Aansprakelijkheid bij onrechtmatige daad
wordt aangegeven dat een tekortkoming de debiteur niet
wordt aangerekend als de tekortkoming niet aan de
schuld van de debiteur te wijten is, en bovendien niet
krachtens wet, rechtshandeling of verkeersopvattingen
voor zijn rekening komt.
Van schuld bij de debiteur is sprake als hij zelf nalatig is
geweest bij het uitvoeren van de verbintenis, of dat hij
een verwijtbare keuze voor onbekwame hulppersonen of
ongeschikte zaken heeft gedaan.
Maar ook wanneer de debiteur geen schuld heeft, kan de
tekortkoming hem worden toegerekend en dus voor zijn
risico komen. De wet geeft aan dat dit onder andere geldt
ten aanzien van hulppersonen en gebruikte zaken (dus
ook als die in principe bekwaam of geschikt waren). Ook
rechtshandelingen (denk aan overeenkomsten) kunnen
tot verschuiving van de aansprakelijkheid leiden, doordat
de partijen in de overeenkomst de toerekenbare factoren
uitbreiden of beperken (zie bij „Contractuele afwijkin
gen"). Tenslotte zijn er verkeersopvattingen die aan
geven dat de tekortkoming aan de debiteur kan worden
toegerekend als de omstandigheid die tot tekortkoming
leidde, voorzienbaar was bij het aangaan van de verbin
tenis of bij omstandigheden die de debiteur persoonlijk
betreffen (financiële toestand, ziekelijkheid of onbe
kwaamheid).
Er is dus niet alleen sprake van toerekenbare tekort
koming wanneer de uitvoerder zelf een fout heeft ge
maakt en hij ook iets aan die fout kon doen. In bepaalde
gevallen is hij ook zonder dat aansprakelijk. Bijvoorbeeld
wanneer een door hem uitgekozen onderaannemer of
werktuig niet naar behoren functioneert, of wanneer
iemand in zijn dienst een fout maakt. Omdat hij hiervoor
zelf niet kan waken, wordt dat wel risico-aansprakelijk
heid genoemd.
Schade
Onder schade wordt verstaan alle vermogensschade, zo
wel uit geleden verlies als uit gederfde winst. Het kan
gaan om fysieke beschadiging van zaken, maar ook om
vertragings- of bedrijfsschade. Letselschade en over-
lijdensschade worden apart behandeld in de wet. De
schadevergoeding wordt als regel in geld gegeven. In een
zeer beperkt aantal gevallen kan daarnaast ideële scha
de worden vergoed.
Causaal verband
Voor de vestiging van aansprakelijkheid is slechts vereist
dat de schade niet zou zijn opgetreden als de tekort
koming (of onrechtmatige daad) achterwege was geble
ven. Dit wordt wel het „conditio sine qua non"-beginsel
genoemd. Voor het bepalen van de omvang van de
schadevergoeding wordt een nader causaliteitscriterium
gebruikt. Alleen schadeposten die mede gezien de aard
van de aansprakelijkheid en de aard van de schade, als
gevolg van de gebeurtenis aan de aansprakelijke kunnen
worden toegerekend, worden vergoed. Naast de aard van
de aansprakelijkheid en de schade spelen de aard van de
gedragingen en van de daardoor geschonden normen en
de mate waarin de schade naar ervaringsregels was te
verwachten, een rol. Daarom kan worden aangenomen
dat naarmate de schade meer behoort tot de normaliter
aan een dergelijke gebeurtenis verbonden gevolgen, het
vereiste verband eerder aanwezig is, en dat het verband
bij schuld-aansprakelijkheid eerder wordt aangenomen
dan bij risico-aansprakelijkheid.
NGT GEODESIA 93 - 12
In tegenstelling tot wanprestatie kan van een onrecht
matige daad sprake zijn tussen partijen die geen enkele
(contractuele) relatie met elkaar hebben. Stel dat u met
een GPS-ontvanger in de berm van een weg staat te
meten, terwijl er een vrachtwagen met hout voorbijrijdt. U
kent noch de transport-ondernemer, noch de chauffeur.
Maar als van de vrachtwagen een balk losraakt en daar
door de GPS-ontvanger wordt vernield, is sprake van een
onrechtmatige daad. Wanneer die daad aan de dader
toerekenbaar is, is in principe sprake van aansprakelijk
heid voor de schade, die weer oorzakelijk met de daad
moet samenhangen. Tenslotte wordt gesteld dat er een
verband moet bestaan tussen het doel van de overtreden
norm en het geschade belang (het relativiteitsbeginsel).
Vereisten aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
onrechtmatige daad
toerekenbaarheid van de daad
schade
causaal verband
verband tussen doel norm en geschade belang (relativiteit)
Onrechtmatige daad
Er moet niet per se een (actieve) daad zijn geweest, ook
een nalaten kan een onrechtmatige daad opleveren. De
wet onderscheidt drie categorieën die door de recht
spraak en de literatuur verder zijn ingevuld:
inbreuk op een recht;
doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht;
doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens onge
schreven rechtsnormen in het maatschappelijk ver
keer wordt betaamd, in de praktijk de belangrijkste ca
tegorie.
In een aantal gevallen wordt de onrechtmatigheid van
een gedraging weggenomen, te weten bij overmacht, toe
stemming van de benadeelde, noodweer, bevoegd ge
geven ambtelijk bevel of een wettelijke voorschrift.
Toerekenbaarheid
Ook bij een onrechtmatige daad is in de eerste plaats
sprake van toerekenbaarheid, als de daad te wijten is aan
de schuld van de dader of daaraan in bepaalde gevallen
wordt toegerekend. Niet aansprakelijk is de dader die
handelde in noodweer-exces of een onbevoegd gegeven
ambtelijk bevel opvolgde.
De wet kent ook een aantal risico-aansprakelijkheden
voor fouten van anderen. Zo zijn de ouders en/of toezicht
houders aansprakelijk voor fouten van kinderen en perso
nen met een gebrek. Ook is men aansprakelijk voor fou
ten van personen waarmee men een zakelijke relatie
heeft, als het gaat om ondergeschikten, niet-onderge-
schikten die in opdracht handelen (zoals notaris en aan
nemer) of vertegenwoordigers. De schade moet door één
van hen (of iemand voor wie zij weer aansprakelijk zijn)
zijn veroorzaakt en de veroorzaker moet zelf aansprake
lijk zijn uit onrechtmatige daad. Bovendien moet de fout
zijn gemaakt bij het uitvoeren van werkzaamheden die
enig verband houden met de relatie. Dit is voor een
ondergeschikte al het geval wanneer de kans op de fout
is vergroot door de taak (zoals 's nachts inbreken op
grond van tijdens het werk verkregen informatie).
619