fen, mijnbouwers, loodsen, navigators, hydrografen, elek- tronici, militairen, enz., voor wie snel en nauwkeurig plaatsbepalen eveneens belangrijk is en voor diegenen die in de dagelijkse praktijk verantwoordelijk zijn voor de koppeling tussen topografie en relevante thema's in GIS- verband en in het algemeen voor hen die niet zelf actief meten, maar daarvan kennis moeten c.q. willen hebben. De cursussen zijn zowel geschikt voor individuele deel name als voor deelname via een bedrijf, dienst of instel ling, eventueel met specifiek afgestemde cursusinhoud en materiaal met uitgewerkte opgaven. Inlichtingen: Euro Courses Benelux, telefoon 058 - 887133. OVEREENKOMST DHN Vrijdag 3 december 1993 werd bij de Hoofddirectie van de Waterstaat in Den Haag een contract getekend inzake de Digitale Hoogtekaart van Nederland (DHN). De onder tekening geschiedde door de hoofdingenieur-directeur van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD), ir. M. J. Olierook, en de directeur van de Topografische Dienst (TDN), drs. P. W. Geudeke. De heer Olierook memoreerde dat bij de Grote Efficiency Operatie (GEO) binnen de rijksoverheid de vermeende overlap van taken van de diensten weer van stal werd gehaald. Deze overeenkomst geeft aan hoe we samen werken, het is het omgekeerde van een overlap", zo stelde hij. De heer Geudeke herinnerde aan het samen werkingsverband over de analoge hoogtekaart. Beider voorgangers gingen dat begin jaren zestig aan: ,,Dat is nooit formeel geregeld. Ik denk dat het een teken des tijds is, dat er nu een contract wordt gesloten. Voor het digitale produkt zal een markt zijn, zeker onder grotere instellin gen. Van de analoge hoogtekaart verkopen we trouwens ook nog wekelijks exemplaren!" Na introductie van het Waterstaatkundig Informatie Systeem (WIS) door de MD bleken landelijke klanten naast het WIS eveneens behoefte te hebben aan hoogte informatie, maar dan in digitale vorm. Hierdoor kon de op bouw van het DHN voortvarend ter hand worden geno men. Ook bij de TDN groeide de behoefte aan digitale informatie, zodat de continuïteit van de samenwerking ook op dit gebied gewaarborgd was. Intern bij de TDN wordt het DHN onder andere gebruikt bij de digitale ontschranking ten behoeve van eigen kaart- produktie. In feite is de opzet van het bestand, dat sinds begin 1994 landelijk beschikbaar is, een grote conversieslag van de bestaande 625 analoge hoogtekaarten van Nederland, schaal 1:10 000. De opbouw van het DHN is uitbesteed aan het bedrijf Geometria GIS-systems in Budapest (Hongarije), waar in een relatief kort tijdsbestek van acht maanden ruim 3,7 miljoen hoogtepunten (één punt per ha), alsmede van geaccidenteerde gebieden als Zuid- Limburg en het Kustduingebied de hoogtelijnen digitaal zijn vastgelegd. Ter verruiming van de gebruiksmogelijkheden, bijvoor beeld in een GIS-omgeving, zijn er drie bestandslagen gecreëerd met daaraan gekoppelde attribuutvormen Hoogtepunten Met drie attribuutvormen, namelijk maaiveld- en niet- maaiveldpunten en een uit genoemde twee vormen afge leide attribuut betreffende bebouwde gebieden, snel wegen, spoorlijnen e.d., de zogenaamde „manmade" punten. De dichtheid van de hoogtepunten bedraagt ongeveer één punt per hectare, met een x, y-weergave in het nieuwe RD-stelsel en een z-weergave ten opzichte van NAP, afgerond in decimeters. Hoogtelijnen Met één attribuut, namelijk de hoogtewaarde ten opzichte van NAP, afgerond in halve meters. Geografisch is het bestand beperkt tot het Kustduingebied en het geacci denteerde Zuid-Limburg. Het hoogtelijnen-interval be draagt 2,5 meter. Vignetlijnen Met één attribuut, namelijk het jaar van meting. Hiermee kunnen polygonen worden gecreëerd, waarmee een beeld betreffende de actualiteit ontstaat. De exploitatie van het DHN is blijkens de overeenkomst voorbehouden aan de MD en de TDN, die op fifty-fifty basis dit nieuwe produkt op de markt brengen. Als prijs indicatie voor het DHN zijn de volgende bedragen te noe men: landelijk bestand f 150 000,— en bestand per topo grafische kaart 1:10 000 (6,25 x 10 km2) f 350, Momenteel wordt door de MD en de TDN nagedacht over vorm en mate van „updating" om de waarde van het bestand te waarborgen. Hierbij zal de behoefte van de markt een belangrijke rol spelen. (De MD verzorgde van de analoge hoogtekaart enige updating, maar wegens ge brek aan verwerkingscapaciteit bij de TDN zijn er vanaf medio jaren tachtig nagenoeg geen nieuwe hoogte- kaarten in gedrukte vorm meer verschenen.) Adri den Boer CALL FOR PAPERS Ruimtelijke gegevensmodellering en vraagtalen voor 2D en 3D toepassingen Van 12 tot en met 14 september 1994 wordt in Delft een internationale GIS-workshop gehouden. De organisatie is in handen vande Nederlandse Commissie voor Geode sie, Landbouwuniversiteit Wageningen (LUW), Fysisch en Elektronisch Laboratorium TNO, Technische Universi teit Twente, en het Nationaal Centrum voor Geografische Informatie en Analyse (NCGIA, USA). Originele bijdragen worden gevraagd die niet eerder zijn gepubliceerd, op het gebied van conceptueel modelleren voor geografische informatiesystemen modelleren uitgaande van een raster- of vector-aan pak: dit onderwerp omvat thema's als de hiërarchi sche organisatie van terreinobjecten, en de verticale integratie van thema's (overlay); bevragingen: dit onderwerp omvat index-structuren en (topologische) objectrelaties; dimensie: onderwerpen gerelateerd aan 2D, 2,5D en 3D gegevensmodellering; verwerking van „fuzzy" gegevens: dit thema omvat onzekerheid en kwaliteit van gegevens. 36 NGT GEODESIA 94 - 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 38