GBKN nu kerntaak NNI? plattegrond en daardoor in strijd met het auteursrecht van de gemeente zou handelen. Daarbij speelde tevens een rol dat de gemeente inmiddels met de NV Falkplan een exclusieve overeenkomst tot levering van de gegevens had afgesloten. Volgens de Voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State (uitspraak van 14 januari 1985) vormden deze omstandigheden onvoldoen de grond voor de weigering. Een WOB-verzoek om infor matie mag niet op louter auteursrechtelijke of commer ciële gronden worden geweigerd. Europees mededingingsrecht Overheidsorganen en andere informatiemonopolisten moeten in toenemende mate rekening gaan houden met het EG-Verdrag. De uitoefening van exclusieve rechten op (overheids)informatie kan in strijd zijn met de mede dingingsregels van het Verdrag (artikelen 86 en 90 EG). Dat blijkt duidelijk uit een drietal arresten van het Hof van eerste aanleg EG (de „lagere" EG-rechter) in de zaak- Magill (uitspraken van 10 juli 1991). Het Hof was van oor deel dat de weigering van de Britse en Ierse publieke om roepen om aan de Ierse uitgever Magill toestemming te verlenen de programmagegevens voor radio en televisie te publiceren, misbruik van een machtspositie opleverde. De Magill-arresten hebben hun sporen nagelaten in de Database-richtlijn. Volgens artikel 11 lid 1 van het voorstel dient het recht om werken of materiaal uit ter be schikking van het publiek gestelde databanken, die (dat) niet onafhankelijk kunnen (kan) worden gecreëerd of ver zameld of uit een andere bron verkregen, geheel of voor een wezenlijk deel voor commerciële doeleinden die niet slechts een besparing van kosten, tijd en werk vormen, op te vragen en te hergebruiken, onder licentie ter be schikking worden gesteld op eerlijke en niet-discrimi- nerende voorwaarden. Met deze uiterst moeilijk leesbare passage wordt be doeld: de rechthebbende op de databank moet toe stemming verlenen indien het gaat om informatie die uit sluitend in zijn database te vinden is. Artikel 11 lid 1 is beperkt tot situaties waarin de databank de enige bron van de gegevens is. De bepaling strekt er niet toe infor matiemonopolies van economische aard te doorbreken. De Commissie geeft als voorbeeld gegevens afkomstig van een observatiesatelliet. Dergelijke gegevens vallen niet onder de regeling; concurrenten kunnen immers altijd een eigen satelliet lanceren. De reikwijdte van de bepaling is derhalve beperkt tot „natuurlijke" informatie monopolies. In veel gevallen zal het daarbij gaan om in formatie die als „spin-off" van andere activiteiten wordt aangeboden; men denke hierbij aan de abonneegege vens van PTT Telecom. Het voorstel voorziet in een vergelijkbare regel voor data banken die door openbare lichamen in het kader van hun (wettelijke) taak worden openbaar gemaakt (artikel 11 lid 2). Toestemming voor gebruik van de opgeslagen ge gevens moet worden verleend wanneer de databank ter beschikking is gesteld van het publiek door: a) overheidsinstanties, openbare lichamen of organen die bij wet zijn opgericht of zijn gemachtigd om infor matie te verzamelen of ter beschikking te stellen, dan wei de algemene verplichting hebben om zulks te doen; b) ondernemingen of instellingen die ais monopolie van een openbaar orgaan een exclusieve vergunning heb ben gekregen". De Commissie noemt als voorbeeld van een databank waarop artikel 11 lid 2 van toepassing is een bestand met (niet auteursrechtelijk beschermde) wetteksten. In de sfeer van vastgoedinformatie denke men aan de kadas ters en de handelsregisters. Artikel 11 lid 2 geldt echter niet voor databanken die door overheidsorganen buiten hun eigenlijke wettelijke taak worden geëxploiteerd. Wel kan in zo'n geval artikel 11 lid 1 van toepassing zijn. Een op grond van artikel 11 afgedwongen toestemming („dwanglicentie") impliceert geen gratis gebruik van de gegevens. Toestemming moet worden verleend op „eer lijke en niet-discriminerende voorwaarden". Informatie monopolisten en overheidsorganen mógen dus een licen tievergoeding vragen, mits het tarief maar „transparant" is en niet onredelijk. Duidelijk is dat deze bepalingen door de zaak-Magill geïnspireerd zijn. Het ging in Magill om een „natuurlijk" informatiemonopolie (artikel 11 lid 1), dat door een open baar lichaam (artikel 11 lid 2) misbruikt werd. Maar de vergelijking met de Magill-zaak gaat niet hele maal op. Ging het in Magill om de uitoefening van het auteursrecht, de gedwongen licenties van de aanstaande richtlijn betreffen slechts het extractierecht. Eventuele auteursrechten op de databank worden niet aangetast. Slot De commercialisering van vastgoedgegevens speelt zich af in een complex juridisch krachtenveld. Producenten en exploitanten van dergelijke gegevens moeten niet slechts rekening houden met de bepalingen en beperkingen van de Auteurswet, maar ook in toenemende mate met het Europese recht. De aanstaande Database-richtlijn laat zien dat exclusieve rechten op overheidsinformatie in de toekomst moeilijk te handhaven zullen zijn. Voor diverse partijen op de markt voor vastgoedinformatie wordt dat even wennen. De uniformiteit van de topografische kaarten wordt overigens nog verder bevorderd vanwege de door het Neder landse Normalisatie-instituut uitgegeven „Grootschalige Basiskaart van Nederland" (GBKN). (Uit: Beurskrant elektrotechniek 1993, artikel over KLIC's) 616 NGT GEODESIA 93-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1993 | | pagina 24