European Conference Geographic Information Systems (Soms té algemeen, zoals een bijdrage overUsing GPS to create a real world GIS".) In dit verslag kan uiteraard maar een aantal lezingen worden aangetipt. Sessie 1 in Straatsburg ging natuurlijk over GIS op Euro pees niveau. Sprekersnamen als Nixdorf en Wang waren verwarrendde hardware stond niet centraal INTERNATIONAL EUROPEAN DIVISION ix P. Nixdorf (Alldata, D) beschreef een procedureel GIS- model om mislukkingen te voorkomen, die gegarandeerd zijn wanneer men niet systematisch en methodisch te werk gaat. Hij heeft dan vooral het oog op GIS-inzet binnen grotere instellingen, waar de weg van analoge orde tot digitale chaos voor de hand zou liggen. Tot het model behoren onder andere checklists voor het modelle ren van gegevens en functies, systeemkeus en kosten-/ batenanalyse. Inzet van een extern adviesbureau leek hem natuurlijk noodzakelijk, ook met het oog op de euro peanisering! M. Lewin (Digital, I) sprak over kostenreductie bij sys teemintegratie. Hij wenst een gemeenschappelijk ge- gevensmodel voor de nutswereld. B. Wang (Corena, N) wilde nadrukkelijker de nationale deelstandaards verlaten en pleitte voor het ideaal van een .object oriented European Utility Network Data Model". Veel verzorgingsnetten overschrijden nu al nationale grenzen. Wang gaf ook een overzicht van de diverse kabelschema's, bijvoorbeeld geografisch en orthogonaal (in het laatste geval liggen de knooppunten dus niet altijd op de juiste geografische posities). Een open systeem zou algoritmen moeten hebben voor deze diverse grafische presentaties. J. Crowder (Digital, B) legde weer uit dat traditionele kosten-/batenanalyses voor GIS-inzet niet toepasbaar zijn. Justificatie moet naar bedrijfsdoelen plaatsvinden. Hij gaf „GIS-advocaten" niettemin een methode om de waarde van GIS te converteren naar de taal die managers begrijpen. In de proceedings gaat dat om .dollars, cents and interest rate", maar mondeling sprak hij in Straats burg van een zak ECU's. Interessant was de lezing van D. Mills (National Rivers Authority, UK) over het geïntegreerde systeem voor over stromingsgevaar van de Thames. Met de applicatie in het GIS-pakket SPANS kan men ingewikkelde vragen in vijf in plaats van in veertig minuten oplossen. Vanuit een reeks aan historische gegevens kunnen risico's worden berekend en gepresenteerd. (Iets voor de Maas?) Ook E. Apoloni (Autorita di Bacino, I) presenteerde over een (real-time) systeem voor overstromingsgevaar en wel van de Tiber. Dit betrof een onderzoek met parallelle structuren en algoritmen voor de implementatie van mathematische ruimtelijke modellen. Als invaller sprak J. Loodts (Eurosense, B) over het ge bruik van digitale orthofoto's in GIS: voor hem een ideale schaalonafhankelijke combinatie. (Evenals bij een excur sie van de VMDR naar Brussel gelardeerd met het Kustgis-voorbeeld van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat.) Dat Europa niet eng werd opgevat, bleek uit de lezing van B. Tolnai (Waterl. Budapest, H). Basiselement in de lei dingenregistratie is daar de drukzone, ongeveer gedefi- nieeerd als een hydraulisch scheidbaar, samenhangend deel van het net, dat met een druksprong met de rest ver bonden kan zijn. O. Diemer (Andersen Consulting, D) sprak over de GIS- inhaalslag in het voormalige Oost-Duitsland. Het ver ouderde gasnet vergt veel onderhoud. Binnen negen maanden beschikte men al over 1120 gescande gekleur de topografische overzichtskaarten 1 25 000 in raster- vorm met daarop in vectorvorm de leidingen en bestuurs- grenzen. In het gedeconcentreerde bedrijf worden vector- gegevens en attributen via de telefoonlijn verstrekt, terwijl van de omvangrijke raster-ondergronden lokaal schaduw bestanden aanwezig zijn. De 125 000 grootschalige kaar ten zijn naar verwachting in 2005 ingevoerd. Imponerend zijn altijd weer de enorme getallen uit de nutswereld: van netlengten tot aantallen analoge kaarten en decentrale vestigingen. C. Monteux (France Télécom, F) heeft in „project 104" bijvoorbeeld te maken met 166 vestigingen. Extra aan dacht is er dan voor nieuwe versies van applicaties en overdraagbaarheid naar verschillende platforms. Middels een lezing en een stand op de expositie was echter ook een zeker Europees gezien klein nuts bedrijf present. C. J. Remijnse (Energie Delfland, NL) presenteerde het ATLAS-project. Met Kadaster en gemeenten participeert men in de Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN). H. de Jongh (Gemeente Amsterdam, NL) sprak over het stedelijk GIS van Amsterdamde elektronische distributie van middenschalige topografie. Terwijl digitale opslag van de grootschalige kaarten al sinds 1985 loopt, werd recent een succesvolle pilot uitgevoerd voor de midden schalen. De Amsterdamse kaartserie 1 5000 1 10 000 ,,may be considered as one of the highlights of Dutch urban cartography", wist spreekster. Er werd vooraf een gedegen gebruikersenquête opgezet. De respons was toch van dien aard, dat de kartografen het initiatief zelf moesten nemen. Een pilot met ATLAS'GIS volgde. Uit dit onderzoek bleek onder andere zo'n beperkt benutten van logische wegennetwerken, dat men nog steeds de wegen als „witte" vlakken tussen bebouwing blijft opslaan. Be perkte socio-onderzoeken als loopafstanden naar huis artsen rechtvaardigen nog geen eigen net en een GIS- pakket met netwerk-analyse. Inzoomen naar de groot schalige kaart moet mogelijk worden. NGT GEODESIA 94 - 1 41

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1994 | | pagina 43