3?l_ R M - R R t>i loodlijnmaat a haakse hoek in voetpunt p gestrekte hoek in voetpunt tj trekmaat Een trekmaat kan men toepassen bij het verlengen van een lijnobject in de meetlijn. M-meting (matenserie) Dit metingtype verwerkt alle meetconstructies die uit sluitend zijn gebaseerd op meetbandmetingen tussen punten waarbij de hoek tussen de vorige en volgende zijde naar keuze wordt meegegeven. Opvoer van de af stand (a,) is verplicht. Bij collineariteit dient men verplicht een afstand (a|) op te voeren; deze mag uiteraard wel „nul" zijn. Via een zoge noemde relatiecode (REL) wordt het type R-meting aan gegeven; in dit geval is deze „1". Haaksheid G G Pl P2 PUNT 1 PUNT 2 2 PUNT 3 PUNT 4 Bij haaksheid wordt geen afstand ingevuld. De relatie code is „2". E ven wijdigheid P p 3 O O lai pO1Op P1 2 BEGINPUNT RICHTPUNT RI AFSTAND RICHTPUNT RI AFSTAND Er is een aantal typen hoeken mogelijk (hoekcode Ri): gestrekte hoek (1) haakse hoek links- of rechtsom 2 of - 2)rechthoe kige polygoon onbekende hoek links- of rechtsom 3 of -3): bogensnijpunt onbekende hoek met onbekende richting („spatie") Bij gestrekte hoeken wordt de afstand „doorgetrokken". Een matenserie kan ook slechts uit één maat bestaan (controlemaat). R-meting (geometrische relatie) Dit metingtype maakt het mogelijk om relaties tussen punten en lijnen vast te leggen. Uitgegaan wordt van een basislijn en de ligging van een punt of een lijnelement ten opzichte daarvan. Meerdere geometrische relaties kun nen in serie worden opgegeven ten opzichte van één basislijn. Een voorwaarde bij dit metingtype is dat alle betrokken punten tevens moeten zijn gemeten via andere metingen, omdat er anders geen voorlopige coördinaten van kun nen worden berekend in SCAN-DETAIL (benaderde waardeberekening). p3 Collineariteit O PUNT 1 PUNT 2 1 PUNT 3 AFSTAND PUNT 1 PUNT 2 3 PUNT 3 PUNT 4 AFSTAND De loodrechte afstand tussen evenwijdige lijnen mag wel of niet zijn opgegeven. De relatiecode is in dit geval „3". Een bijzonder geval is het snijpunt van twee lijnen; dit wordt door middel van twee R-metingen (collineariteit) vastgelegd. l-meting (identiek verklaren) I NIEUW PUNT IDENTIEK PUNT Dit is weliswaar geen echt metingtype, maar hierdoor wordt het mogelijk om meerdere metingen, waarin iden tieke punten met verschillende lijnnummers zijn gebruikt, aan elkaar te kunnen rekenen. In SCAN-DETAIL wordt slechts één punt berekend, terwijl daarna in de module LIJNCODERING de identieke punten worden voorzien van dezelfde berekende coördinaten. I-metingen zijn daarom niet in het berekeningsproces van SCAN-DETAIL betrokken. Puntenbestand Een gedeelte van de in het terrein verzamelde gegevens wordt in een apart puntenbestand opgenomen. De reden is dat ze niet voor de module SCAN-DETAIL nodig zijn, maar pas worden toegepast bij de objectvorming in LIJN CODERING. S PUNTNUMMEH L CCC T V AFSTAND xx NGT GEODESIA 94 - 1 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 17