verwarring tus
sen verschillende vormen van bodembedekking en de
beperkte mogelijkheid om onderscheid te maken tussen
bodembedekking (bijvoorbeeld gras) en het functionele
gebruik van de bodem (gras kan worden gebruikt als bij
voorbeeld cultuurgrasland, golfterrein of stadspark). De
invloed van beide factoren is afhankelijk van het grond
gebruik, de gewasontwikkeling en de oppervlakte en
vorm van de grondgebruiksklassen in de verschillende
strata, en de opnamedatum en golflengtebanden van de
gebruikte satellietbeelden. Hierdoor kan het classificatie
resultaat per stratum variëren.
Verbeterde classificatiemethodiek
Aan de hand van de evaluatie van de classificatiesresul
taten en door nader onderzoek is een verbeterde classifi
catiemethodiek ontwikkeld. Veel van de problemen die
samenhangen met de spectrale verwarring en met het
onderscheid tussen bodembedekking en bodemgebruik,
kunnen worden opgelost door op verschillende tijdstip
pen opgenomen satellietbeelden bij de classificatie te ge
bruiken (multitemporele classificatie) en/of satellietbeel
den te combineren met andere (digitale) grondgebruiks
bestanden.
Spectrale verwarring tussen grondgebruiksklassen treedt
vaak alleen op in een bepaalde periode. Op een satelliet
beeld dat buiten deze periode is opgenomen, zijn de be
treffende klassen wel van elkaar te onderscheiden. Zo
kunnen aan de hand van het aanwezige landbouwkun
dige grondgebruik en de gewaskalender optimale opna
meperioden worden vastgesteld. In de praktijk blijkt het
vanwege de vaak optredende bewolking in Nederland
moeilijk om alle gewenste satellietbeelden te verkrijgen.
Gebleken is dat een goede classificatie van de belang
rijkste landbouwgewassen over het algemeen mogelijk is,
wanneer zowel een satellietbeeld uit het voorjaar als één
uit het midden van het groeiseizoen Quli en de eerste helft
van augustus) wordt gebruikt. Het zomerbeeld moet bij
voorkeur een TM-beeld zijn vanwege de aanwezigheid
van spectrale banden in het midden-infrarode deel van
het spectrum.
De problemen met het verkrijgen van informatie over het
functionele gebruik van de bodem kunnen grotendeels
worden opgelost door de satellietbeelden te combineren
met andere beschikbare grondgebruiksbestanden. In
principe kan hiervoor ieder bestand worden gebruikt dat
onderscheid maakt tussen „bebouwd" gebied (bewo
ning, industrie, recreatie e.d.), natuur en landbouw. Het
betreffende bestand kan zowel worden gebruikt voor
stratificatie van het satellietbeeld voorafgaand aan de
classificatie als voor hercodering van klassen na afloop
van de classificatie.
Behalve door multitemporele classificatie en combinatie
met andere bestanden kan het classificatieresultaat ver
der worden verbeterd door selectief gebruik van majority-
filters en visuele interpretatie. Visuele interpretatie van
satellietbeelden is soms gewenst voor een nauwkeurige
classificatie van specifieke klassen of gebieden.
Actualisering LGN-bestand
Het LGN-bestand wordt momenteel geactualiseerd met
behulp van de verbeterde classificatiemethodiek. Hier
voor worden satellietbeelden gebruikt uit het voorjaar en
606
de zomer van 1990 en volgende jaren. Verder wordt ge
bruik gemaakt van het BAsisbestand Ruimtelijke Structu
ren (BARS) van de Rijks Planologische Dienst. Fig. 2
toont als voorbeeld de actualisering van het LGN-bestand
van de provincie Noord-Brabant. De Nederlandse verta
ling van de legenda is gegeven in tabel 4. Deze bestaat
uit een hiërarchische structuur met twee niveaus. De
hiërarchische structuur biedt de mogelijkheid het grond
gebruik verder onder te verdelen om zo te voorzien in
eventuele aanvullende wensen van gebruikers. De legen
da wijkt enigszins af van de legenda die is gebruikt bij de
eerste versie van het LGN-bestand. Deze wijziging komt
voort uit de behoefte om de klassen nader onder te ver
delen naar functioneel gebruik.
De onderstreepte klassen in tabel 4 vormen het zoge
naamde basisbestand. De klassen in het basisbestand
zijn slechts in beperkte mate onderhevig aan verande
ringen in de tijd en kunnen grotendeels worden overgeno
men in actuelere versies van het LGN-bestand. Het ligt in
de bedoeling dit bestand regelmatig te actualiseren.
Afhankelijk van de toepassing van het bestand en de
snelheid van verandering in het grondgebruik kan de
frequentie van actualisering in principe verschillen per
(groep van) grondgebruiksklasse(n). Vanwege de be
schikbaarheid van geschikte satellietbeelden, de met
actualisering gemoeide kosten en de wensen van de
gebruikers wordt verwacht dat actualisering van het
bestand gemiddeld eenmaal in de vijf jaar zal plaats
vinden.
De geometrische en thematische nauwkeurigheid is zo
danig, dat het LGN-bestand alleen kan worden gebruikt
voor toepassingen op regionale en landelijke schaal.
Inmiddels is veel ervaring opgedaan met grondgebruiks
classificatie met behulp van optische satellietbeelden. De
verkregen nauwkeurigheden zijn echter niet altijd vol
doende voor alle gewenste toepassingen. Verdere verbe
tering van de nauwkeurigheid kan worden verkregen door
objectgewijze classificatie. Objecten zijn gedefinieerd als
gebieden waarin slechts één vorm van bodembedekking
wordt verwacht. Als voorbeeld nemen we landbouwper-
celen. Als gevolg van ruis, spectrale verwarring en de
aanwezigheid van mixed pixels zal over het algemeen
een aantal pixels binnen een zelfde perceel foutief wor
den geclassificeerd. De meerderheid van de pixels zal
echter meestal correct worden geclassificeerd. Wanneer
de perceelsgrenzen in digitale vorm beschikbaar zijn, kan
worden vastgesteld welke klasse het meest is toege
wezen aan de pixels binnen een perceel. Vervolgens
wordt deze klasse toegewezen aan alle binnen het be
treffende perceel voorkomende pixels. Bij studies in
proefgebieden in Noord-Brabant en Flevoland zijn verbe
teringen van de classificatienauwkeurigheid gevonden
van respectievelijk 12 en 20% [1].
Vanwege de beperkte beschikbaarheid van digitale topo
grafische bestanden en de benodigde inspanning om
deze bestanden te vervaardigen, kan deze procedure op
dit moment alleen worden toegepast voor kleine ge
bieden. Digitale, grootschalige topografische bestanden
komen echter in de toekomst op grote schaal beschik
baar. Een probleem bij perceelsgewijze classificatie is dat
binnen één perceel verschillende vormen van grondge
bruik kunnen voorkomen. Ook kan de ligging van per
ceelsgrenzen in de loop van de tijd wijzigen. Grenzen
NGT GEODESIA 93-12