Gegevens zijn geld waard,
maar zijn ze ook beschermd?*)
Vastgoedgegevens zijn geld waard
Werk van letterkunde, wetenschap of kunst
Auteursrechthebbende
door mr. P. B. Hugenholtz, universitair hoofddocent bij het Instituut voor Informatierecht
van de Universiteit van Amsterdam en advocaat bij Stibbe Simont Monahan Duhot te
Amsterdam.
SUMMARY
Data have value but are they protected?
Due to the widespread application of new information technology, the commercial value of topographical
and cadastral data is rapidly increasing. Are these data copyright protected? Special consideration is given
to the position of government agencies under Dutch copyright law. In addition, the forthcoming European
Database Directive is explored.
Vooral onder invloed van de nieuwe informatietechnolo
gie ontstaan steeds meer mogelijkheden om topografi
sche en kadastrale gegevens commercieel te exploiteren.
De snelle groei van geografische informatiesystemen is
voor deze ontwikkeling illustratief. Vastgoedinformatie,
jarenlang een rustig bezit van landmeters, kadasteramb
tenaren en kartografen, blijkt ineens bijzonder waardevol
te zijn. De handel in vastgoedgegevens wordt gaandeweg
„big business".
Een cruciale vraag voor de beheerders en exploitanten
van deze gegevens is of zij op juridische bescherming
kunnen vertrouwen. Bestaat er auteursrecht op topografi
sche of kadastrale gegevens of is deze informatie vogel
vrij? Deze vraag staat in dit artikel centraal.
Daarbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan de
positie van de overheid als „eigenaar" van deze ge
gevens. Op grond van de Auteurswet komt de overheid in
veel gevallen geen auteursrechtelijke bescherming toe.
Hoe zit dat met de Topografische Dienst? En hoe verhou
den zich exclusieve rechten op overheidsinformatie tot de
Wet Openbaarheid van Bestuur? Deze en aanverwante
vragen spelen vooral een rol bij public private partner
ships (PPP's). Exploitanten van overheidsinformatie wil
len graag beschikken over exclusieve rechten; maar kun
nen de overheden die wel bieden?
Ook op het Europese vlak is de bescherming van (over
heidsinformatie bijzonder actueel. Een Europese richtlijn
ter bescherming van elektronische databanken zal in de
loop van 1994 worden aangenomen. Kunnen de „eige
naars" van vastgoedgegevens hiervan profiteren?
De Nederlandse Auteurswet (Aw) beschermt „werken
van letterkunde, wetenschap of kunst". Wat de wetgever
daaronder verstaat, blijkt uit artikel 10 lid 1 Aw, dat een
groot aantal voorbeelden van „werken" geeft, waaron
der: boeken, brochures, bouwwerken, aardrijkskundige
kaarten, fotografische werken en (binnenkort ook) com
puterprogramma's. Het belang van deze opsomming is
overigens niet groot; ook niet in de wet genoemde werk
categorieën kunnen voor bescherming in aanmerking
Lezing gehouden op 29 oktober 1993 te Utrecht tijdens het 17e
NGL congres.
NGT GEODESIA 93 - 12
komen. Omgekeerd is vermelding in de „werkenlijst"
geen garantie voor auteursrechtelijke bescherming. De
Auteurswet beschermt slechts oorspronkelijke werken,
dat wil zeggen voortbrengselen van de menselijke geest
die van een zekere mate van creativiteit („persoonlijk
karakter") getuigen.
De auteursrechtelijke eis van oorspronkelijkheid is geen
streng criterium. Eerste vereiste is, dat het werk niet aan
een reeds bestaand werk ontleend („afgekeken") is. Aan
het tweede vereiste, de creativiteitseis, wordt doorgaans
reeds voldaan indien de maker van het werk uit een groot
aantal min of meer gelijkwaardige mogelijkheden zijn per
soonlijke keuze heeft kunnen maken. Indien deze keuze
vrijheid heeft ontbroken, bijvoorbeeld omdat de vorm van
het werk grotendeels bepaald wordt door objectieve rand
voorwaarden (functionele specificaties, technische para
meters, gebruikerswensen, normalisatie-eisen, enzo
voorts), kan van auteursrechtelijke bescherming echter
geen sprake zijn.
Werken die niet „oorspronkelijk" zijn, vallen buiten de
auteursrechtelijke boot met één belangrijke uitzondering:
de categorie geschriften. Voor deze categorie (informatie
in letters en cijfers) voorziet de Auteurswet in een aan
vullende vorm van bescherming, de zogenoemde ge-
schriftenbescherming. Deze bescherming, een antiek
overblijfsel uit de oertijd van het Nederlandse auteurs
recht, geldt alleen voor geschriften die gepubliceerd zijn
of voor publikatie zijn bestemd.
Het auteursrecht op een „werk van letterkunde, weten
schap of kunst" komt toe, zo blijkt uit artikel 1 Aw, aan de
maker van het werk of aan diens rechtverkrijgende.
Hoofdregel is, dat als „maker" geldt degene die het werk
creëert. Indien meerdere personen een scheppende bij
drage hebben geleverd (bijv. topograaf en kartograaf) zijn
deze personen gezamenlijk „makers". Een belangrijke
uitzondering op deze hoofdregel vormt artikel 7 Aw, dat
de werkgever als „maker" bestempelt, indien het werk in
het kader van een dienstbetrekking is verricht. Bij vast
goedinformatie zal dit dikwijls het geval zijn.
Anders dan veelal wordt aangenomen, geldt een verge
lijkbare bepaling niet voor werken die in opdracht zijn
gemaakt; zelfs niet als daarvoor (fors) betaald is. Het
auteursrecht komt niet „automatisch" toe aan de op
drachtgever; de overdracht van het auteursrecht zal in
een contract geregeld moeten worden.
613