Produktaansprakelijkheid
Ook voor zaken is in beginsel de bezitter (soms de erf
pachter) aansprakelijk. Bij gebrekkige roerende zaken en
opstallen beperkt de schadevergoedingsplicht zich tot de
schade aan personen en zaken. Bij dieren zijn alle scha-
devormen mogelijk. In bepaalde gevallen, die lijken op
situaties waarin bij een gewone onrechtmatige daad ook
geen aansprakelijkheid zou zijn, wordt de bezitter niet
aansprakelijk geacht.
Schade en causaal verband
Hiervoor geldt hetzelfde als bij de wanprestatie is opge
merkt.
Relativiteitsbeginsel
De verplichting tot schadevergoeding geldt niet wanneer
de geschonden norm niet strekte tot bescherming van de
schade zoals die door de benadeelde is geleden. Stel dat
twee landmeetkundige bureaus voor vijf uur een offerte
bij een gemeente moeten inleveren om de grootschalige
basiskaart te vervaardigen en één van hen weet die tijd
alleen te halen door in de stad 70 kilometer per uur te
rijden. Hij doet dat ook en krijgt uiteindelijk de opdracht.
Het andere bureau mist de opdracht en lijdt schade, die
niet zou zijn opgetreden als de ander niet onrechtmatig
had gehandeld (door de maximum snelheid) te overtre
den. Er is voldaan aan de vereisten voor aansprakelijk
heid uit onrechtmatige daad. Er is een onrechtmatige
daad gepleegd (doen in strijd met een wettelijke plicht),
de daad is toerekenbaar (want aan zijn schuld te wijten).
Er is schade (gederfde winst op het project) en causaal
verband met de daad (de andere offerte zou anders te
laat zijn binnengekomen, waardoor de opdracht zou zijn
verkregen). Toch zal iedereen wel aanvoelen dat hier
geen aansprakelijkheid voor onze hardrijder ten opzichte
van zijn concurrent zal gelden. De maximum snelheid is
er namelijk om de verkeersveiligheid te bevorderen en
niet voor concurrenten, vandaar het relativiteitsbeginsel.
Een heel bijzondere vorm van aansprakelijkheid is de
produktaansprakelijkheid. Daarbij doet zich de vraag
voor of geodetische werkzaamheden als produkt moeten
worden gekwalificeerd. Zal er sprake zijn van koop van
een zaak/produkt, dan wel van dienstverlening? Ingeval
van een produkt geldt sinds 1990 als gevolg van een
Europese richtlijn een risico-aansprakelijkheid voor de
producent ten opzichte van de consument voor schade
ontstaan door gebreken aan het produkt, welke door de
producent niet kan worden uitgesloten.
In de praktijk is overigens het belang van het verschil
tussen schuld- en risico-aansprakelijkheid minder dan uit
de theorie volgt. Onder bepaalde omstandigheden wordt
bij een schuld-aansprakelijkheid sneller schuld aangeno
men (neigt naar risico-aansprakelijkheid) en in sommige
andere gevallen wordt de risico-aansprakelijkheid uitge
sloten of verzacht (neigt naar schuld-aansprakelijkheid).
De gebruikers van de resultaten van geodetische werk
zaamheden zullen niet zo vaak consumenten zijn, waar
door de alleen voor consumenten geldende regels
voor de produktaansprakelijkheid niet van zo'n groot
belang zijn als in het algemene aansprakelijkheidsrecht.
Daarbij komt dat niet met zekerheid is te zeggen of infor
matie het resultaat van de meeste geodetische werk
zaamheden als produkt moet worden beschouwd. De
620
Nederlandse wetsgeschiedenis geeft weinig duidelijkheid
over deze vraag. Meestal wordt aangenomen dat het bij
een produkt moet gaan om een stoffelijke zaak die voor
menselijke beheersing vatbaar is. Informatie, als zodanig,
is niet stoffelijk en zou dus buiten de omschrijving van
produkt blijven. Een uitzondering kan worden gemaakt
voor de informatiedrager; in sommige gevallen waarin de
drager met informatie op grote schaal wordt vermenig
vuldigd, wordt ook de informatie zelf wel als produkt
beschouwd. In de VS werd de uitgever van navigatie-
kaarten gedeeltelijk aansprakelijk gehouden voor een
vliegtuigongeluk. De kaartbladen, waartussen heen en
weer moest worden gebladerd, kenden ieder een andere
schaal; daardoor ontstond verwarring, die mede tot het
ongeluk leidde.
Op grond van de officieel niet openbare ontstaans
geschiedenis van de Europese richtlijn die aan de Neder
landse wetgeving ten grondslag heeft gelegen, wordt in
de literatuur onder andere door Ekker gesteld dat in
formatie niet als een produkt moet worden gezien. Hij
gaat ervan uit ,,dat voor Informatieprodukten geen risico
aansprakelijkheid kan geiden, omdat het doorgaans zeer
persoonlijke karakter van informatie een beroep op het
ontbreken van schuld steeds mogelijk moet maken en
omdat aleer door gebrekkige informatieprodukten schade
wordt veroorzaakt, de bijzondere en persoonlijke omstan
digheden en interpretaties aan de zijde van de consu
ment ook voortdurend een rol spelen" [3, p. 31).
Mevrouw Dommering meent daarentegen ,,dat informa
tieprodukten zonder bezwaar aan het aansprakelijkheids
systeem van de produktaansprakelijkheid kunnen wor
den onderworpen" [2, p. 1108]. Volgens haar verschillen
de door de rechter gehanteerde criteria niet of nauwelijks
van die gebruikt bij schuld-aansprakelijkheid, die dan in
bepaalde gevallen richting risico-aansprakelijkheid wor
den gebogen. Daarbij biedt dan het gebrekkigheidscri
terium van de richtlijn een goed uitgangspunt voor de
beoordeling van de aansprakelijkheid. Het criterium kan
zijn of de gebruiker van de informatie op de juistheid
ervan mocht vertrouwen, waardoor het ontbreken van
een berg op een navigatiekaart uit den boze is, maar op
een schoolatlas waarschijnlijk nog toelaatbaar. Zij stelt
dus dat het praktische verschil tussen risico-aansprake
lijkheid en schuld-aansprakelijkheid schromelijk wordt
overdreven, mede waardoor er risico-aansprakelijkheid
voor informatieprodukten kan worden aangenomen. Hier
voor werd al een zaak uit de VS aangehaald over naviga-
tiekaarten. Daarnaast werd ook in de VS een weerdienst
aansprakelijk gesteld voor het verdrinken van enkele
vissers, toen hun boot in een storm verging. Eén van de
boeien die informatie over het weer verzamelde en door
gaf, had niet gewerkt, en dat was bij de weerdienst be
kend. Toch had die gewoon een weerbericht gemaakt,
dat later dus fataal bleek. Of dit in Nederland ook snel zal
worden besloten uitspraken op dit terrein heb ik niet
gevonden valt te betwijfelen, maar er kan van worden
uitgegaan dat in onze informatiemaatschappij informatie
meer en meer als een produkt moet worden beschouwd.
We zien hier dat de algemene tendens in management-
kringen om alles een produkt te noemen, nog weieens
een juridisch staartje kan krijgen.
Tenslotte kan nog worden gemeld dat in EG-verband
wordt gewerkt aan een richtlijn voor dienstverlenings
aansprakelijkheid. Daarin wordt ook voor gebrekkige
diensten ten gunste van consumenten enige risico-aan
sprakelijkheid voorgesteld, waarbij exoneraties worden
uitgesloten.
NGT GEODESIA 93 - 12